Miscellanea Archivistica IV 10 11 Een vliegende koordanser' De Waterschans nr. 1 1993 gevonden. De nog zichtbare bruine verkleuringen, met name in het besmettelijke wit marmeren mate riaal, zijn ontstaan door het roesten van de ijzeren verankeringen en de aangietingen ervan met behulp van zwavel en zand, een methode wel ke eind 19e - begin 20e eeuw in zwang was. De toestand van de nog aanwezige onderdelen was in 1969 redelijk, hoewel het monu ment in de loop der tijden averij had opgelopen. Door vocht in de achterliggende bakstenen sluit- muur waren de ijzeren verankerin gen gaan roesten, waardoor be schadigingen aan het witte marmer waren ontstaan en onderdelen los dreigden te raken. Vooral de aan hechtingsplaatsen en bevestigingen van de schildjes waren te zien in de vorm van gipsresten en ijzeren be- vestigingsdookjes zowel in de koe pel als op de pilasters. Zij mani festeerden zich nadrukkelijk als lit tekens. Het geheel vertoonde een deplorabel zicht. In onderdelen is het monument in het begin van 1964, dus voor de aanvang van de restauratiewerk zaamheden, reeds gedemonteerd en ter plaatse in kisten opgeslagen, zulks om verder verval te voorko men. Vandaar is het einde 1969 verplaatst naar de kapelruimte noordelijk van de stadstoren en al daar opgeslagen en afgedekt. Door deze afdekking heeft het monu ment geen noemenswaardige schade opgelopen tijdens de brand in april 1972. Dat kwam omdat de brandweer de brand met veel inzet bij de houten sluitwand tussen kerkschip en kapelruimte heeft kunnen afsnijden. De restauratie In 1982 is het monument op zijn vroegere plaats weer opgebouwd door metselaar L. Bijl en gelijktijdig grondig schoongemaakt, vakkun dig gerestaureerd en zover als mo gelijk en verantwoord was gekom- pleteerd. Enkele stukken van on bruikbaar geworden natuurstenen onderdelen zijn links van het mo nument ingegraven. Het gedenkte ken kreeg een 20 cm dikke gewa pend betonnen fundatieplaat van 130 x 400 cm. De achtergrond schildering is in contouren een re- konstruktie van die voor de restau ratie. In plaats van het zwart is de voorkeur gegeven aan grijs, wat beter harmonieert met de teint van de soorten natuursteen van het monument. De V-vormig gehakte letters in de tombe-plaat waren en zijn weer met bladgoud beplakt. Het schild in reliëf met onderschrift Bailleul werd in 1964 teruggevon den achter de twee staande beel den. De letters onder dit wapen waren ingehakt en opgevuld met lood. De onderhavige werkzaam heden werden hoofdzakelijk uitge voerd door P. Weijers en A. See- len; het saus- en bladgoudwerk door J. de Graaf. Naast de projektleider van het restauratiewerk begeleidde wijlen A. Slinger het projekt met zijn ad viezen en praktische aanwijzingen. De werkzaamheden namen zeven maanden in beslag. Ter plaatse werden restanten van twee niet tot het monument behorende grafkel dertjes gelokaliseerd die van kort na de voltooiing van het 'nieuwe werck' moeten dateren.8 De wapenschilden Op het fronton, dat wil zeggen het bovengedeelte, dat een driehoeki ge vorm heeft, bevindt zich een wapenschild met helm en dekkle den. De bekroning in de vorm van een zogenaamd helmteken, dat daarop heeft gestaan, ontbreekt. Het schild wordt aan weerszijden vastgehouden door schildhouders, in dit geval herten. Dit is het volle dige wapen van Charles Morgan, dat door twee kruisende lijnen in vieren gedeeld is. In het eerste en vierde veld is een griffioen afge beeld, een fabeldier, dat uit een leeuw met het bovenstuk van een adelaar bestaat. In het tweede en derde veld zijn drie aanziende os- sekoppen geplaatst. Het verdwe nen helmteken bestond uit een hertekop. In de koepel bevindt zich een car touche, waarop een ruitvormig wa penschild. Dit is het wapen van Anna Morgan, wiens beeld in de nis staat. In dit schild komen vier maal dezelfde kwartieren voor. De reden daarvoor is, dat zij met haar neef was gehuwd, die hetzelfde wapen voerde als haar vader. Vrouwen voerden destijds in de ene helft van haar schild het wapen van haar echtgenoot, in de andere dat van haar vader. In dit geval dus Morgan en Morgan! Binnen de koepel was één schildje bewaard gebleven, namelijk dat van Bailleul. Er bevonden zich nog gipsresten en ijzeren bevestigingsdookjes van de andere schildjes, zowel in de koepel als op de pilasters. Uitein delijk is in 1982 besloten om weer marmeren schildjes aan te brengen op de plaats waar de verdwenen wapenschildjes waren aange bracht. Ter plaatse van deze schild jes was het marmer ruw gehakt. Aan de hand van het bovenge noemde wapenschildje zijn vijftien blanco schildjes met kroon ver vaardigd en aangebracht. In 1982 waren er nog onvoldoende gege vens om tot beschildering daarvan te besluiten. Dankzij een grondig en uitvoerig onderzoek, door bemiddeling van M. van Tuyll van Serooskerke, door Jhr. F.G.L.O. van Kretsch- mar in het voorjaar van 1992 in Engeland verricht, konden de figu ren op de wapenschildjes worden gereconstrueerd. Hij gebruikte hiertoe de Herald's Visitations van de graafschappen in Engeland en Wales en andere authentieke bron- 9 nen. De kwartierswapens op de pilasters hebben betrekking op Sir Charles Morgan. Die op de linkerpilaster 1. Morgan als boven) 2. Forte- scue (in blauw een geschulpte zil veren schuinbalk tussen twee ver smalde gouden schuinbalken 3. Fleming (in rood, getralied van zil ver, een blauwe balk) 4. Sint- Lowe (in zilver een zwarte schuin balk, waarop drie gouden ringen). De kwartierswapens op de rechter- pilaster zijn: 5. Leigh (in rood een geschulpt zilveren kruis binnen een geschulpte schildzoom van zilver); 6. Ireland (in rood zes zilveren le lies, geplaatst 3, 2 en 1, in het schildhart een liggende zilveren wassenaar) 7. Culpeper (in zilver een rode, geschulpte schuinbalk); 8. Birde (in zwart drie gouden, af gerukte hertekoppen en een vrij- kwartier van hermelijn). In de koepel bevinden zich de kwartierwapens, die betrekking hebben op Anna Morgan, de oprichtster van het monument (her.) rechts de kwartieren van haar vader A 1 Morgan (als bo ven) onder van rechts naar links A 2 Fortescue (als boven. 2); A 3 Leigh (als boven, 5 A 4 Ireland (als boven, 6). Links de kwartieren van haar moeder: B 1 Marnix van Sint-Aldegonde (in blauw een schuinbalk van zilver, boven en be neden vergezeld van een vijfpunti- ge gouden ster) B 2 Haméricourt (in zilver een rode schuinbalk); B 3 Bailleul (in rood een schuinkruis van vair); B 4 Grisperre (in zilver drie zwarte kepers) Door de heer Zeef Zevenbergen zijn in het najaar van 1992 de tot De Waterschans nr. 1 1993 dusverre blanco gebleven schildjes in een grijs lijnenpatroon beschil derd, overeenkomstig de sinds ca 1639 toegepaste heraldische kleu raanduidingen en werden de ban derollen eronder van de bijbeho rende namen voorzien. Uit een ze kere mate van terughoudendheid is bewust niet gekozen voor het uit voeren in reliëf of in kleuren, terwijl de oorspronkelijke in reliëf uitge voerde wapenschilden vanzelfspre kend naturel zijn gelaten. Aantekeningen 1. Enige gegevens zijn ontleend aan het handschrift van een in de loop van dit jaar in de reeks Studies uit Bergen op Zoom te verschijnen boekwerk over de gedenktekens in de Grote Kerk. 2. Th. de Rouck, Den Nederlandtschen Herauld, 308; G.T. Clark, Limbus Pa trum Morganiae et Clamorganiae (1886) 327; Dictionary of National Bi ography, 910-911; Gentman Leydek- ker, Het Laatste Huis, 45; Nieuw Ne- derlandsch Biografisch Woordenboek 5 (Leiden, 1921) 348. 3. De vertaling danken wij aan de bereidwilligheid van drs. L. van de Laar te Bergen op Zoom. 4. El. Neurdenburg, 'Het graf monument van Charles Morgan te Bergen op Zoom, een werk van Fr. Dieussart', Oudheidkundig jaarboek IV, 8 (1939) 95-98; eadem. De zeven tiende eeuwsche beeldhouwkunst in de Noordelijke Nederlanden (Amster dam. 1948) 113 - 115. 5 J.A. Worp, Briefwisseling van Constantijn Huij- gens ('s-Gravenhage, 1917) 79: 'lek hebbe noijt vernomen, ofter yets voir- ders gedaen is van dye sepulture van den here Morgan; de twee beeltsnij- ders, dije de teyekeninghen gemaeckt hebben, spreken mij altemets noch aen, om te weten, hoe dat het met haere teyckeningh gevaeren is'. 6. K. Gentman Leydekker, Het Laatste Huis verheerlykt boven het Eerste Huis (Bergen op Zoom, 1752) 41 - 46. 7 M. Sabbe, Reis der Moretussen door Hollandsch Brabant in 1668'. Taxan- dria XXXI (1924) 84.G.C.A. Juten, 'genealogische aanteekeningen bij de graftomben in de Groote Kerk te Ber gen op Zoom, Taxandria 31 (1924) 210 -211. 8 GA Bergen op Zoom, no tulen vergadering restauratie commis sie/notulen bouwvergadering: N 106 (5), 118 (5), 130 (3), 133 (4) en 137 (5); Tekeningen in restauratie archief; blad 105 (opmeting wand tussentijds demonteren en herbouwen monu ment); blad 136 (nieuwe uitbouw aan buitenzijde); blad 141 (vloerhoogten in tweede transept) blad 300 (vondsten onder monument)9 Correspondentie van de gemeentearchivaris met jhr. F.G.L. van Kretschmar, 1992. Behal ve genoemde Visitations gebruikte Van Kretschmar bronnen in The London Library (St. James's); in de Guildhall Library of London en van de Society of Genealogists aldaar. Door: Rochus J. van den Bergh In 1590 betaalde het stadsbestuur van Bergen op Zoom zes carolus guldens aan 'vlieger' Harman Emden, die op zondagmiddag 19 augustus 1590 'gespeelt ende gevlogen' had op een koord dat Cornells Bertrams en zijn timmerlieden gespannen hadden van uit het hoogste venster van de toren van de Grote Kerk, dwars over de markt, naar het begin van de Lange- meestraat, de huidige Fortuinstraat.1 Voor zijn prestatie, het spelen op het koord 'ende daeraff gevlogen', ontving Harman van de magistraat niet alleen de genoemde beloning, maar ook een certificaat, of getuigschrift. Een doku- ment dat Harman Emden, volgens zijn zeggen, ook in de andere steden had gekregen waar hij was opgetreden." In hun 'brieve van certificatie' verklaar de het stadsbestuur van Bergen op Zoom dat de negentienjarige Harman Embden uit Keulen op de 19e augus tus zich, tot 'recreatie' of vermaak van de toegestroomde burgers en soldaten, 'seer constelijck, behendelijck ende met verwonderen van velen heeft ge- queten int spelen opter coorden, gespannen geweest zijnde vuijte venster onder de gaelderije, wesende zeer naer het hoochste vanden thoren, tot beneden dwers over de marct daer tegen over int ingaen van (de) Lange- meedestraete alhier'.3 De gevonden teksten vertellen ons he laas niet hoe de koordanser Harman Emden 'daeraff gevlogen' is. Aantekeningen: 1. Stadsarchief (S.A.) Stadsrekenin gen, inv. nr. 825, 17; 2. S.A. Resolu- tiën, inv.nr. 34: 3. -S.A. Procuratiën, inv.nr. 5228, 70v.

Periodieken

De Waterschans | 1993 | | pagina 13