Bergse straatnamen 70 77 tijdens haar bestaan met een prijs, ingesteld door een levend brok Bergs bedrijfsleven te worden on derscheiden. Daarvoor dus op de eerste plaats onze dank. Ik geloof die dank ook te mogen uitspreken namens allen, die sinds 1967 nauw betrokken zijn geweest bij het wel en wee van de geschiedkundige kring. Het is ongelofelijk fijn van daag er zo'n groot aantal van vere nigd te mogen zien in deze Hof zaal. Vijfentwintig jaren ouder dat wel, maar nog even betrokken bij HUN geschiedkundige kring. Ik wens dus alle leden oprecht ge luk met deze 'Sakkoprijs 1992 voor Kunsten en Letteren'. De geschiedkundige kring, dames en heren, is, denken wij, een bij zondere organisatie. Bijzonder om dat ze zo groot geworden is, maar ook omdat ze het bewijs levert dat ze ondanks de vergrijzing in eigen gelederen een vitaliteit in zich draagt, - die past bij een vijfentwin tigjarige. Een aantrekkelijke vitali teit, die telkens weer alert doet rea geren wanneer het gaat om zaken, die de historie van stad en land ra ken. Haar doorwrochte publicaties be reikten en bereiken een groot pu bliek, haar activiteiten worden door velen gevolgd. En toch doet zich het feit voor, dat slechts een handvol mensen in de jaren van haar bestaan aan het historisch consumeren alleen ontsteeg, en gedurende langere of kortere tijd bereid was het werk te doen dat daaraan vooraf moet gaan. Ook van hen zijn er gelukkig nog velen hier aanwezig: ook aan hen past een gemeend proficiat. U zou nu kunnen denken, dat de structuur van de geschiedkundige kring die toch zorgvuldig werd vastgelegd in haar statuten, een oligarchisch optreden van slechts enkelen sanctioneert. Dat is ook zo, maar ook weer niet helemaal. Want, dames en heren, daar is het instituut van de algemene leden vergadering, dat elk jaar aan allen de gelegenheid biedt tot ingrijpen en zonodig corrigeren. Dat dat wei nig gebeurt tekent de goede ver houdingen in de geschiedkundige kring. Het was ook die algemene leden vergadering, die in 1991 eensge zind het Beleidsplan aannam, dat voor leden en bestuur een leid draad wilde zijn en opriep tot gro tere betrokkenheid van allen. Het huidige bestuur heeft de indruk dat dat plan werkt en zeker nieuwe mogelijkheden in zich houdt om de leden te activeren. Vraag blijft: wïl men dat? Binnen het bestuur geloven we van wel. Dat mag ook wel nu de Geschied kundige kring op het punt staat het zilveren jubileum te gaan vieren. We durven dus rekenen op begrij pend meeleven van de eigen le den. Dames en heren, dat woord BE GRIP vraagt nog enige uitdieping. In de relatie tussen bestuur en le den blijkt het dus voldoende aan wezig te zijn. Uit de onderscheiding, die de Sak koprijs voor kunsten en letteren toch is, blijkt naast begrip zelfs waardering. En dat werkt stimule rend. Het bestuur durft hopen, dat MINSTENS begrip voor de plan nen en ideeën die de kring uit draagt ook bij de stedelijke over heid aanwezig is. De wetenschap, dat de achtergrond van de grotere gemotiveerdheid die daar toch uit spreekt, alléén zorg om het behoud en - waar mogelijk - zinvol herstel van ons erfgoed is, kan dat begrip dan misschien zelfs doen uitgroei en tot waardering. Laten we daar samen aan werken zonder van el kaar te vervreemden. Want er is in het belang van onze stad en haar historie nog zo veel goeds te doen. Nogmaals, u allen die Sakko vormt, hartelijk dank van ons allen! De Boxhornstraat door: B. Daeter Enkele straten in Bergen op Zoom dragen de naam van een of andere Bergse geleerde. Dat geldt bijvoor beeld ook voor de Boxhornstraat. In 1925 had de aankoop en be bouwing van de zogenaamde do meingronden plaats. Bij de ont manteling waren door van Gendt de meeste straten op papier gepro- jekteerd, in het terrein uitgezet en door het gemeentebestuur overge nomen. Er werden bomen geplant en de straten kregen hun namen. De eerst bebouwde straat in dat ge bied kreeg de naam Boxhorn straat. Boxhorn Marcus Zuerius Boxhorn werd op 25 september 1612 te Bergen op Zoom geboren. Eigenlijk moeten we spreken van Marcus Zuerius, want op dat moment heette hij nog geen Boxhorn! In de literatuur worden verschillen de geboortedata genoemd, maar uit de gemeentearchieven van Ber gen op Zoom valt op te maken dat hij in ieder geval op die 25e sep tember 1612 met zijn tweeling broer Hendricus in de doopboeken van de Nederduits Hervormde kerk te Bergen op Zoom bijge schreven werd. zijn vader Zijn vader was de predikant Jaco bus Zuerius te Bergen op Zoom, van de Nederduits Hervormde kerk, speciaal aangesteld om in het Frans te preken voor de Walen die zich in deze gemeente gevestigd hadden. moeder Zijn moeder was Anna Boxhorn, de dochter van de Bredase predi kant Hendricus Boxhorn, een be gaafd man en een van de grond leggers van het Calvinisme in de Nederlanden. Marcus ouders waren in 1609 te Bergen op Zoom in ondertrouw gegaan en korte tijd later in Breda getrouwd. naar Breda Toen Marcus vijf jaar was, over leed zijn vader. Met zijn moeder en zijn tweelingbroer vertrok Marcus QuAirhun eó(Tcjijod Scïktw l MaTICVS ZTE1IYS JBoxhortiiys, J5er£fal'zoinaiiu£, &ldijjsentia* in t iTlciii ILl'uL'usi 2' tvfessjn naar zijn grootvader (van moeders zijde) naar Breda, waar deze als priester van de Lutherse kerk werkzaam was. Van hem kreeg Marcus onderwijs in de wijsbegeer te, theologie en letteren. naamsverandering Marcus grootvader Hendricus Box horn had geen mannelijke nako melingen. Daarom wilde hij dat Marcus de naam Boxhorn zou gaan dragen. En dat gebeurde dan ook vanaf 1625. naar Leiden De inname van Breda door de Spanjaarden in 1625 noodzaakte de familie Boxhorn de stad te ver laten. Ze trokken toen naar Lei den, waar Marcus rechten en poli tieke wetenschappen ging stude ren. met opa naar de universiteit Grootvader en de beide kleinzoons lieten zich op 12 augustus 1626 in schrijven als studenten aan de Theologische Faculteit; opa was 81 jaar; zijn beide kleinzoons 14 jaar! Marcus was blijkbaar een briljant student, want op 20-jarige leeftijd hield Marcus al proeflezingen in de Dicht- en Redekunst en werd hij al tot hoogleraar in de welsprekend heid benoemd. Hij muntte blijk baar zeer uit in zijn vak. De Zweed se kanselier bood hem, tijdens zijn verblijf in Holland, dan ook, op speciaal verzoek van koningin Christina van Zweden, een betrek king in de Zweedse staatsdienst aan. Maar Marcus bleef toch liever in Leiden en kwam in het bestuur van het Collegium Oratorium van de Leidsche Hoogeschool. huwelijk In 1632 stond Marcus op het punt te gaan trouwen met de dochter van Carel van de Putte uit Vlissin- gen, maar dit huwelijk ging niet door. Zeven jaar later zou hij te Leiden trouwen met Susanna Du- velaer, een echte Zeeuwse van ge boorte; haar vader, Pieter Joosse Duvelaer, zou later de burge meester van Middelburg worden. Uit dit huwelijk werden twee doch ters geboren: Johanna en Anna Justine. hoogleraar in de welsprekend heid Op 9 mei 1640 werd Marcus be noemd tot Gewoon Hoogleraar in de Welsprekendheid en daarmee kon hij in aanmerking komen om benoemd te worden tot Rector Magnificus. Op de Leidsche Hoo geschool was het gebruikelijk ieder jaar in de maand februari een nieu we Rector Magnificus te kiezen. Er werden dan steeds drie kandidaten voorgedragen die uit een andere faculteit moesten zijn dan de aftre dende rector magnificus. In 1648 stond Marcus ook op die kandida tenlijst; hij werd echter niet geko zen. Wel werd hij toen benoemd tot hoogleraar in de Historiën on der voorwaarde dat hij van de Welsprekendheid zou afzien! In 1648 volgde hij dan ook Daniël Heinsius op, de Nederlandse filo loog die reeds in zijn jeugd Latijnse verzen schreef, als hoogleraar in de geschiedenis en staatskunde. ziek In het begin van 1650 werd Box horn ziek, maar hij bleef wel hard doorwerken; in 1652 was boven dien een van zijn dochters ernstig ziek. Teleurstellend voor Marcus was ook het feit dat hij in de latere jaren ook steeds maar niet gekozen werd tot rector magnificus. Op 3 oktober 1653 stierf Marcus; op dat moment was zijn vrouw zwanger van het derde kind. zijn vrienden Tot de vrienden van Boxhorn be hoorden in ieder geval C. Huygens en Heinsius en de in Bergen op Zoom geboren Jac. Baselius, die enige tijd bij Boxhorn ingewoond heeft. Ook was er wel contact met de uit Brouwershaven afkomstige Jacob Cats. zeer veel geschreven Marcus heeft zeer veel en over zeer vele onderwerpen geschreven. In twintig jaren tijd schreef hij 60 boe ken! In totaal gaat het om wel 70 publicaties, meerdendeels in het Latijn geschreven. Hij liet zich ech ter ook wel tot onbelangrijke on derwerpen en compilaties (boeken die gedeelten van verschillende werken tot één geheel samenbren gen) verleiden. Sommige van zijn werken zijn dan ook oppervlakkig van aard. Maar verschillende van zijn boeken droegen zeker bij tot meer kennis van de geschiedenis van Nederland. Zijn Nederland- sche Historiën bevatten een be langwekkende kerkgeschiedenis. Het belangrijkste van zijn geschrif ten is het boek 'Cronyck van Zee- landt', een bewerking van het werk van Johannes Reygersbergen van Cortgene; die bewerking zou de voorloper worden van de later be roemde 'Kroniek van Smallegan- ge'. Overigens heeft Boxhorn ze ker wel zeven publicaties aan Zee land gewijd. Belangrijk was ook een geschiedenis van de belegering van Breda in 1637. Belangrijk was ook zijn kerkgeschiedenis van Ne derland tussen 1000 en 1500; dit werd zelfs onder verschillende titels tot 1753 herdrukt. Boxhorn was bovendien een latijns dichter en heeft ook zeer vele lijk redenen in het Iatijn gehouden. Toen Boxhorn in 1653 stierf op een en veertigjarige leeftijd, werd dit als een groot verlies voor de universiteit beschouwd. Al bij al was Marcus Zuerius Box horn een belangrijk man; terecht is in Bergen op Zoom een straat naar hem genoemd. geraadpleegde literatuur: Slootmans K., Bergse straten schrijven historie. In: Sociale gids voor katholiek Bergen op Zoom z.j.Renes R. A., Marcus Zuerius Boxhornius 1612-1653, instituut voor Neerlandistiek Amsterdam 1976. De Waterschans nr. 4 1 992 De Waterschans nr. 4 1992

Periodieken

De Waterschans | 1992 | | pagina 4