Miscellanea Archivistica III
82
83
'Altemael van witte steen
rr
(TH t r t
De Waterschans nr. 4 1992
Het zal u opgevallen zijn dat het
vooral onze voorstellen waren die
aansluiten bij de eisen van ons be
leidsplan. Het idee van het golf
centrum bood de mogelijkheid de
openheid van het terrein te bewa
ren en tegelijk de recreatieve aan
trekkingskracht van onze stad te
vergroten.
Het wachten was nu op de Hoor
zitting van 19 augustus. De com
missie in kwestie beschouwde onze
bezwaren als niet relevant, in de
plaatselijke pers werd het stuk
vestinghistorie als 'te mager' in de
ogen van de commissie afgedaan.
Juist daarbij had Dhr.W. van
Riemsdijk voor de commissie in
een uitgebreid exposé stilgestaan.
In de volgende fase kreeg de Com
missie Ruimtelijke ordening etc.
van de Commissie voor de be
zwaarschriften het advies het
ontwerp-bestemmingsplan voor
het deelplan 'Kijk in de Pot' inte
graal te aanvaarden. Uw bestuur
besloot nu op de zitting van de
commissie R.O. enkele elementen
uit het bezwaarschrift nader te gaan
toelichten. Kunstenaar Kees van
Warmoeskerken, lid van onze ver
eniging, werd bereid gevonden
een zeer haalbare reconstructie van
het lunet 'Kijk in de Pot' in een
'artist-impression' te verbeelden.
Dat was een wezenlijk nieuw ele
ment: de reconstructie van de 17e
eeuwse uitkijktoren leek onbetaal
baar, de 19e eeuwse situatie was
beter te realiseren en daarom zeker
zo aantrekkelijk. We hadden bo
vendien sterk de indruk, dat men
de ideeën over het golfcentrum
wat al te gemakkelijk wegwuifde en
de voorgestelde fiets- en wandel
route niet plaatsen kon. (zie afbeel
ding vorige bladzijde)
Met een foto van het geslaagde
werk van kunstenaar van War
moeskerken voor ieder commissie
lid en Dhr.P. van Linden als golf-
deskundige werd op 21 oktober de
commissie bezocht. De reacties
van verschillende fracties leidden
daarna tot het verzoek nog eens
toelichting te komen geven op een
bijeenkomst van verschillende
raadsfracties in het zgn. 'Praathuis'.
Daar werd wel duidelijk dat de
kans nog iets aan het ontwerp-
bestemmingsplan te veranderen
klein zou zijn. Men had veel waar
dering voor onze voorstellen, maar
eigenlijk had men het college van
B en W al gemachtigd tot het invul
len van wat in grote lijnen aan
vaard zou gaan worden. En dat is
dan ook gebeurd in de raadsverga
dering van donderdag 29 oktober
1.1. Er is een lichtpuntje. Het colle
ge en de raad zijn nu van onze
voorstellen op de hoogte. Het is te
hopen, dat het college zich, bij de
invulling van het nu aanvaarde
bestemmingsplan, onze voorstellen
en ideeën herinneren zal. Aan U
als lid van onze kring de oproep
ons te steunen wanneer het zover
zal zijn.
Het doel, het bewaren van een
laatste stuk vestinghistorie in een
ongerept ruimtelijk kader, was ons
de gedane inspanningen zeker
waard.
Het Bestuur.
Door: Rochus J. van den Bergh
Laureijs de Milander, de Brusselse
steenhouwer die 27 januari 1645
poorter van Bergen op Zoom werd
en een half jaar later, op 6 juni
1645, trouwde met Elisabeth
Goossens, is zeker niet de meest
bekende figuur uit de Bergse ge
schiedenis.1 Toch zijn in onze stad
enkele opvallende objecten te zien
die in het verleden door Laureijs
de Milander en zijn knechten, vaak
Brusselse en Antwerpse steen- en
beeldhouwers, ?ijn vervaardigd.
We doelen daarbij op de witstenen
gevel van de 'Kleijne Trouwe' in de
Kremerstraat, de gevel van het
pand Lievevrouwestraat 42 (een
van de gevels van de voormalige
brouwerij de 'Magdalene') en de
grafsteen van Christoffel Kregier in
de Sint Gertrudiskerk.
Steenhouwer Laureijs de Milander
heeft een tiental jaren gewoond in
het huis 'Amsterdam', het hoek
pand aan het einde van de Zuidzij
de Haven, dat in 1646 werd ge
bouwd voor de tabakshandelaar
Carel van Wijngaerden en vier jaar
later, op 29 april 1650, door Mi
lander werd gekocht van de erfge
namen van Maijken Jans, de we
duwe van Carel van Wijngaer
den.2 Hoe het huis er toenmaals
uitzag is te zien op een tekening die
in 1671 door Bernardus Klotz van
het havenfront werd gemaakt.3
Het stond vlak bij de Waterpoort
en vlak bij de Ham, de plaats waar
de voorraden steen van Milander
lagen opgeslagen.4
De gevels van de 'Magdalene'
Anders dan tot nu werd aangeno
men, dateert de gevel van het
pand Lievevrouwestraat 42, een
van de gevels van de voormalige
brouwerij de 'Magdalene', niet uit
de 16e, maar de 17e eeuw. Zij
werd gelijk met de, inmiddels weer
gewijzigde, gevel van het pand Lie
vevrouwestraat 40 gebouwd in
1651.5
Op 15 juli 1651 sloten Laureijs de
Milander en bierbrouwer Mattheus
Noijdens een overeenkomst inzake
'het leveren ende prepareren van
allen den harden steen tot het
maecken van twee nieuwe gevels
aende Brouwerije de Magdalene.'
Het werk, inclusief het bezorgen
van de steen en het stellen van de
beide gevels, werd door Laureijs
de Milander aangenomen voor ne
gen stuivers de voet.
Om zeker te zijn van een correcte
meting, werd besloten dat de ge
vels, na voltooiing, gemeten zou
den worden door een 'gesworen'
meter uit Antwerpen of Brussel.
Deze clausule in het contract leidde
een jaar later (15 juni 1652) tot een
conflict, omdat Laureijs de Milan
der voor het opmeten van de bei-
De Waterschans nr. 4 1992
rjJj rrfTj] flfm
De fraaie bovengeveI van het pand Lievevrouwestraat nr. 42. De natuurste
nen boekblokken links in de gevel ontbreken aan de rechterzijde, daar waar
de gevel vroeger een geheel vormde met de afgebroken gevel van nr. 40.
de, inmiddels voltooide, gevels zo
wel een meter uit Brussel, als een
meter uit Antwerpen had laten
overkomen. Dit tegen de zin van
Mattheus Noijdens, die dit alles te
kostbaar vond worden.6
De 'Kleijne Trouwe'
De aanbesteding van een nieuwe
gevel voor de 'Kleijne Trouwe', nu
het pand Kremerstraat 22, vond
plaats op 13 januari 1656. We we
ten niet of Laureijs de Milander in
alles de opdracht heeft gevolgd zo
als die in de oorspronkelijke tekst
staat vermeld. Wel wordt duidelijk
dat de gevel in de loop der jaren
veel van haar vroegere pracht
heeft verloren. De verwijdering
van het karakteristieke leeuwtje dat
ruim een kwart eeuw geleden nog
de gevel van de 'Kleijne Trouwe'
sierde, is daarvan het meest recen
te bewijs.7
Opdrachtgever voor de bouw was
de kleermaker Francois van Loo,
die op genoemde datum met Lau
reijs de Milander een overeen
komst sloot inzake de levering van
een stenen gevel 'vande eerste pui-
je totte hoochte'.
Een gevel die vanaf de eerste pui,
beginnend met een kroonlijst, ge
heel gemaakt moest worden van
witte steen, met inbegrip van de
bijbehorende lijsten, kroonlijsten
en kantelen.
In de gevel moesten drie kruiskozij
nen worden aangebracht waarvan
de kruisstukken 'vande ronde ge
lijst' dienden te zijn, maar de
onder- en bovenzijde vlak.
Vervolgens in de eerste borstwe
ring een 'cuir' van twee engelen en
in de tweede borstwering een 'cuire
vande kleijne'.8
Verder een ovaal onder de nok,
een nis met een leeuw er in, een
krul aan weerszijden op de bo
venste kantelen en een frontispice
met daar boven op een pot, 'alte
mael van witte steen'.
Het werk, uitgezonderd het metse
len zelf, werd door Laureijs de Mi
lander aangenomen voor de som
van 250 car.guld.
Opvallend detail in de beide geslo
ten overeenkomsten is de wijze
van betaling, die gedeeltelijk in na-
tura geschiedde. Brouwer Noij
dens deed dit middels geleverde en
nog te leveren bieren. Kleermaker
Francois van Loo via stoffen en bij
komend maakloon uit zijn winkel.
Zerken in de St. Gertrudiskerk
Een van de weinige grafstenen
waarvan bekend is door wie zij is
gemaakt, ligt in de noordzijde van
het tweede transept van de St.
Gertrudiskerk: een blauwstenen
zerk met het nummer 208.9 Zij
werd in 1656 door Laureijs de Mi
lander vervaardigd in opdracht van
luitenant Christoffel Ernst Kregier,
echtgenoot van Magdalena vander
Hees.10
Volgens de overeenkomst, geda
teerd op 17 december 1656,
wenste luitenant Kregier een zerk,
gemaakt van 'couchainse' steen.
Zij moest acht steenvoeten lang
zijn, vier en een half, of vijf en een
half voet breed en ongeveer acht
duimen dik. Op de steen moest
een wapen met helm en loofwerk
komen, met daaromheen vier
kwartieren, met boven elk kwartier
de naam en onder elk kwartier een
tekst.
De steen, inclusief het plaatsen in
de kerk, kostte Christoffel Kregier
het niet geringe bedrag van 165
karolus gulden.
Ter vergelijking: de blauwstenen
zerk die een jaar later, op 22 maart
1657, door de stads-organist Mar-
celis Smeulders werd besteld, kost
te 60 karolus gulden. Zij mat zes bij
drie en een halve voet en was ver
sierd met een dubbel wapen van
de ouders van Marcelis Smeul
ders.11