De oudste keuren van Bergen op
Zoom
16
17
i1100
KOREN
MARKT
Verloren ~7/\5
Cost
poort //gjee^ygjj
De Waterschans nr. 1 1992
Afb. 9. Situatie van de Lievevrou
wepoort in 1992.
1. Lievevrouwestraat
2. Rijkebuurtstraat
3. Moeregrebstraat
laag punt in de stad, 5 meter boven
Amsterdams Peil, terwijl de Hoog
straat zich thans op 13 meter be
vindt. Het terrein vormde een
overgang naar het gebied de Lage
Meeren. De Grebbe begon er zijn
loop in de richting van de haven en
de Moervaart (later Zoom ge
noemd) eindigde er. Het poortje
moet in het begin onbeduidend zijn
geweest, alleen van belang om de
sluis op de Grebbe, waarlangs het
hoognodige zoete water de stad
binnenkwam, te bewaken. Wellicht
was hier zelfs sprake van een com
binatie sluis - poort, met andere
woorden van een waterpoortje.
Maar doordat de poort tot dusverre
niet is opgegraven, kan daarover
met weinig zekerheid worden ge
meld. In 1447 is het gebouw aan
zienlijk verbeterd er werden rode
baksteen uit Goes, witte ar
duinsteen, 'catteelsteen' en 'pruys-
se delen' (planken) aan ver
werkt. 22
In de jaren 1490 - 1492 is de poort
geheel vernieuwd in het kader van
de versterking van de gehele noor
delijke stadsommuring, die al in
1482 was begonnen.25 De aanleg
van de Korenbeursstraat en de Ko
renmarkt in de daaraan vooraf
gaande drie jaren, maakte het punt
interessanter als stadsuitgang (afb.
10).
Bovendien stichtte men in 1498
een begijnhof pal buiten de poort
aan de westzijde van de Moer
vaart. In 1490 werd naast de poort
een hoge toren opgetrokken, de
Cronenborchtoren. Er kwamen al
ternatieve namen voor de poort in
zwang: Cronenborchpoort of Be-
gijnenpoort. De poort, de toren en
omgeving werden wederom gron
dig verbeterd, waarbij ook de ver
siering (onder meer met stenen
leeuwen) aandacht kreeg.24 De
plaats van het gebouw kon slechts
door projectie van de kaart van Ja
cob van Deventer worden bepaald
(afb. 11). Dit komt ook omdat
reeds aan het einde van de zestien
de eeuw de poort, als eerste mid
deleeuwse stadspoort, het veld
moest ruimen. In 1587 vatte men
het plan op, nabij de poort een ra
velijn aan te leggen, waarmee men
door geldgebrek pas in 1592 kon
beginnen. Vier jaar nadien is het
vestingwerk met de stadsmuur ver
bonden en maakte voortaan onder
de naam Begijnenpunt of -bolwerk
deel uit van de nieuwe vesting.
Uiteraard sneuvelden de ruïnes
van het reeds in 1581 geplunderde
begijnhof om plaats te maken voor
dit werk, dat overigens ten westen
van de poort lag. De poort verloor
zijn doel: er was geen stadsuitgang
meer. De aangrenzende Meeren
werden tijdens de voortdurende
oorlog onder water gehouden en
stonden ook tijdens later oorlogs
gevaar blank. Het gebouw ver
dween, zonder veel sporen in de
archieven na te laten.25
Noten
SA Stadsarchief tot 1810
ARR Archieven van de Raad en Re
kenkamer van de markiezen van Ber
gen op Zoom
1 SA inv. nr. 1, (stadsregister) fol.65.
2 W A. van Ham, L.J. Weijs en
J.L.C. Weyts, 'De Lievevrouwepoort
te Bergen op Zoom en zijn omgeving',
Bulletin K.N.O.B. 73 (1974) 19 - 33.
W.A. van Ham Merck toch hoe sterck
(Bergen op Zoom, 1982) 27 - 29. 3.
Van Ham e.a.. 'Lievevrouwepoort',
24. 4 SA inv. nr. 783, stadsrekening
1447/1448, fol. 34; inv.nr. 797 stads
rekening 1498/1499, fol. 99. 5 ARR
inv. nr. 651.3, rentmeestersrek.
1504/1505, fol. 58. 6 ARR inv.nr. 4
fol. 15. 7 ARR inv. nr. 797, stadsreke
ning 1497/1498, fol. 52. 8 Van Ham
e.a., 'Lievevrouwepoort', vergelijk afb.
2 - 4 met afb. 5 en 8. 9. SA inv. nr.
808, stadsrek. 1525/1526, fol. 50v.
10 Van Ham e.a., 'Lievevrouwe
poort', 26. 11 ARR 10, fol. 25v. res.
20.7.1559. 12 Van Ham e.a. 'Lieve
vrouwepoort', 24-26. 13 SA inv. nr.
2550.0. 14 Archief gemeentebestuur
1814-1925, voorl. inv. nrs. 2561 -
2565. 15. Archief gemeentebestuur
1931, nr. 040 - C; 1934 nr. 040 -F;
iVerloren Cost
Jioort
m
Afb. 10. Situatie van de Verloren
costpoort ca. 1545. Voor de re
constructie was alleen de kaart
van Bergen op Zoom en omgeving
door Jacob van Deventer beschik
baar. Opgravingen zouden wellicht
een preciesering van de situatie
kunnen verschaffen.
1. Korenbeursstraat
Afb. 1 1. Situatie van het voorma
lig poortterrein in 1992. Zie de op
merking bij de vorige afbeelding.
1Korenbeursstraat
2. Korenmarkt
3. Het Singeltje
4. Van der Rijtstraat
5. Noordsingel
De Waterschans nr. 1 1992
1935 nr. 040 -D 2. Archief dienst ge
meentewerken inv. nr. 1.1.10. W.
Blok en P. van Eenennaam. Beeldig
Bergen (Bergen op Zoom, z.j. 63 nr.
55 dateren dit beeld op 1954. Het is
echter in dat jaar verplaatst van de zijde
van de Lievevrouwestraat naar de Rij
kebuurtstraat. Archief gemeentebe
stuur 1954 nr. 44-D. 16. Archief ge
meentebestuur 1952. nr. 40-F; 1953
nr. 040-J: bouwvergunning 1953 nr.
134. Blok en Van Eenennaam, blz. 63
nr. 56. Op 8 december 1954 is een
gipsmodel onthuld als symbolische
overdracht van het beeld aan het ge
meentebestuur. Archief gemeente
bestuur 1954 nr. 44-D. 17 SA inv. nr.
786, stadsrekening 1470/71, fol. 4.
18 SA inv. nr. 805, stadsrekening
1517/1518, fol. 132 stadsrekening
1534/35 fol. 118v. 19 SA inv. nr.
133. resolutie van 24 september 1756;
R 259, ongefol. verkoopakte 24 juni
1757. 20 Archief gemeentebestuur,
dossier 1925, voorl. inv. nr. 15. 21
Archief gemeentebestuur, raadsstuk
ken 1930, nr. 160 archief gemeente
bestuur 1935, dossier nr. 040 D./2;
1936, dossier nr. 040 H/2; 1937, dos
sier 040 G; archief dienst gemeente
werken, nrs. 1.1.8 en 1.1.9. 22 SA
inv. nr. 783, stadsrekening
1447/1448, fol. 21 Van Ham. Merck
toch hoe sterck. 32. 23 Van Ham.
Merck toch hoe sterck. 20 - 21. 24
Van Ham, Merck toch hoe sterck. 32 -
34 25. Van Ham, Merck toch hoe
sterck. 57.
door: K. DE VALK
In het Bergse Gemeente-archief
wordt sinds jaar en dag het zoge
naamde Stadsregister van Bergen
op Zoom bewaard. Dit papieren
register werd aangelegd op 17
augustus 1397, vlak na de rampza
lige stadsbrand. Dit register is bijge
houden tot 1559 en bevat behalve
teksten van privileges (rechten
door de heer aan de stad verleend)
verschillende reeksen van keuren
waarvan de oudste dateert van
1314. Deze reeks keuren uit 1314
vormt de oudst bewaarde 'rechts
bron' van de stad Bergen op
Zoom. Een rechtsbron is een
schriftelijk stuk (bijvoorbeeld een
akte of een wettelijke bepaling) of
een ongeschreven gewoonte,
waaruit 'objectief recht' voortvloeit.
Objectief recht heeft, in tegenstel
ling tot 'subjectief recht', dat slechts
aan één persoon toebehoort, alge
mene gelding. Wat was de beteke
nis van deze keuren voor de toen
nog jonge stad Bergen op Zoom?
Ik zal deze vraag proberen te
beantwoorden en daarnaast enkele
aspecten van de stedelijke wetge
ving toelichten aan de hand van
een aantal Bergse keuren uit 1314.
Alvorens in te gaan op de Bergse
keuren is enige uitleg nodig met
betrekking tot het begrip 'keur'.
Wat is een keur?
Tot het begin van de dertiende
eeuw is er in onze contreien nog
geen sprake van optekening van
recht. De rechtspraak kwam in die
tijd uitsluitend tot stand op basis
van (ongeschreven) gewoonte
recht. Door de opbloei van de
rechtsgeleerde studie in het Ro
meinse en kerkelijke recht (onder
meer aan de universiteit van Bo
logna) ontstond een groeiende be
langstelling voor het zogenaamde
inheemse recht, dat hierdoor ook
opgetekend werd. Als gevolg hier
van kwam in de loop van de der
tiende eeuw steeds vaker het ge
schreven recht in de plaats van het
ongeschreven recht. Deze dertien
de eeuwse 'codificatiegolf' (codifi
catie is de systematische opteke
ning van recht) resulteerde in de
optekening van zowel landrecht
(binnnen grotere territoria gelden
de rechten) als stedelijk recht. Dit
stedelijke recht ontwikkelde zich
aanvankelijk door middel van
rechtspraak. Uit deze rechtspraak
ontwikkelde zich de wetgeving.
Voorheen stelde men alleen regels
op naar aanleiding van een con
creet geschil. Vanaf dat moment
ging men regels 'in abstracto' op
stellen, dat wil zeggen dat de regels
algemeen toepasbaar moesten zijn.
Deze stedelijke rechtsregels wer
den meestal aangeduid als 'coren'
ofwel keuren. Deze benaming is
waarschijnlijk afgeleid van het
werkwoord 'keuren' waar onder
men verstond: 'met gemeen over
leg der belanghebbende partijen
vaststellen'.1 Dit democratisch ele
ment is kenmerkend voor de keu
ren. Aanvankelijk, in het begin van
de landsheerlijke periode, werd het
wetgevende gezag uitsluitend door
de landsheer uitgeoefend, zonder
inmenging van volk of volksverte
genwoordigers. Aan hen kwam
slechts raadgevende stem toe. Pas
tijdens de opkomst van de steden
(13e eeuw) verleende de lands
heer het recht van autonomie, ook
wel genaamd 'recht van keur'. Dit
hield het recht in om keuren te ma
ken voor het stadsgebied en zijn
bewoners. Zo werden de Bergse
keuren van 1314 uitgevaardigd
door de drossaard, schout, burge
meesters en schepenen van Ber
gen op Zoom. Deze keuren waren
dus afkomstig van een lagere over
heid en waren slechts binnen een
beperkt grondgebied geldig. Aan
gezien de keuren geen inbreuk
mochten maken op hogere regelin
gen of bevoegdheden van de
landsheer kan men ze het best
vergelijken met de hedendaagse
wetten in materiële zin (dat zijn
wetten die zonder de goedkeuring
van de Staten Generaal tot stand
komen en niet in strijd mogen zijn
met hogere regelingen).2 Het recht
van keur kon aanleiding geven tot
botsing tussen het wetgevend ge
zag van de landsheer en dat van de
steden. Vernietiging van stadskeu
ren is wel voorgekomen. Zo moch
ten in het algemeen geen bepalin
gen gemaakt worden omtrent de
keuze van baljuw (of drossaard,
ambtman etc.) schout en schepe
nen, en evenmin over regalen als
het vis-, tol- of veerrecht.5 Naar
mate de steden in belang toena
men nam het gezag van de lands
heer af doordat allerlei privileges
aan de steden werden gegeven
(vaak verkocht), terwijl elke nieu-