De vondsten uit de afvalkuilen
52
53
I
O
De Waterschans nr. 3 1992
die bij het herhaalde leegruimen
achtergebleven waren. Later bij het
sorteren van de vondsten bleken
hieruit dan ook opvallend weinig
complete voorwerpen reconstru
eerbaar, ondanks de enorme hoe
veelheid fragmenten.
In de 18e eeuw is de kuil een laat
ste keer voor een groot deel leeg
gemaakt en vervolgens volgegooid
met puin en zand.
Toen de kuil daarna zijn functie
verloor, is er boven het 17de
eeuwse ijsselstenen vloertje een
nieuwe vloer van hergebruikte na
tuursteen aangebracht.
Zowel de twee opeenvolgende kui
len zelf als hun plaats onder de kel
dervloer zijn merkwaardig. In de
regel werden dergelijke afvalkuilen
aangelegd op het achtererf, terwijl
er binnenshuis onder keldervloe
ren eerder gemetselde putten met
een stortgat werden gemaakt. De
plaatsing van een kuil in de achter
kelder moet een normaal gebruik
van deze ruimte toch zeer bemoei
lijkt hebben.
Wanneer we aannemen, dat de
achterkelder in de 14e eeuw over
welfd was door een kruisribover-
welving vanuit een middenkolom
(zie het bouwhistorische verslag),
dan moet deze overwelving dus
uiterlijk in de tweede helft van de
15de eeuw zijn vervangen bij de
aanleg van de ronde afvalkuil.
Het huidige tongewelf zou dan
reeds uit de 15e eeuw kunnen da
teren.
Door
MARCO VERMUNT
De gigantische hoeveelheid opge
graven materiaal bestond voor het
grootste deel uit fragmenten van
gebruiksvoorwerpen van aarde
werk en steengoed, de minst ver
gankelijke zaken, en in veel minde
re mate uit resten van het kwets
baarder glas.
Voorwerpen van metaal en hout
waren in het droge zanderige mi
lieu van de kuilen bijna niet be
waard gebleven. Deze blijven in de
regel beter geconserveerd in de
natte, van lucht afgesloten omge
ving van gemetselde beerputten.
Voor organische materialen als leer
geldt hetzelfde. Aan de grote groep
van dierlijk botmateriaal is een
apart hoofdstukje gewijd. Daar ko
men ook enkele plantenzaden en
pitten aan de orde, die niet apart
door bemonstering zijn geselec
teerd, maar bij het schoonwassen
van de andere vondsten werden
verzameld.
Zoals eerder is opgemerkt, bleken
tijdens de vondstverwerking maar
weinig voorwerpen archeologisch
compleet, ondanks de grote hoe
veelheid (de Balanche leverde tot
nu toe de grootste verzameling
huishoudelijk afval van alle onder
zochte woonhuizen). We hebben
hier immers te maken met een
'verstoord' vondstcomplex, met de
resten van meermaals leeggeruim
de kuilen. Van alle getelde exem
plaren per materiaalgroep was dan
ook minder dan 10 procent als een
complete vorm te reconstrueren en
maar heel weinig daarvan kon ge
restaureerd worden.
De kuilen geven daarom geen
compleet beeld van de werkelijke
geproduceerde hoeveelheid afval
van de bewoners. Ook de lange
periode van gebruik, tussen onge
veer 1475 en 1750, maakt het ge
vaarlijk om al te veel te conclude
ren over de leefomstandigheden
van de verschillende bewoners af
zonderlijk.
Toch zijn er wel degelijk verschillen
vast te stellen met andere vondst-
groepen uit afvalputten in de stad.
Het materiaal van de Balanche was
zeer gevarieerd, iets 'rijker' dan ge
woonlijk en sommige vondsten
waren zo opmerkelijk dat ze hier
speciale aandacht verdienen.
Het roodbakkend aardewerk
Deze groep maakt zoals gebruike
lijk het grootste deel uit van alle
vondsten, namelijk meer dan 50
procent. Het bestaat uit lokaal ver
vaardigde produkten en in minde
re mate uit import.
Door telling werd een aantal van
ruim 80 GRAPEN of KOOKPOT
TEN vastgesteld. De oudste vor
men dateren nog van omstreeks
1475 tot 1500 (afb. 14.1 t/m 14.3)
en zijn afkomstig uit de ronde kuil.
Ze zijn slechts voorzien van een
eenvoudige glazuurslab om reini
ging bij het morsen te vergemakke
lijken. De jongere grapen zijn veel
overvloediger geglazuurd. De gra
pe met een oor (afb. 14.4) dateert
uit het einde van de 17e eeuw en
Gortpan (zie afb. 14.6).
De Waterschans nr. 3 1992
10 cm
Afb. 14: Bodemvondsten uit de Balanche: roodbakkend aardewerk.
Tekeningen: Raf Timmermans, Marco Vermunt.