86
87
westwand ook nu nog de oudste.
In het noorden sloot de Hofstraat
(dat wil zeggen een voorganger
daarvan) aan op deze 'uitvalsweg'.
Ten noorden van het plein en
langs de Wijngaardstraat bevond
zich een open, mogelijk agrarisch
terrein dat de Vijfhoek werd ge
noemd en dat zich uitstrekte tot
aan de stadsvest.8 Later werd de
noordpunt van de Vismarkt aange
duid als 'aan de Vijfhoek'. Volgens
Van Ham vormde dat punt in de
14e eeuw al een pleintje, dat ver
volgens uitgroeide tot de Huiden
markt.9
De omgeving ten oosten van het
plein zou al in de 14e eeuw bebou
wing gehad kunnen hebben in de
vorm van een Sint Jacobsgasthuis
met kapel en bijgebouwen.10 De
bewoningsdichtheid en uitgestrekt
heid zijn hier echter totaal onbe
kend. In de 15e eeuw blijkt bijna
alle bebouwing aan de oostwand
eigendom van het Jacobsgilde.
In 1975 zijn bij de nieuwbouw van
huize St.Catharina de funderingen
van de Jacobskapel teruggevon
den11, maar door dit onderzoek is
helaas geen antwoord gegeven op
de belangrijke vraag of die kapel
gebouwd is in de rooilijn van reeds
bestaande huisjes aan de rechterzij
de van het huidige plein, of dat
juist de rooilijn is ontwikkeld en
aangepast aan de westgevel van de
kapel. Dit gebouw wordt weliswaar
voor het eerst pas in 1424 ge
noemd, maar waarschijnlijk is het
toch ouder. Vanaf het begin van
deze eeuw zijn door uitbreiding van
het 'Catharinagesticht' bijna alle
woonhuizen aan deze zijde van het
plein afgebroken. Jammer genoeg
zullen ook veel oudere grondspo
ren onder het moderne bouwblok
voorgoed verdwenen zijn.
De huidige zuidwand van het plein
is het laatst ontstaan, aan het einde
van de zestiende eeuw. Tevoren
liep hier een weggetje, 'Op de
Grebbe' geheten, dat langs het
noorden van het water de verbin
ding vormde tussen het gebied ten
zuiden van het 14e eeuwse (Mar
kiezen) hof en het latere Margrie
tenklooster. Het oostelijk deel
werd om die reden ooit Non-
nenstraat genoemd, en heet nu
Geweldigerstraat.12 Of er nog
oudere huizen stonden tussen het
plein en de Grebbe is onbekend,
waarschijnlijk heeft het plein van
begin af aan gegrensd aan de open
Grebbe en de achtererven van de
huizen in de Engelsestraat. Voor
dat de Grebbe in delen overkluisd
werd aan het einde van de 15e
eeuw konden turf en andere goe
deren nog tot midden in de stad,
en dus ook aan de huidenmarkt,
gevaren worden.
De ontwikkelingen rond de markt
zijn pas na 1450, als de huisnamen
bekend raken, aan de hand van de
archiefbronnen redelijk goed te
volgen. In deze periode komen
nog enkele nieuwe straten tot
stand, zoals de Nieuwstraat (in
1470) en de Mosselstraat (rond
1485 bij de vergroting van het Mar
kiezenhof aangelegd)
De Klaverstraat dateert minstens
van rond 1400 en heette toen nog
Beterstraat.
Rond 1492 verdween de huiden
verkoop om plaats te maken voor
de handel in vis. Pas in deze eeuw
werd daarmee gestopt.
Desondanks bleef de naam 'Vis
markt' behouden tot op de dag van
vandaag, ondanks de officiële (en
betreurenswaardige) naamsveran
dering in 'Sint Catharinaplein' in de
jaren dertig van deze eeuw. Wel
werd toen het aanzicht van het
plein definitief gewijzigd door de
sloop van de burgerlijke woonhui
zen aan de oostkant en de nieuw
bouw van huize St.Catharina.
De vraag is nu: was deze markt
vóór 1400 een bebouwd terrein of,
net als de Vijfhoek, een open en
nog onaangetast gebied?
Archeologische waarnemin
gen
Bij de vernieuwing van de oude ri
oolleidingen zijn door de aanne
mer drie sleuven gegraven langs de
gevelwanden. Hierin konden op
enkele plaatsen profielen getekend
worden (zie afb.l).
Dit is vooral gebeurd aan de oost-
wand van het plein. Op één kuil
na, die ontstond bij het verplaatsen
van een boom (put 4), zijn aan de
westwand van de Vismarkt geen
tekeningen gemaakt, alleen foto's.
Over het algemeen was er tijdens
de werkzaamheden geen tijd om
rustig tekeningen te maken en
vondsten te verzamelen uit de ver
schillende grondlagen. Dit was al
leen in beperkte mate mogelijk op
plaatsen waar rioolputten werden
geïnstalleerd en de kuilen wat lan
ger open bleven (put 2, 3 en 5).
Als uitzonderingen gelden put 1 en
4 die in de avonduren en in een
weekend gegraven werden door
de Stichting In den Scherminckel.
In totaal zijn er 15 profieltekenin
gen en schetsen gemaakt, waarvan
er enkele hier besproken zullen
worden.
De zuidoosthoek van de
vismarkt: de muur
Tijdens het werken aan de riolering
werd een bakstenen muur blootge
legd tegenover het huis op de hoek
van de Vismarkt en de Geweldi
gerstraat. Van de muur konden,
door het ongelukkige tijdstip van
ontdekking, helaas geen foto's ge
nomen worden of opmetingen
worden gedaan. Door Fons Gieles
is er wel een schetstekening van
gemaakt. De bovenkant van de
muur bevond zich ongeveer 1 me
ter onder het maaiveld. De opval
lend diepe fundering met een dub
bele verbreding reikte tot minstens
2 meter onder het maaiveld, tot in
het veen. De dikte is onbekend; al
leen de zuidzijde werd waargeno
men, omdat daar het riool langs
liep.
In de recht afgewerkte linkerkant
van de muur bevonden zich enkele
blokken natuursteen. Het is ondui
delijk hoever de muur, die parallel
liep aan de gevel van het tegeno
verliggende hoekhuis, zich uitstrek
te naar het oosten; de waargeno
men lengte is ongeveer 6 meter.
Bij latere werkzaamheden in het
verlengde van de Nieuwstraat
werd er niets meer van terugge
vonden, maar hier kan hij door
eerdere rioolaanleg weggebroken
zijn.
Aan de hand van het baksteenfor
maat, 5-/6 x 11 x cm, en door
vergelijking met ouder muurwerk
dat elders tevoorschijn kwam, wil
len we de muur voorzichtig dateren
in het einde van de 14e tot de eer
ste helft van de 15e eeuw.
De functie van de muur is een
raadsel. Een verband met de Greb
be (kademuur of brugdeel), waar
aan eerst werd gedacht, lijkt uit
gesloten omdat de afstand daar
heen nogal groot is (of de Grebbe
zou hier verbreed moeten zijn ge
weest) Als de muur deel heeft uit
gemaakt van een onderkelderde
stenen woning, moet deze na 1400
dateren en een voortzetting heb
ben gehad in zuidelijke richting,
want ten noorden ervan waren
oudere resten (put 2) niet wegge
broken. Dan zou het een voorloper
van de huidige bebouwing aan de
zuidzijde zijn. Een functie als deel
van een overdekte markt moet, ge
zien de zware funderingen en de
decentrale ligging, van de hand
worden gewezen.
Put 1.
Met toestemming van de hoofd
aannemer is geprobeerd om de
muur terug te vinden door een kuil
te graven langs de deels dichtge
gooide rioolsleuf (put 1). Ondanks
inspanningen en hulp van omwo
nenden (het moest 's avonds ge
beuren bij het licht van een bouw
lamp) is dit niet gelukt. Wel werden
twee profieltjes op tekening vastge
legd.
Het westprofiel toont de boven
grens van een natuurlijke veenaf-
zetting op een diepte van 1.60 m.
onder het maaiveld.
Hierop bevond zich een 45 cm dik
ke stuifzandlaag. Het eerste spoor
van menselijke activiteit blijkt uit de
aanleg van een ondiepe fundering
van secundair gebruikte baksteen
(maten 5/5-x 12 x cm), nauwe
lijks door mortel bijeengehouden.
Hierboven strekte zich een 40 cm.
dik homogeen pakket uit van hu-
meus zand met dakpanfragmen
ten, baksteenpuin en aardewerk
fragmenten, dat gedateerd moet
worden in de 14e eeuw.
(Wordt vervolgd)
De Waterschans nr. 4 1992
Afb. 7. Overzicht van de putten met profieltekeningen (nrs. 7 t/m 67.
a Sint Jacobskapel
b Grote waterput
c Diep gefundeerde muur
d SLeuf voor elektra
De Waterschans nr. 4 1992
VIJFHOEK
ST.JACOBSGASTHUIS
ST.JACOBSKAPEL
•JACOBSBRUG
Afb. 2. Reconstructie van de Sint
Jacobskapel en omgeving in het
midden van de 14de eeuw.