Het ontzichtbare wezen van de kermis 73 de kleren van de keizer De Waterschans nr. 4 1991 Toch bleef de belangstelling voor deze wijk-gerichte kermis terug lo pen. In 1971 liet het gemeente bestuur de kermisexploitanten we ten dat over verplaatsing van de voor- en najaarskermis werd ge dacht. Bij die gelegenheid polste men ook hun mening over het af schaffen van de Potjeskermis. Die ging overigens in dat jaar nog wel door, al zou het een van de laatste kermissen op het Fort worden.3 Een soortgelijke kermis werd op het terrein tussen restaurant 'De Bloemkool' en de uitspanning 'De Ketel' gehouden onder de naam 'Keteltjeskermis'. Over dit feno meen is niet veel bekend. In de dossiers over de kermisverpachtin- gen wordt er geen melding van ge maakt, wat erop kan wijzen dat het hier om een partikulier initiatief ging en de kermis opgesteld werd op een privé-terrein. In 1977 heeft men getracht die kermis een her oprichting te laten beleven. Bij die ene poging is het kennelijk geble ven.4 datum van de Potjeskermis werd verschoven naar de eerste zondag en maandag na Pinsteren.2 Behalve de datum van de kermis veranderde ook de lokatie waar de kermis werd opgesteld. De oudste gegevens (kort na de Eerste We reldoorlog) vermelden een open veld bij de Stalenbrug. In 1946 werd er op 31 maart en 1 april een potjeskermis gehouden in de Rem brandstraat te Nieuw-Borgvliet en op 28 en 29 april bij de Stalenbrug. In de volgende tien jaren bleef de potjeskermis op de twee genoem de lokaties, zij het in het zelfde week-end. Bij de Potjeskermis in Nieuw- Borgvliet, die vlak bij de kerk ge houden werd, gold als voorwaarde dat die op zondag niet voor 12 uur van start mocht gaan en tijdens 'het lof' stil gezet moest worden. Tij dens 'het lof' mocht er ook geen muziek gedraaid worden. In 1954 werd de Fortse potjesker mis verplaats naar het Emmaplein. Toen daar echter een kinderspeel plaats werd ingericht bleef er maar weinig ruimte over voor de kermis; die kreeg toen een plaats bij de passage bij de Graaf Pretori- usstraat. Vanwege dit ruimtege brek werden de attracties vervol gens verplaatst naar het Lour- desplein. Omdat dit plein in de ja ren vijftig nog niet verhard was kon hier de traditie van 'oliekoek met zand' worden voortgezet. De pot jeskermis stond al bekend om het winderige karakter, toen die nog bij de Stalenbrug gehouden werd: als het waaide, stoof het zand op en at men er dus koeken met zand. De omvang van de kermis was inmid dels geslonken naar 11 a 12 attrac ties. In Nieuw-Borgvliet stonden er in 1956 slechts drie. In 1962 gin gen er stemmen op om de Potjes kermis maar helemaal af te schaf fen: protesten vanuit de wijk waren er de oorzaak van dat het voorstel uiteindelijk werd ingetrokken. Noten 1. Archief Gemeentebestuur 1926- 1971, dossiernummer 202-C/1932; 202-C/1938-1939. 2. idem, nr.: 202- C/1939. 3. idem, nrs.: 202-A/1946; 202-B1/1946; 202-B2/1947; 202- A/1948: 202-B2/1949-1951: 202- Gl/1951; 202-B2/1954; 202- D/1962 en 202-A2/1971. 4. Dagblad de Stem, editie Bergen op Zoom, 6 ju ni 1977. De Waterschans nr. 4 1991 Een foto van een hedendaagse kermis geplaatst naast een afbeel ding van een zeventiende eeuws schilderij over kermis bewerkstelligt een netelig probleem. Op de twee voorstellingen staat ge heel verschillende voorwerpen, za ken en situaties: er is niet of nau welijks een element aan te wijzen, dat op beide voorkomt en toch he ten zij 'Kermis'. Dat het over twee volstrekt verschillende verschij ningsvormen van kermis gaat, kan niet door eigen waarneming wor den vastgesteld, maar slechts op gezag van historici, die er zich in bekwaamd hebben om met de blik op het verleden in het verscheide ne hetzelfde te zien, aangenomen worden. Zolang nu geen aanwijs bare gronden tot twijfel aanwezig zijn blijft hun autoriteit overeind en de twee zaken, hoe verscheiden ook, kermis. Alleen resteert de vraag: Wat is toch datgene, op ba sis waarvan zij beweren, dat de twee verschillenden verschijnselen, hetzelfde en wel: 'kermis' zijn. Een netelige vraag. Hoe lang en in tensief de onderzoeker kijkt en wel ke middelen en optische technie ken hij ook toepast, hij ziet niets dat hem kan verleiden de twee ge gevens onder één noemer te bren gen. Hij ziet eenvoudigweg geen kermis. De bekwaam geacht histo rici en ook die deskundigen, die druk doende zijn een aanzienlijk kermismuseum te ontwikkelen, doen uitspraken over en geven vorm aan een onzichtbaarheid, een fantoom, lucht, niets. Ze zeg gen: 'Kijk eens hoe prachtig de kei zer is gekleed!', maar er is - mutatis mutandis - helemaal geen keizer te zien. Apen en uilen Bij de beschouwing van de foto ko men allerlei herinneringen op. Mijmerend worden de details ver groot en verschijnen helgekleurde beren, poppen en lekstokken, doorboorde kaartjes en afgebroken kleipijpjes, hekken waarachter kar ren in de vorm van grote fauteuils voorbij razen, schommels aan chromen stangen, pin-up-grils, door: DRS. P. HOEKSTRA cowboymeiden en griekse godin nen, die tot deelname verleiden en draken, spoken en skeletten die af schrikken. In de herinnering van al dat lawaai, gezweef, gedraai, de kleuren en glitter vervagen de beelden, omdat de te felle indrukken zich niet laten ordenen tot duidelijke en onder scheiden gestalten en wat overblijft is niet zozeer een vaag idee in het hoofd, als wel een sensatie of op winding in de buik en de borst. De foto is een weergave van een aan tal zaken, die sensatie en opwin ding tot stand brengen: kermis is dat, wat je niet ziet en is een sensa tie. Het schilderij roept die sensatie niet op. Het is een van de talloze schil derijen, die in de zeventiende eeuw in de Nederlanden gemaakt zijn en handelen over de 'realiteit van het alledaagse leven'. Stellig zijn die werken curieus. Het lijkt er bijvoorbeeld op dat het een exclusief nederlandse zaak is, dat schilders zich aan de mode der klassieke veredeling onttrekken om aandacht aan het reële te schen ken. Tevens valt op dat het gewo ne leven zowel binnen als buiten, in bed, aan tafel, in kroeg, kerk en school over het algemeen wat min der gedisciplineerd en 'gecivili seerd' verloopt dan in onze dagen. Ons schilderij is zeker interessant, aardig ook en knap gemaakt en misschien ook wel een beetje mooi, maar van sensatie is geen sprake. Welnu, als niet direct d.i. intuitief de kermis op het schilderij vast gesteld wordt, omdat bij het zien de sensatie ontbreekt en het dus niet over die sensatie gaat, zijn twee gevolgtrekkingen mogelijk: of de historici vergissen zich als zij be weren dat het over kermis handelt, of hun gezag blijft gehandhaafd en verplicht de kijker zich, maar nu op indirecte weg, vast te stellen dat het schilderij kermis, dwz. die sen satie die je niet kunt zien, aan de orde stelt. Rit door spokenbaantje Laten we nu eens aannemen, dat' de zaken en situaties die op het schilderij zijn afgebeeld, de toen malige gebruikelijke materiële vormgeving van kermis zijn. Dan moet aangetoond worden, dat wat men 'kermis' noemde, ook inder daad de sensatie, die kermis is, be treft. Als in onze westerse geschiedenis, zo ongeveer wanneer de chaoti sche gevolgen van de 'volksverhui zingen' wat verwerkt zijn, orde op zaken gesteld gaat worden, dienen zich vanaf dat moment allerlei in stellingen aan, die de ziel als hun werk-, en machtsgebied opeisen. Zij roepen uit: 'Alles, wat er in Europa op het vlak van de ziel ge beurd is van ons!' In eerste instantie was deze monopolisering een kei zerlijke aangelegenheid geweest, omdat deze nu eenmaal universele machtaanspraken had, maar al snel verschijnen waarlijke zielsspe- cialisten: de kerk, de éne en later meerdere, colleges van geleerden, deftige genootschappen van ver lichte geesten, verenigingen van humanistische educatoren, bon den van sociale verheffers, burger wachten, plattelandveredelaars, jongerenstuurders enz enz. Wil je weten of iets zielsmatig, psy chisch of geestelijk is, dan hoef je maar in de geschiedenis te kijken om te zien of die instituten er zich druk over maken of niet. Doen ze dat wel, dan is dat iets, iets-van-de- ziel. Welnu de geschiedenis leert dat deze verschillende instituten zich in de verschillende tijden openlijk, vanuit een heilig plichtsbesef min of meer rigoreus, ook in de 17e eeuw, verzet hebben tegen wat zij kermis noemden. Ergo: Kermis is inderdaad iets-van- de-ziel: is (dus) wellicht ook dat zielskundig gegeven, wat 'opwin ding' en 'sensatie' heet. Dat is een. Er wordt uit het optreden der insti tuten nog iets duidelijk nl. de bij zondere aard van het zieleroersel. Niet alleen immers blijken de zielsmonopolisten de kermissen te bestrijden omdat deze zich op hun terrein begeven, maar ook omdat zij in hun zielsaanpak een ander oogmerk hebben.

Periodieken

De Waterschans | 1991 | | pagina 9