8 9 •c-v .£»q -V De Waterschans nr. 1 1992 if» 4T "V. v» «fflr ti" «I f •V vrouw A. Booij-Kroese vanonder en vantussen het puin een aantal brokstukken en fragmenten van de twee witmarmeren putti1 verza meld kunnen worden (afbeelding 3) alsook de rechter benedenhoek van de tekstplaat met de naam 'Volbergen'. De restanten zijn met veel geduld en zorg aan elkaar gelijmd door A. Slinger en voltooid na diens overlij den door zijn collega G. Overeem. Beiden waren als beeldhouwer en natuursteendeskundige verbonden aan de Rijksdienst voor de Monu mentenzorg. Hetgeen ontbrak is met behulp van gips aangevuld en gemodelleerd.(afbeelding 4 en 5) Omdat de structuur van het mar mer onder invloed van de bran- domstandigheden danig is gede formeerd en wegens de gipsaan- vullingen en de lijm zijn van deze putti in 1986 voor alle zekerheid ook nog replica's gegoten in een kunstharsmortel door P. Weijers, beeldhouwer- restaurateur bij de restauratiewerkzaamheden aan de kerk. Deze zijn tenslotte zandsteen- kleurig gesausd. Dat repliceren is na enig experimenteren door hem in zijn eigen tijd gratis gedaan om twee redenen. Ten eerste konden er geen garanties worden verkre gen voor de houdbaarheid van de gelijmde putti in de toekomst in dien die met moderne middelen en methoden ter conservering zouden worden behandeld. Ten tweede ontbraken de financiële mogelijk heden voor zo'n behandeling. Hoe lang de uit brokstukken samenge voegde relicten hun samenhang zullen behouden zal de toekomst leren. Ze hebben een plaats gekre gen op het grafmonument voor Charles Morgan uit omstreeks 1650 in het noordelijk deel van het tweede transept. De replica's zijn opgesteld op speciaal gemaakte geprofileerde houten konsoles. op gehangen tegen de gelede noord wand in het tweede transept uit de eerste helft 16e eeuw, ter weerszij de van het restant van de aan de muur bevestigde witmarmeren tekstplaat, (afbeelding 6) De konsoles zijn in een aangepaste kleur geschilderd en bezand. Hoe zag de epitaaf eruit? Op het moment van de brand was de epitaaf in het kader van het do- kumenteren van de grafmonumen ten en zerken in de kerk nog niet in detail opgenomen, waardoor de beschrijving hier mogelijk niet vol ledig is en gemaakt is aan de hand van de vooraf vervaardigde op- meet-tekening, foto's en persoon lijke aantekeningen en herinnerin gen. Tegen de voorzijde van het als tombe in rood marmer1 uitge voerde gedeelte bevond zich een twee cm dikke witmarmeren tekst plaat omlijst door een vlakke bruin grijsmarmeren band van ca. 5 cm zogenaamd gris des Ardennes.1 De buitenwerkse afmetingen van de omranding bedroegen 88 cm hoog en 125 cm breed. In de me morie-plaat waren letters in antieke kapitalen alsook een kantlijn ge hakt opgevuld met een zwart mate riaal. De tekst luidde:4 Afb. 7. De epitaaf op de oorspron kelijke plaats in het noordelijk deel van het 2e transept aan het begin van de restauratie van de St. Ger- trudiskerk. Foto 1969, Rijksdienst voor de Monumentenzorg- Zeist, G. Dukker. Afb. 2. Afb. 3. Brokstukken en fragmenten van de twee wit marmeren putti in het atelier. Foto 1982, C. Booij. 'Hier Rust/ De Hoog Edele Gestrenge Heer/ Jacob Johan Van Volbergen/Lieutenant Generaal der Infanterie van den Staat/ Colonel en Capi- tain van een Compagnie te voet/ Major Commandant van Bergen op den Zoom/ etc. etc. etc./ Geboren 6 August 1692 Gestorven 21 August 1778/ Ter Eere van Zijnen Dierbaaren Vader/ Stelde dit Gedenkte ken/ Deszelfs eenige Zoon/ Andries Lambertus Van Vol bergen/ Hier ligt een man, wiens deugd geen mensc/i ooit kan betwistenEen held, een menschenvriend! 1st vreemd! Hij was een Christen/ A. Ve- lingius. Alleen de schuin gedrukte delen van de tekst zijn te lezen op het nog aanwezige tekstplaatfragment. De geprofileerde en aan de zijkan ten gekorniste1 roodmarmeren tombe, grootste breedte 215 cm en grootste hoogte 167 cm, was voor zien van verschillende ornamen ten, waaronder palmtakken, die vervaardigd waren uit wit marmer en gris des Ardennes en die met ijzeren dookjes aan de tombe wa ren bevestigd. Onderaan bevonden zich twee konsoles die als het ware de om lijste tekstplaat en de tombe on dersteunden. Bovenop de tombe in het midden stond een roodmarmeren obelisk,1 breed aan de voet 56 cm en aan de top overgaand van 22 naar 11 cm met een hoogte -inbegrepen de topbeëindiging- van 290 cm. De top werd gevormd door een ring bestaande uit een in zijn eigen staart bijtende slang waarbinnen een gevleugelde zandloper, beiden vervaardigd uit wit marmer.1 De slang in deze vorm en uitbeel ding symboliseert het begin en het einde en tevens het veldheer schap. De zandloper is zinnebeeld van tijd en tijdelijkheid. Buitenwerkse maat van de slan- genring was 40 cm. Halverwege tegen de obelisk was een witmarmeren medaillon ge hangen (45 cm breed en 56 cm hoog). Daarin in basreliëf gehakt een wapenschild waarop één ze- venpuntige zeester was afgebeeld. Boven het wapen een gekroonde helm met als helmteken onder an dere een zevenpuntige zeester. Boven het medaillon had men om de obelisk een aan de voorzijde door een ring gehaalde in wit mar mer uitgevoerde doek aange bracht. Op de tombe voor de obelisk stond een in wit marmer gehouwen vaas met afhangende doek. Links en rechts daarvan en naast de ge denknaald respektievelijk een zit tende en een 62,5 cm lange staan de putto waarover voorgaand werd verhaald en die gelukkig nog iets tonen van deze verloren gega- ne epitaaf. Achter de putti palmtakken in hout. Op de tombe zowel links als rechts van de kinderfiguurtjes krijg sattributen van witmarmer, name lijk trommen, kanonlopen en vlag gen. Van de vlaggen waren onder delen uitgevoerd in hout. Uit oudere bekende foto's blijkt dat van de krijgsattributen links en rechts in 1969 al enkele houten onderdelen (waaronder een lans) ontbraken. Dit op zich fraaie laat 18e eeuwse monument verkeerde in 1969 nog in redelijk goede staat en was nagenoeg kompleet. De verschillende materialen waren zowel in kleur als struktuur zorgvul dig op elkaar afgestemd. Het ge heel was evenwichtig van propor ties en vormgeving, terwijl het bo vendien vakkundig was uitgevoerd en op onderdelen heel fijn afge werkt en bewerkt. De zichtbaar op pervlakken van de natuursteen onderdelen waren gepolijst en de houten bestanddelen geschilderd of verguld. Jammer dat dit stukje grafarchitektuur en -sculptuur ver loren is gegaan. Daarvan rest bui ten de putti nog slechts de herinne ring door foto's en deze beschrij ving. Daarnaast bevindt er zich in de Raadzaal van het Stadhuis een portretschilderij van Jacob van Volbergen waardoor het mogelijk is ons enig beeld te vormen om trent de persoon waaraan de epi taaf moest herinneren (afbeelding 7) Noten 1 Enkele verklaringen - Epitaaf of epitaphium; een klein graf monument of gedenkteken, vast aan een muur of kolom van een kerk aan gebracht, voor een persoon die in de Afb. 4. Staande putto, hoog 62,5 cm. Samengesteld uit de wit mar meren brokstukken en fragmenten met gips aanvullingen. Foto 1985, R.D.M.Z., L. Tangel.

Periodieken

De Waterschans | 1992 | | pagina 19