Het huis 'De Balanche'
P
42
Het bouwhistorisch onderzoek
rrw
TT
TT
De Waterschans nr. 3 1992
In 1991 is de algehele restauratie
van het huis 'De Balanche', For
tuinstraat 3, ter hand genomen. Dit
is de aanleiding geweest tot inten
sief onderzoek in dit historisch zeer
waardevolle gebouw. Allereerst
kwamen bij de ontruiming de
muurschilderingen te voorschijn,
waaraan een aparte beschrijving
gewijd is. De wenselijke uitgraving
van de kelders tot de oude vloerni
veaus was de aanleiding voor een
uitgebreid archeologisch onder
zoek aldaar. Ook hiervan is het re
sultaat, uitgebreid met dat van een
archiefonderzoek, in een apart arti
kel weergegeven. Tenslotte is in
het onderstaande ook het resultaat
weergegeven van een uitgebreid
bouwhistorisch onderzoek, gekop
peld aan een beperkt verslag van
de restauratie.
door.
IR. JAN WEYTS
De Bouwhistorie
Dit geheel onderkelderde huis
bestaat uit een voorhuis en een
achterhuis, gescheiden door een
zware dwarsmuur. Beide bouwli
chamen bestaan boven de kelders
Afb. 2: Langsdoorsnede van het huis in bestaande toestand.
Gestippeld zijn de 14de eeuwse vloerniveaus op de verdieping en zolder aan
gegeven, evenals de afvalputten in de achterkelder met het bijbehorende
vloerpeil vóór restauratie.
Afb. 1Plattegrond van de bestaan
de toestand van het huls op de be
gane grond. Gestippeld zijn moer-
balken en strijkbalken aangegeven.
uit twee verdiepingen en een zol
der (afb. 1 en 2).
Het huis behoort tot de oudst be
kende in de stad. Tot bijna aan de
zoldervloer dateren beide zijmuren
en de dwarsmuur nog uit de 14de
eeuw. Opmerkelijk is, dat die
dwarsmuur tussen het voor- en het
achterhuis de sporen van een
vuurzee vertoont, wellicht een ge
tuigenis van de brand die onze stad
in 1397 teisterde.
De twee kelders onder het voor
huis zijn ietwat onbestemd van
ouderdom. Duidelijk is wel, dat de
scheidingsmuur tussen beide, de
overwelving en de huid van de zij
muren uit de 15de eeuw moeten
dateren. Een interessant onderdeel
is de dwarsmuur, die in de zuide
lijke kelder een kleine ruimte af
scheidt. Hierin is een fraaie, geheel
uit natuursteen blokken opge
bouwde neggingkant opgenomen.
Van een voorafgaande 14de
eeuwse situatie zijn slechts funde
ringen overgebleven: de nu nog
zichtbare verzwaring van de bouw-
muur kort boven de vloer van de
noordelijke kelder en de zware fun
dering onder de dwarsmuur in de
zuidelijke kelder. Niet ondenkbaar
is dat deze fundering de basis heeft
gevormd van een traptoren.
De kelder onder het achterhuis
geeft een duidelijker beeld van de
ontwikkeling. Tot een hoogte van
ca 100 cm zijn beide zijmuren en
over de volle hoogte de kopmuren
als 14de eeuws te dateren op basis
van het zeer grote formaat van de
toegepaste bakstenen (27 x 12 x 6
cm). In de oostelijke kopmuur zijn
gewelfaanzetten zichtbaar, cor
responderend met de hoogte van
de oudste gedeelten van de zijmu
ren. Denkbaar is, dat dit overblijf
selen zijn van een vroegere
kruisriboverwelving met een mid
denkolom. Helaas zijn bij de ingra
ving van de afvalput in de 15de
eeuw de eventuele funderings-
resten van zo'n middenkolom ver
dwenen. Merkwaardig en niet bij
zo'n overwelving passend, is een
kraagsteen in de westmuur. Moge
lijk is dit een getuigenis van een
houten zoldering boven deze kel
derruimte die voorafging aan een
(kruisrib)overwelving. Het nu nog
V
De Waterschans nr. 3 1992
f y
Afb. 3: Profilering van de balksleutelstukken en kraagstenen van de moerbalk
in de verdiepingsbalklaag van het voorhuis.
bestaande tongewelf dateert, net
als de overwelving van de voorkel
ders, uit de 15de eeuw.
Het voorhuis heeft thans 16de
eeuwse eiken moer- en kinderbal
ken, voorzien van geprofileerde
sleutelstukken en kraagstenen (afb.
3). Het heeft vroeger vloeren ge
had op andere niveaus dan die van
de nu bestaande. De verdiepings
balklaag lag destijds ca 20 cm la
ger, de zolderbalklaag zelfs ca 45
cm. Toen de huidige balklaag aan
gebracht werd, was het voorhuis in
de diepte door een dwarsmuur in
twee ongelijke delen verdeeld. De
nu door kolommen ondersteunde
strijkbalken bij het trappenhuis ge
tuigen daarvan. De balklagen in
het achterste gedeelte waren op
een klein stuk van een strijkbalk te
gen de muur tussen voor- en ach
terhuis na, geheel verdwenen. Bij
de restauratie is op deze plaats het
trappenhuis met vides aange
bracht. Toen in de 16de eeuw de
bestaande balklagen aangebracht
werden, zijn de zijmuren, boven de
vroegere zoldervloer, verhoogd tot
ongeveer 65 cm boven de bestaan
de. Van een ongeveer gelijktijdig
aangebrachte nieuwe voorgevel
zijn enkele sporen bewaard geble
ven. Daaruit kan geconcludeerd
worden, dat het een bakstenen ge
vel met kalkstenen speklagen was.
Het voorhuis had op de begane
grond en wellicht ook op de ver
dieping in het achtergedeelte tegen
de noordmuur stookplaatsen. Op
de verdieping was er bovendien
een, in de eerste travee tegen de
zuidmuur.
Het achterhuis vertoont boeiender
sporen in het muurwerk. Ongeveer
tot de hoogte van de bestaande
verdiepingsvloer is het metselwerk
identiek aan het oudste 14de
eeuwse metselwerk. Erboven is in
de noord- en dwarsmuur metsel
werk aanwezig dat jonger doch
eveneens nog 14de eeuws is
(steenformaat 25x11,5x6 cm).
Dit metselwerk vertoont aan de
oostzijde van de dwarsmuur de
door latere afdekking best bewaar
de brandsporen. De in de noord
muur aanwezige lampnissen, de
restanten van een deurkozijn in de
dwarsmuur en een versnijding in
de zuidmuur getuigen ervan, dat
de verdiepingsvloer in die periode
ca 80 cm lager lag dan de bestaan
de (afb. 4).
Uit het feit dat de bestaande balk
laag als 15de eeuws te dateren
valt, kan geconcludeerd worden,
dat de voorafgaande brand wellicht
de stadsbrand in 1397 was. Het in
de noordmuur erboven gelegen
metselwerk bestaat uit secundair
werk van de oudste stenen, het
geen kan duiden op opbouw direct
na de brand, die het pand teister
de. De zuidmuur boven de verdie
pingsvloer is beduidend jonger.
Wellicht is die herbouwd bij het
herstel van de schade, veroorzaakt
door de instorting van het belen
dende huis Fortuinstraat 1. in
1595.
De achtergevel dateert op de ver
dieping uit de 16de eeuw: het ge
deelte eronder was in de 18de
eeuw vernieuwd, het gedeelte er
boven omstreeks 1990 bij de bouw
van de bestaande bekapping. Het
bovengedeelte van de voorgevel
dateert uit de 2de helft van de
18de eeuw; de ramen zijn in het
midden van de 19de eeuw ver
nieuwd. Het ondergedeelte is bij
de restauratie toegevoegd, waarbij
de ingangsportiek gereconstrueerd
naar oude foto's van de 18de
eeuwse situatie (afb. 5 en 6).
Van de interieurafwerking zijn inte
ressante onderdelen aangetroffen.
Een gaaf bewaard element is het
TT
sec.
IV£gPl€?/NG HOoKPTUtU*.
Cf
ngsfwrw* K.m**»* i'^gatrmQ: lunxivu* waaws i'vak
Afb. 4: Wandaanzicht met bouwsporen op de verdieping.