De opgraving in de achterkelder 50 51 De Waterschans nr. 3 1 992 en op de noordwand bevonden zich twee kleinere schilderingen waarop het motief van de guirlan des herhaald werd. De opzet van de hoofdvoorstelling met guirlandes, slingers, vruchten en vogels gaat terug op de pompe- jaanse wandschilderkunst uit de eerste eeuw van onze jaartelling. In de tweede helft van de 18de eeuw kwamen soortgelijke voorstellingen aan het licht bij opgravingen in de Italiaanse stad Pompeji die in 79 na Christus bij een uitbarsing van de Vesuvius onder de as bedolven werd. De vele gevonden wand schilderingen werden al snel gere produceerd op papier en dienden kunstenaars uit heel Europa tot voorbeeld. Dergelijke voorstellin gen werden al snel populair en hadden hun grootste bloei tijdens het neo-classicisme aan het eind van de 18de en het begin van de 19de eeuw bij zowel wandschilde ringen als behangpapier. Vooral het laatste was een relatief goedko pe methode om het interieur van een huis een klassiek uitzien te ge ven. Dat in de Balanche een grote wandschildering is vervaardigd, wijst in ieder geval op een zekere materiële welstand van de toenma lige bewoners. Het feit dat de schildering op grond van de gebruikte olieverf waar schijnlijk in de tweede helft van de 19de eeuw gedateerd moet wor den staat enigszins in tegenstelling tot het gebruikte motief. De pom- pejaans aandoende voorstellingen waren in Nederland vooral popu lair in de eerste helft van de vorige eeuw. De maker(s) van de schilderingen zijn onbekend maar moeten waar schijnlijk onder de lokale schilders gezocht worden. Hoewel de ar tistieke kwaliteit van de schilderin gen zonder meer goed genoemd mag worden, waren voorstellingen van deze aard dermate populair dat er een grote vraag naar bestaan moet hebben. Parallellen in Bergen op Zoom zijn mij niet bekend maar het is waarschijnlijk dat er te zijner tijd bij restauraties aan vergelijkba re woonhuizen verwante voorstel lingen met vergelijkbare motieven te voorschijn zullen komen. Aangezien er aan het medaillon in het midden van de voorstelling op het eerste gezicht geen duidelijke inhoudelijke betekenis kan worden toegekend, kan de gehele voorstel ling dan ook niet met de bewoners uit de tijd van het ontstaan van de Afb. 7 7; Detail van het medaillon in de wandschildering. Foto: J. Op 't Hoog. voorsteling of hun beroepen in ver band worden gebracht. De enige betekenis die aan de ge hele voorstelling kan worden toe gekend is een zekere moraliseren de. Het medaillon vertoont paral lellen met een aantal 17de-eeuwse Nederlandse landschapsschilderij en waaraan door de kunstgeschie denis een zogenaamde vanitas- betekenis wordt toegekend. In een landschap waarin ogenschijnlijk weinig aan de hand is, blijken zich bij nadere beschouwing een aantal elementen te bevinden die enigs zins in tegenspraak zijn met het zo harmonieus weergegeven land schap. Dergelijke elementen wor den opgevat als een verwijzing naar het vergankelijke van alles wat op deze stoffelijke wereld voor komt en waren bedoeld om de eigenaar en de beschouwer te wij zen op het vergankelijke van zijn materiële welstand die immers slechts van deze wereld was. In het medaillon vinden we een aantal van dergelijke elementen terug: de afgebroken zuil, de boom bij de zuil waarvan een aantal takken bloeien en andere verdord of afgebroken zijn, de afgebroken boomstronken rechts in het medaillon. Of de makers van de schilderingen in de Balanche deze vanitas-bete- kenis er ook doelbewust ingelegd hebben of dat zij slechts een voor stelling van een gravure of uit een patroonboek kopieerden zal wel nooit meer met zekerheid vast te stellen zijn. Mocht dit echter wel het geval zijn dan hebben zij met deze voorstel ling volkomen in de roos gescho ten voor wat betreft het lot van de wandschilderingen zelf. In 1991 werd een voor Bergen op Zoom uniek stukje cultuur opgeofferd voor een aantal belangen die op hun beurt misschien weer tijdelijk zullen blijken te zijn. - Bij dit artikel is dankbaar gebruik gemaakt van de gegevens die door H.H.J. Kurvers en W. Haakma Wagenaar bij hun bezoeken aan Bergen op Zoom verzameld zijn. - De weergave van afbeelding 10 in kleur, werd financieel mogelijk ge maakt door ir. J. Weyts. P.S. Het was onmogelijk de muur schildering beter weer te geven. Wegens de unieke waarde ervan meenden we ze toch te moeten af drukken. (Red.) De Waterschans nr. 3 1992 Door LOUIS HOPSTAKEN Bij de restauratie en verbouwing van de Balanche zouden alle aan wezige kelders verdiept en inge richt worden als verkoopruimtes in het nieuwe winkelpand. Omdat het vermoeden bestond dat er onder de keldervloeren restan ten aanwezig konden zijn van oudere afvalputten, werden de kel ders onderworpen aan een onder zoek door de archeologische werk groep van de Stichting In den Scherminckel. De twee kelders onder het voor huis bleken reeds vergraven en te onveilig voor een verantwoorde verkenning. Het onderzoek con centreerde zich daarom volledig op de kelder onder het achterhuis. In deze ruime, bijna vierkante ruimte met een oppervlak van meer dan 34 vierkante meter, toe gankelijk vanuit het achtererf via een trap, bevond zich een beton nen vloer, die verwijderd werd. De afvalkuilen Direkt onder de betonvloer bevond zich een oudere vloer bestaande uit hergebruikte bouwfragmenten van Gobertangesteen en hardsteen, zo- liUlMÜUJ iimiiMiiiiHiimiimiic Afb. 12: Plattegrond van de kelder in het achterhuis, c: ronde afvalkuil. d: rechthoekige afvalkuil e: gemetseld blok met gebeeld houwde kraagsteen, (afb. 22) als stukken van dorpelstenen en watergoten. De afstand tussen deze vloer en de onderkant van het keldergewelf bedroeg 4,32 m. Nog geen 30 centimeter dieper be vond zich een vloertje van ijs- selsteentjes, dat ingezakt was en sterk afhelde in de richting van het midden van de kelder. Dit bleek het gevolg te zijn van het in klinken van de grond, een typisch verschijnsel dat zich in de loop der jaren voordoet bij afvalkuilen, waar vertering van organische resten zorgt voor een geleidelijke volume vermindering. Bij het verder uitdiepen van de kel der tekende zich duidelijk een zeer grote kuil af die was uitgegraven in het gele dekzand (zie afbeelding 12 en 13). Deze had een merkwaardi ge vorm: rechthoekig met een half ronde uitbreiding aan de oostzijde. Met een maximale breedte en leng te van respectievelijk 4 en 3,5 me ter besloeg de kuil een flink deel van het kelderoppervlak. Er werd geen enkel spoor van een bekisting of enig andere versteviging van baksteen of hout aangetroffen. Tijdens het inmeten en stapsgewijs legen van de kuil kon het volgende geconstateerd worden: - er was sprake van tenminste twee kuilen, aangelegd in ver schillende eeuwen en door el kaar heen gegraven; - de meest recente kuil was. getui ge de samenstelling van de in houd niet als beerput gebruikt, maar als afvalkuil; - een groot deel van de vulling be stond uit zand en bouwpuin, tot ongeveer 70 cm onder de vloer van ijsselsteentjes; - in de vulling daaronder, bestaan de uit huishoudelijk afval waar onder veel aardewerk, glas en dierlijk botmateriaal, kon geen duidelijke gelaagdheid waarge nomen worden. Het halfronde uiteinde van de gro te kuil is het restant van een ronde stortkuil die in gebruik is geweest tot omstreeks het einde van de 15de eeuw. Wanneer de ronde kuil precies werd aangelegd, kon fSS'ÜSi'SL-üt.MU Afb. 13: Dwarsdoorsnede van de kelder in het achterhuis, kijkend in westelijke richting, a: restant van de vloer van ijs- selsteen b: vulling van huishoudelijk afval. niet meer vastgesteld worden. De kuil bereikte een diepte van on geveer twee meter, gerekend van af de bovenkant van de natuurste nen vloer. Rond het begin van de 16e eeuw is in de kelder een nieuwe, veel gro tere en diepere kuil aangelegd, die de oudere voor de helft door sneed. Daarbij werd ook in het halfronde restant van de oude kuil de bodem dieper uitgegraven en tegelijk de oude vulling verwijderd. Dit is niet echt grondig gebeurd, want er bleef een klein gedeelte liggen op een 'drempeltje' van 40 tot 70 cm. breedte. Deze drempel is dus in fei te een overblijfsel van de bodem van de oudste kuil. Hierop werden vondsten aangetroffen die nog da teren uit het einde van de 15e eeuw. De nieuwe kuil is in gebruik geble ven tot in het begin van de 18e eeuw als stortplaats voor allerlei huishoudelijk afval. In de tussenlig gende periode werd hij door de be woners van het huis verscheidene keren grotendeels leeggegraven en opnieuw in gebruik genomen. Voor het vondstmateriaal had dit erg vervelende consequenties. De uiteindelijke inhoud van de kuil be stond immers uit restanten van vul lingen uit verschillende periodes.

Periodieken

De Waterschans | 1992 | | pagina 6