54 55 r\ n De Waterschans nr. 3 1992 heeft behalve een totaal geglazuur de bovenzijde, reeds het typisch Bergse randprofiel. Het 17de eeuwse exemplaar van afb.14.5 daarentegen is in Holland gemaakt en is aan de binnenzijde groen ge glazuurd. Een uitzonderlijk model kookpot is de GORTPAN (afb. 14.6)Deze dateert uit de tweede helft van de 17de eeuw en was bedoeld om te koken onder een bepaalde druk. Het deksel sluit hermetisch op de pan en heeft een uitholling op de bovenzijde. Hierop kon een zwaar voorwerp gelegd worden zodat het deksel niet zou gaan 'klepperen'. Andere DEKSELS voor kookpot ten en sluitpannen uit de 17de en 18de eeuw zijn gevonden met zo wel knoppen als oren (afb. 14.7 t/m 14.9). Van de ruim 35 KOEKEPANNEN konden maar twee exemplaren ge reconstrueerd worden. Een ervan is hier afgebeeld. Deze dateert van omstreeks 1500 en heeft de voor die tijd nog kenmerkende bolle bo dem. die door het vele gebruik vol ledig zwartgeblakerd is aan de bui tenkant (afb. 14.10) Ook talrijk zijn de KAMERPOT TEN of PISPOTTEN (30 stuks) Uit de vulling van de oudste, ronde kuil kwamen enkele gave exempla ren, die nog zijn gemaakt in de tweede helft van de 15de eeuw. Gewoonlijk was de bodem hol, maar soms ook voorzien van een standring (afb. 14.11 t/m 14.13). De pispot op uitgeknepen stand vinnen (afb. 14.14) is een minder alledaagse verschijning en lijkt meer op een schenkkan. Maar door de kalkafzetting aan de bin nenzijde valt aan het gebruik niet te twijfelen. De datering is zeker nog 15de eeuw. De latere, 16de eeuwse modellen uit de grotere kuil hebben een meer gedrongen vorm, vaak voor zien van slibboogjes, en krijgen in de 17e eeuw een steeds plattere rand (afb. 14.15 en 14.16). Liefst 27 OOR- OF PAPKOMMEN en 24 STEELPANNETJES wer den geborgen uit de grote kuil. De hier afgebeelde papkommen date ren uit de late 16de eeuw (afb. 14.17) en uit de 17e eeuw (afb. 14.19 en 14.19). Deze laatste twee, met respectieve lijk versierde oortjes en een gegolf de standring, zijn waarschijnlijk in Holland gemaakt. Oorkommen, ook wel paptesten genoemd, hadden een zelfde func tie als de borden, namelijk om uit te eten, en wijzen op een veelvul dig gebruik van half-vloeibare ge rechten. Bijna alle steelpannen dateerden, getuige de dikke omgeslagen rand, uit de tweede helft van de 17e eeuw (afb. 15.1) en zijn lokale pro- dukten. Van grote SCHALEN en VERGIE TEN werden slechts weinig resten gevonden. Enkele randfragmenten zijn te da teren in de 16de eeuw (afb. 15.2). De grote schaal op een standring en met uitschenkopening (afb. 15.6) is veel jonger, net als de grote kom (afb. 15.7). Zij dateren uit de 17de of het begin van de 18de eeuw. De vorm van de randen lijkt sterk op die van de borden en steelpannen. Ook SCHENKKANNEN (ruim 8 stuks) zijn minder talrijk. Dit is te verklaren door het feit, dat de tech- m 10 cm Afb. 7 5: Bodemvondsten uit de Balanche: roodbakkend aardewerk (vervolg). Tekeningen: Raf Timmermans, Marco Vermunt, Bastiaan Warmoeskerken. De Waterschans nr. 3 1992 Koekepan (zie afb. 14.10). nisch veel betere steengoedkannen in het dagelijkse gebruik de voor keur verdienden. Het steengoed was waterdicht, vooral beter schoon te maken en vaak ook ge woon mooier. De hier afgebeelde kan van rood aardewerk (afb. 15.3) dateert uit de 17de of 18de eeuw, evenals de beide speelgoedkannet jes (afb. 15.4 en 15.5) Bij de BORDEN geldt eveneens, dat het uitheemse produkt de voorkeur genoot. Het aantal rode borden of schalen uit de 17de eeuw is dan ook uiterst gering (15 stuks). Voor het gebruik op tafel kon het wat rijkere milieu zich het betere en mooiere schotelgoed van tin. majolica en faience veroorlo ven. Enkele borden van het type dat hier is afgebeeld, stammen uit de 17e eeuw of het begin van de 18e eeuw (afb. 15.8 en 15.9). De eerste heeft nog de wat ouderwet se geknepen standvinnen, de tweede al een standring. De verde re afwerking is bij al deze borden echter identiek. Oudere bordjes uit de 16de eeuw hebben meestal een randprofiel dat lijkt op dat van af beelding 15.2 (links). Van KOMFOREN en VUUR TESTEN werden 7 exemplaren ge teld. Een van de komforen (afb. 15.10) is bijna compleet. Deze werd ge maakt rond 1600 en wordt geken merkt door een horizontaal en een vertikaal oor. Komforen werden gebruikt om voedsel en drank warm te houden boven gloeiende kooltjes. Om deze van zuurstof te voorzien is de wand van het kom foor doorboord met gaatjes. Op de drie uitstekende nokjes kon een bord of schaal worden geplaatst. Steengoed Het aandeel van steengoed im- portprodukten uit de kuilen is met 9 procent relatief gering. Het gaat vooral om schenk- en voorraad kannen. In de restvulling van de ronde kuil bevonden zich echter nog voorwerpen die afkomstig zijn uit het Duitse Siegburg en dateren uit de 15de eeuw, zowel drink schaaltjes (afb. 16.1 en 16.2) als drinkbekers (afb. 16.3). In de 16e eeuw zijn de kannen en drinknappen het talrijkst. Enkele exemplaren, voorzien van zoutgla- zuur, zijn afkomstig uit grote pro ductiecentra zoals Keulen of Rae- ren (België) (afb. 16.4 en 16.5). Een baardmankruikje, helaas zeer fragmentarisch, dateert uit de tweede helft van de 16de eeuw en is behalve van een baardman ook voorzien van een horizontale relief- band met engelfiguurtjes en van portretmedaillons (afb. 16.7).1 Eveneens uit Raeren afkomstig is de bovenhelft van een boeren danskruik (afb. 16.12). Afgebeeld zijn dansende paren, met daarbo ven een tekstband, die helaas te zeer beschadigd is om nog gelezen te kunnen worden. De opmerkelijke bierkruik met drie oren is ook in de late 16de eeuw of in het begin van de 17de eeuw ver vaardigd, vermoedelijk in Raeren. Dankzij de oren kon ze 'van hand tot hand gaan'.2 Van het tinnen deksel, dat ooit deze kruik afsloot, is alleen de scharnier overgebleven (afb. 16.6) Het merkwaardig gevormde kan netje van afb. 16.9 heeft misschien ooit gediend voor het schenken van olie in olielampjes.3 Soms treft men ook kamerpotten in steengoed aan. In tegenstelling tot de pispot van aardewerk zijn deze veel eenvoudiger schoon te houden waardoor ze minder snel gaan stinken. Het afgebeelde frag ment, geheel voorzien van zoutgla- zuur. dateert uit de 16de eeuw (afb. 16.8). De grote kan van afb. 16.10 dateert van rond 1500, net als de enorme voorraadkan van afb.16.11. Beide zijn bedekt met zoutglazuur en heb ben nog een met de hand uitge knepen hoge standring. Later steengoed wordt gekenmerkt door de opkomst van de op de draai schijf gemaakte platte bodem (ver gelijk met 16.6 en 16.13). In de late 17de eeuw wordt ook het Duitse Westerwald belangrijk voor de export van steengoed (afb. 16.14 en 16.15). Kenmerkend is daar de toepassing van een blauwe beschildering met kobalt, later ook gevolgd door paarse kleuren door middel van mangaan. De hier af gebeelde kan is bijna geheel blauw geschilderd, met opgelegde witte rozetten. De bodem is al haast ge heel vlak. Vergeleken met de put- vondsten uit het belastingkantoor in de Steenbergsestraat (opgegra ven in 1977)4 is het aandeel van Westerwaldceramiek hier echter zeer gering. Overigens bevond zich in de afval- kuilen maar weinig steengoed uit de 17de eeuw. Dat zal voor een deel te wijten zijn aan de opkomst van het geliefde Delftse faience en aan de invloed van het glaswerk. #r.«f Grape en Komfoor (zie afb. 14.3 en 15.10).

Periodieken

De Waterschans | 1992 | | pagina 8