28
AT PROCLAMATION.
SA Majestè l'Emtereur et Roi NAPOLÉON,
m'nyarrt ordonnó de prendre militairement. posses
sion du pays situé enlre la Meuse et l'Escautj'y
envoie des troupes sages et diseiplinécsqui ont
ordre de respecter Vos pcrsonncs, vos usages et vos
coutuincs. Jespèrc qu'cn retour clles trouveront
un aecucil dignc de la bonne conduite dont je me
plais d'avance ft me rendre garant.
H a b i tans du Brabant des
Isles de la Zélande et de celles
siluées enlre la Meuse et !Es-
Caut
De Waterschans nr. 2 1 992
standpunt bleef. Die bevestigde dit
en voegde eraan toe, dat hij de
proclamatie van de keizer niet
mocht afkondigen. Hij zou zich
dan immers aan meineed schuldig
maken en... Het was genoeg voor
Maison. Hij verloor zijn geduld en
schreeuwde dat de burgemeester
onder arrest stond! De politie
officier kreeg bevel, Vermeulen af
te voeren en huisarrest op te leg
gen. Even later zat Vermeulen
thuis, bewaakt door twee soldaten
die hem op al zijn tochten door het
huis op de voet volgden. De burge
meester nam ganzeveer, inkt en
papier en begon aan zijn zoveelste
brief aan de landdrost.18
In zijn brief vermeldt Vermeulen
een bijzonderheid die een apart
licht op de zaak werpt. Op de voor
afgaande zondag had comman
dant Sibuet, de man nota bene die
speciaal belast was met de zorg
voor een goede verstandhouding
tussen Hollandse en Franse solda
ten, aan de burgervader te ver
staan gegeven dat hij en Maison en
diens adjudant 'tafelgeld' moesten
hebben. Dat hadden zij in Duits
land ook overal gehad beweerde
hij. Maison rekende op 1.500,—
per maand, Sibuet zelf vroeg
500,— en de adjudant
200, wel graag veertien da
gen vooruit. Vermeulen had te
verstaan gegeven dat hij over geen
enkele stadsduit de vrije beschik
king had. Hij zou het verzoek bij de
wethouders en vroedschappen in
dienen, maar Sibuet moest er maar
vanuitgaan, dat de stad onmogelijk
die uitgaven kon opbrengen. Daar
op was Sibuet gaan dreigen. 'Ber
gen en zijn burgemeester zouden
het moeiljk krijgen.' Dit alles rap
porteerde Vermeulen die bewogen
dag aan De la Court. Hij eindigde
zijn relaas met de verzuchting: 'Een
eerlijken amptenaar heeft dus veel
te lijden. Ik versoek tog bij gelegen
heid mijne getrouwheid aan den
Koning onder het oog te brengen
en te zorgen dat ik haastig uit dese
netelige omstandigheid worde ge
red'. Hij sloot een kopie van Mai-
sons brief in, alsmede de convoca
tie van Sibuet voor de vergadering
\i van die ochtend.
j| Hoe was intussen de vergadering
verder verlopen? Na het wegvoe-
ren van Vermeulen vroeg Maison
naar diens plaatsvervanger. Dat
was de eerste wethouder Johannes
Vergroesen, maar ook die weiger
de mee te werken. Iemand wees
Maison erop dat hij zelf die procla
matie wel kon afkondigen. Hij
drukte immers alles met militair ge
weld door. Waarom dan dit niet?
Maison liet het daarbij en wilde
weggaan, maar verschillende aan
wezigen drongen bij hem aan de
burgemeester vrij te laten. De goe-
verneur gaf toe. Maar de bode
naar Den Bosch was inmiddels met
Vermeulens brieven vertrokken,
zodat de burgemeester de volgen
de dag een aanvullende brief
moest schrijven, nu met beter
nieuws.19
Vermeulen verlaat het toneel
Diezelfde dag, 2 februari, ontving
Vermeulen de wethouders en
vroedschapsleden bij hem thuis.
Eerst bespraken ze een brief van
binnenlandse zaken met de aan
maning, trouw te blijven aan hun
eed. Dan was er nog een brief van
Maison. Hij liet weten, dat Ver
meulen geschorst was vanwege
diens oppositie. Hij mocht zich in
geen enkel opzicht meer met het
bestuur bemoeien. Deed hij dat
toch, dan zou Maison hem laten
arresteren en overbrengen naar
Antwerpen om zich daar te verant
woorden voor de hertog van Reg-
20
gio.
De vergadering nam het besluit,
'om zonder eenig reguard te slaan
op de pretense suspensie en quali-
ficatie in. .de missive vervat, dat
de Heer Burgemeester tot voorko
ming van alle verwarring den Heer
Wethouder J. Vergroesen zal qua-
lificeren om gedurende eene nood
zakelijke absentie van den Heer
Burgemeester, het burgemeester
schap waartenemen'. Zo trachtten
de vroede vaderen verdere botsin
gen te voorkomen.
Vermeulen sloot bij zijn brief aan
de landdrost van Brabant een ko
pie in van Maisons missive van 2
februari en een kopie van diens
proclamatie aan het volk van Ber
gen op Zoom. Hier is de tekst van
die proclamatie:
'Op last van den Generaal Maison.
Inwoonders van Braband van de
Eilanden van Zeeland en van die
gelegen zijn tusschen de Maas en
de Schelde.
Zijne Majesteit den Keiser en Ko
ning Napoleon, mij bevolen heb
bende, om militairement besit te
neemen van het land tusschen de
maas en de Schelde heb ik geson-
de stille en gedisciplineerde trou-
pen, welke order hebben uwe per-
soonen te respecteeren, gebruiken
en gewoontes, ik hoop daarente
gen dat zij een onthaal zullen ge
nieten waardig na het goede ge
drag, waar van ik Uw voor uit de
verzekering geve.'
Gedaan te Breda den 28 Januarij
1810
Den Maarschalk Hertog De Reg-
gio. Commandant en Chef van de
Noordarmée.
Voor kopie conform de Chef van
de Generaale Staf Generaal de
l'armée/getekend/D'Hastrel. De
Generaal baron van 't rijk Gouver
neur van Bergen op Zoom en ar
rondissementen/getekend/J: Mai
son
Ondanks alle vriendelijke woorden
bracht de aanwezigheid van de
Franse armee heel wat problemen
met zich mee. De soldaten hadden
veel nodig. Voor de eerste leveran
ties zorgde de aannemer-generaal,
maar die verwachtte uiteraard be
taling. Maar wie zou afrekenen? De
Franse regering? De Hollandse re
gering? Of moest de stad ervoor
opdraaien? De eerste wilde niet, de
laatste kon niet en zo bleef de hoop
op de regering in Amsterdam ge
richt. Die voelde er begrijperlijker-
wijs niets voor om de roof van twee
provincies of departementen ook
nog te financieren. Om voorlopig
uit de nesten te geraken stelden
Vergroesen en zijn collega-wet
houders zich maar persoonlijk ga
rant voor de betaling en dat terwijl
ze zelf al maandenlang geen salaris
hadden ontvangen.
5. Rekwisities, alsmaar rekwi
sities
Duval, de commissaris van oorlog
bij het Franse leger, had tot taak te
zorgen dat het de Franse soldaten
aan niets ontbrak en dat het de
Franse regering geen franc kostte.
Dat betekende: leven op kosten
van de streek waar het leger was
en betalen met bons, beloften op
papier dat het later allemaal in klin
kende munt vergoed zou worden
door de Hollandse overheid.
Op 29 januari diende Duval een
verlanglijstje in betreffende voedsel
en brandstof. Die zouden in de na
burige gemeenten gerekwireerd
moeten worden. De burgemeester
van Bergen op Zoom had evenwel
in andere gemeenten geen enkele
bevoegdheid en dat probeerde
Vermeulen aan Duval uit te leg
gen. Die begreep er niets van, ge
zien zijn schriftelijke reactie: 'Als U
de burgemeester bent, dan hebt U
de macht; als U de macht niet
hebt, bent U geen burgemeester'.
Verder reikte zijn militair denken
niet.21
De Waterschans nr. 2 1992
n R A rt A NT.
Pail a Breda, Ie 28 Janvier 1810.
Le Maréciial Due de R.EGGIO,
Commandant en Chef tarmde.
De vertaling van dit biljet, aangeplakt in twee talen in verschillende Brabant
se steden, vindt u op pag. 30
Vermeulen zocht hulp bij zijn mi
nister van oorlog C.R.T. Krayen-
hoff. Hij wilde de buurgemeenten
behoeden voor militair geweld en
vroeg daarom de agent van de
aannemer-generaal het gevraagde
te leveren. Die had echter al te ver
staan gekregen dat hij niet zo maar
mocht leveren. Daarop had Ver
meulen de agent gemachtigd om
op 1 februari en volgende dagen al
het gerekwireerde op de normale
wijze volgns de regels van het con
tract aan het Franse leger te ver
strekken. Aan Krayenhoff vroeg de
burgemeester, of de regering deze
oplossing wilde goedkeuren.22
Op 7 februari kwam Duval met een
nieuwe eis: 1500 pond zout, 2800
liter azijn en 6000 pond vlees,
morgen te bezorgen.
Vermeulen was inmiddels met ver
lof en daarom namen de wethou
ders kontakt op met de weduwe
Bol en bakker Pieter Commissaris
als zijnde 'geëmploijeerders van
den aannemer generaal' om 'tot
weder opzeggens toe' het nodige
aan de Fransen te verschaffen, te
beginnen op vrijdag 9 februari: 225
pond zout, 187 liter of 146 kannen
azijn en 2500 pond vlees, het vlees
door mevrouw Bol en het overige
door de bakker.23
Op de 9de kwam er antwoord uit
Amsterdam. De minister van oor
log liet weten, dat hij zich niet be
voegd achtte de uitgaven voor de
voeding der Fransen goed te keu
ren en bijgevolg zouden de ge
maakte kosten helemaal voor reke
ning van Bergen op Zoom blijven.
De wethouders besloten niettemin
op de ingeslagen weg voort te
gaan; er was geen alternatief.24
Duval was niet de enige eiser. Er
was ook nog een mijnheer Rabo-
net, zich noemende commissair or-
donnateur. Hij schreef dat de kei
zer bevel had gegeven, de Bra
bantse armee te legeren in het
geannexeerde gebied tussen
Schelde en Maas en te onderhou
den op kosten van dat gebied. Er
moesten magazijnen met voorra
den worden opgericht in de voor
naamse vestingsteden. Het bestuur
van de stad mocht zelf de dagelijk
se distributie verzorgen. Duval zou
wel vertellen hoe groot de porties
moesten zijn. Verder moest het
stadsbestuur aangeven, hoe de sol
daten zonder obstakels de nodige
voertuigen konden rekwireren
voor het transport van levensmid
delen naar de verschillende kan-
tonnementen. Speciale aandacht
verdienden de zieke militairen.
Voor hen moesten er hospitalen
komen, ingericht volgens de Fran
se voorschriften. De betaalbons
dienden te worden gecontroleerd
door de commissarissen van oor
log of door de goeverneur.
Het stadsbestuur spartelt
tegen
De wethouders begonnen meteen
aan een antwoord waarin ze uit
eenzetten wat ze allemaal al ge
daan hadden tegen de wil van de
eigen regering in maar dat het toch
al te gortig werd, nu ook Rabonet
met een rekwisitie kwam. Die eiste
van de stad 3.000 pond tarwe
meel, 1.000 pond roggemeel, 200
pond rijst, 100 pond zout, 20.000
flessen jenever, 16.000 flessen
azijn, 2.100 pond hooi, 1.500
pond stro, 1.000 pond haver en
600 vadem brandhout of 7.560
pond steenkool of 900.000 stuks
turven. Verder vroeg hij medicij
nen en andere benodigdheden
voor de inrichting van een hospi
taal zonder dit nader te preciseren.
Vergroesen antwoordde: 'Ik moet
U betuigen, Mijn Heer Ordonna-
teur dat ofschoon ik den besten wil
heb om aan al wat mogelijk is te
voldoen, en meen, zulks ook door
daden te toonen, het mij echter
ondoenlijk is om aan dese impor
tante requisitie eenigzinds te kun
nen voldoen'. En weer attendeer
de hij de Fransen op het feit dat
een burgemeester geen enkele zeg
gensmacht had over de andere ge
meenten. In het gebied buiten de
vestingwerken dat bij de stad
hoorde woonden slechts zo'n 25
boeren, veel te weinig om de ge
vraagde hoeveelheden op te bren
gen. Bovendien was de streek al
danig uitgeput door de vele ge
dwongen leveringen tijdens de in
val van de Engelsen.
Rijst, jenever en azijn kon de stad
onmogelijk snel leveren. Die pro-
dukten moesten uit Amsterdam,