Joris van Spilbergen 12 13 Reijs-broeder van de sonder Castillianen tergher' I De Waterschans nr. 1 1 993 Door: Rochus J. van den Bergh Op de hoek van de Potterstraat en de Hooghuisstraat, in de schaduw van de hoge gevels van het Pro voosthuis en de Maagd, staat het huis het Wolfken. Een huis dat in zijn vroegere, toen nog ongewijzig de staat ooit heeft toebehoord aan de vermaarde zeevaarder Joris van Spilbergen. Van Spilbergen is vooral bekend geworden door zijn reizen naar Oost-Indie, in 1601-1604 en 1614-1617. De laatste tocht maak te hij van oost naar west, als 'reijs- broeder van de son': heen door de Straat van Magalhaes en terug rond de Kaap. Na zijn terugkomst in Veere, op 1 juli 1617, kon Joris van Spilbergen er zich op beroe men, na Olivier van Noort, de tweede Nederlandse zeevaarder te zijn die een reis om de wereld ge maakt had. De stad Amsterdam eerde Joris van Spilbergen, door een van haar straten naar hem te vernoemen. In Bergen op Zoom, de plaats waar hij voor de tweede maal trouwde, waar zijn jongste kinderen werden gedoopt en hijzelf werd begraven, is hij voor velen een onbekende. Adelborst Adelborst Joris stamt uit Antwer pen. Zijn vader, Jacques van Spil bergen, vestigde zich tegen het midden van de 16e eeuw in de pa rochie van de Onze Lieve Vrouwe- kerk aldaar, waar zijn vrouw Cor nelia hem tussen de jaren 1563 en 1580 elf kinderen schonk. Een zoon, Joris genaamd, werd op 2 november 1568 in bovengenoem de kerk gedoopt. Een jonger kind, Bartholomeus geheten, ontving op 5 januari 1573 het doopsel.2 Als jongeling onderscheidde Joris van Spilbergen zich door zijn held haftig gedrag in de onder Joos de Moor en Romero geleverde zeeslag op de Zeeuwse stromen: 'De Moor is allernaast aan strand: En aan zijn boord, in jonge jaren, Leert Matelief naar 't Oost te va ren, En Spilberg, hoe men Payta brandt.'3 Nadat hij als adelborst een tijdlang in garnizoen had gelegen op het kasteel Zeeburg, vestigde Joris van Spilbergen zich als koopman in Middelburg. Het zaken doen bleek echter niet zijn sterkste zijde te zijn. Op 26 maart 1598 schreef de rege ring van Middelburg een brief aan de gedeputeerden van de generali teit, ten gunste van 'Joris Spil- bergh, voor eenigen tijd gefail leerd.'4 In deze moeilijke periode vond Joris van Spilbergen in Bal- thasar de Moucheron een vriend en beschermer. Eenmaal in dienst getreden van deze illustere koop man, ontwikkelde Van Spilbergen zich tot een van de beste krachten van het handelshuis De Mouche ron, en verwierf hij zich de naam 'van den meest kundigen onder de Nederlandsche zeevaarders van zij nen tijd'.5 Ook financieel ging het Joris nu voor de wind. In Middel burg betrok hij met zijn familie het herenhuis het Gulden Vlies in de Latijnse Schoolstraat, later door de Van de Perre's ingericht tot mu seum." Balthasar de Moucheron Balthasar de Moucheron, de nieu we werkgever van Joris van Spil bergen, was een zoon van Pierre de Moucheron. Een Franse edel man die zich in 1530 in Middelburg had gevestigd en daar, kort na zijn aankomst, het later zo vermaarde, naar hem genoemde handelshuis stichtte, dat achtereenvolgens in Middelburg, Antwerpen, wederom Middelburg en Veere zijn hoofdze tel had. Met de vestiging van het huis te Middelburg in 1585 - een direkt gevolg van de kapitulatie van Antwerpen - ving de luister rijkste periode van zijn bestaan aan. Leider van het huis werd Bal thasar de Moucheron; de man die om zijn grote bekwaamheden, zijn energie en doortastendheid door zijn broers als de 'familiae prin- ceps', het hoofd der familie, werd erkend. Het initiatief tot alle be langrijke ondernemingen en scheepstochten zou voortaan van hem uitgaan. Omstreeks 1598 ver huisde Balthasar de Moucheron naar Veere. Zijn handelsvloot was O- ypei&T** Afb. 7. Joris van Spilbergen (1568-1620) toen zo groot dat hij zich met het bestuur van de stad Veere bij con tract kon verbinden om jaarlijks uit haar haven te doen 'wtreeden, la den, innecommen ende lossen' achttien tot twintig schepen.' Het aantal zeelieden dat Balthasar op dat moment in dienst had, moet op minstens duizend man worden ge schat.8 Naar Afrika en Brazilië Op 28 maart 1598 zond Balthasar een vloot van vijf schepen, be mand met 200 zeelieden en 150 soldaten onder bevel van zijn neef Cornelis de Moucheron, naar Isola del Principe, een eiland gelegen in de Bocht van Guinee.9 Onder hen bevond zich ook Joris van Spilber gen, vermoedelijk in de functie van commies. Doel van de tocht was het stichten van een steunpunt in de buurt van de evenaar. Een (tus sen) station dat moest dienen als rust en verversingsplaats voor alle Guineevaarders en Oost-Indië- vaarders, 'eene herberghe voor al le Nederlandtsche schepen dien wech vaerende'.10 De bezetting van Principe, op de 9e of de 10e augustus, geschiedde zonder veel bloedvergieten. Maar het moordende klimaat, de voort- De Waterschans nr. 1 1993 ©c aföetMtge ban be £>tabt ©ere/baer IBarqiiió ban fó jjjne pjmcdfjrfte <£?rreflentif jöatttitti# ban fiartbair-- etc. met be bjtje êtfiejien fc;> !>.in beboo|fjStabttjepl jijngfjegaennnerbe Ooft-indim, toegljeruff bp ^nmoti JMtbunnoubtTSutgJemeefterötï min jDibbcibcjclj n.bc tegijcn» taooitHtö «Cerfte firbên-mrcfterban Zrelanbt 'snbe£», Baltfiniar Sc jïloucfjcron «toonman alsacr met sujpirter ban ijecüc - cnbe subere tjeuriteöet tneöe öeeöerö Cooptepöa: tot jBtöDclbmtO, Afb. 2. Het vertrek van de schepen De Ram, Het Schaap en De Lam uit de haven van Veere. 1601(F. Baltha sar). durende aanvallen van de inlan ders en Portugezen en het uitblij ven van de beloofde versterkingen, deden Cornelis de Moucheron, als hoofd van de bestuursraad, diens plaatsvervanger Joris van Spilber gen en de andere leden van de raad besluiten het eiland te ontrui men. Eind november 1598, amper vier maanden na de verovering, werd Principe of Prinseneiland ver laten. Van de 350 opvarenden keerden er nauwelijks 100 in het vaderland terug.11 Ook Joris had de tocht overleefd. Op 16 februari 1600 trad hij op als getuige bij de doop van een pete kind van Balthasar de Moucheron in de Franse kerk te Middelburg.12 Korte tijd later (eind april-begin mei) zeilde Van Spilbergen, als 'Generael' aan het hoofd van een klein flotielje, ongemerkt de haven van Veere uit voor een geheimzin nige tocht richting Brazilië. Groot was dan ook de verbazing toen hij op 1 augustus weer de haven van Veere binnenviel met bij hem een vreemd vaartuig, genaamd: Nu- estra Senhora del Rosario; een schip dat, naast een lading huiden, tabak en andere Spaanse waren, ook een aantai gevangengenomen Spanjaarden aan boord had.13 Prompt ontstond er tussen de he ren van de admiraliteit en Baltha sar de Moucheron onenigheid over de verdeling van de buitgelden. De twist werd in de minne geschikt, nadat Balthasar had onthuld dat niet hij, maar Prins Maurits de meest betrokkene was en dat het grootste deel van de lading niet aan hem, maar aan de Prins toe kwam. Naar Oost-Indië 1601-1604 Op 5 mei 1601 vertrok generaal Joris van Spilbergen met een drie tal schepen, genaamd de Ram, het Schaap en het Lam uit de haven van Veere om namens Balthasar de Moucheron, Sijmon Parduijn, Pieter van Hecke en enkele andere medereders te trachten handelsbe trekkingen aan te knopen met Ceylon en Atjeh. De tocht langs de kust van Afrika verliep moeizaam. Bij Kaap Vert. waar het eskader op 10 juni de an kers liet vallen, raakte Van Spilber gen ernstig gewond toen de sloep waarin hij zich bevond, werd over meesterd door een groot aantal in kano's gezeten inboorlingen. Ern stig gekwetst aan beide handen, beroofd en naakt moest Joris zich een weg over land zoeken naar het nabijgelegen Rufisque, waar hij door de bemanning van enkele Franse schepen werd opgevangen en verzorgd. Tien dagen later werd de reis voortgezet naar de Golf van Guinee. Nadat eerdere pogingen te S.Thome en Annobom waren mislukt, gelukte het Van Spilber gen om op 1 augustus op het eiland Groot Corisco, gelegen voor

Periodieken

De Waterschans | 1993 | | pagina 14