SPIEGEL
18
<©ottettDe!$rtï-3!ntrifcöe
©cr j. lette j^atrteaticn/söeöaen itiDett 3laerctt ij. is. v. enöe öaet in
De Waterschans nr. 1 1 993
Dtrtoont tojoojt in tornt fjeöalt loris toan Spcilbcrgen Dooj Dt Magellanes De toerrit rontatn gcfcplj
fjecft/met eeniglje Battaifcn fo te tomter ató te lant/enöe 2 S^iötojien De een ban «èott
enöe beaticertian ï©efl-3nbien/ öet g&etal ber fojtes/ folöaten/fcfjqKn/ enöe gljtfrfiiu.
Md de Aullralifche Navgatitn van lacoble Maire.die intfuyden dooreen nieuwe Straecghepaflecrt is, met veel,wonder!
fo Landen, Volcken>ende Natiën, haer ontmoet zijn,in xó copcrcn platen afghebeclt.
Tot Leïbeh, ByNicolaesvanGeelfeercfeen, Annotóij;
Afb. 7. Titelpagina van zijn tweede journaal. 1614-1617.
overen.36
Enkele vermeldenswaardige feiten
van deze tocht, die op 8 augustus
1614 begon en op 1 juli 1617 ein
digde, zijn de passage door de
Straat van Magalhaes, de zeeslag
bij Canete (vlak bij Callao) en de
verovering van Payta.
Toen in de eerste dagen van april
1615 Joris van Spilbergen met zijn
vloot van vijf schepen de Straat
binnenvoer, was het vijftien jaar
geleden dat de Nederlandse vlag
daar had gewapperd.37 Sebald de
Weert bezeilde de Straat van oost
naar west en van west naar oost,
maar zag al zijn pogingen om de
westelijke uitgang te bereiken,
mislukken. Na negen maanden
lang een strijd tegen honger en
kou, tegenstroom en stormweer te
hebben geleverd, keerde hij op 21
januari 1600 onverrichterzake
huiswaarts. Olivier van Noort had
na 116 dagen worstelen meer suc
ces. De 29e februari van hetzelfde
jaar lukte het hem de zeestraat via
de westelijke uitgang te verlaten en
vervolgens koers te zetten naar
Chili en Peru.
De weergoden waren Joris van
Spilbergen tijdens zijn tocht door
de Straat over het algemeen vrij
goed gezind, al kreeg ook hij zo nu
en dan te maken met sneeuw en
tegenwind. In de eerste week
dwaalden de schepen van elkaar;
de 16e april verschenen zij echter,
bijna gelijktijdig, op het afgespro
ken ontmoetingspunt in de Cor-
des-baai. Het gaf de verheugde ad
miraal aanleiding om alle officieren
te tracteren op een feestelijke
maaltijd, onder 'een schoon ac-
coort van veelderley instrumenten
ende musijeke van vele stemmen'.
Nadat men acht dagen in de Cor-
des-baai had stilgelegen om water
en voedselvoorraden (mosselen,
bessen, eenden en ganzen) aan te
vullen, ging de tocht weer verder.
De dagen die volgden, vorderden
de schepen, gehinderd door tegen
wind, slechts langzaam. Totdat de
wind op de avond van de 4e mei
naar het oosten draaide. Toen
werden de zeilen gezet, en met
schipper Cruyck in de Jager voor
op, begon de vloot aan haar ge
vaarlijke tocht door het westelijkste
en moeilijkste stuk van de Straat.
'Het was seer vreeslijck ende
schroomelijck te aenschouwen,
met soo groote schepen tusschen
soo hooghe landen, sonder anc-
kergrondt te seylen, ende dat by
nachte'. Op 6 mei 1615 bereikte
Joris van Spilbergen de 'Suydt-
Zee'. De tocht door de Straat van
Magalhaes had ongeveer vijf we
ken geduurd.3'3
'Castillianen tergher'
Van Spilbergen was na zijn vertrek
uit Holland via Madeira, de Cana-
rische eilanden, de Kaapverdische
eilandenen en de kust van Brazilië
naar de zuidpunt van het Ameri
kaanse vasteland gezeild. Na de
geslaagde doortocht door de Straat
van Magalhaes koerste hij met zijn
schepen in noordelijke richting
langs de westkust van Zuid-Ameri-
ka en Mexico.
Voor de Zuidamerikaanse westkust
raakte Joris enkele malen slaags
met de Spanjaarden. Het eerste
serieuze treffen, de zeeslag bij Ca
nete (op de 17e en 18e juli 1615)
eindigde in een overwinning voor
Joris van Spilbergen. Zijn tegen
stander, een Spaanse vloot van
acht schepen, bemand met ruim
duizend uitgezochte en goed bewa
pende Spanjaarden onder bevel
van de jonge admiraal Rodrigo de
Mendoza, bleek niet opgewassen
te zijn tegen de veel zwaarder be
wapende schepen van de Hollan
ders.
Na het gevecht dat de hele nacht
en een groot deel van de dag had
geduurd, telde men aan Spaanse
zijde meer dan 420 doden en 80
gewonden. Twee van hun sche
pen, de San Francisco en de Santa
Anna, het vlaggeschip van vice-
admiraal Don Pedro Alvarez de
Pulgar, waren door de Hollanders
de grond in geboord. De Neder
landse verliezen waren betrekkelijk
gering: 40 doden en ongeveer 50
gewonden.39
De verwoesting van Payta op 10
augustus was een tweede grote
slag voor de Spanjaarden. Na zijn
overwinning bij Canete waren de
schepen van Van Spilbergen via
Callao en Huarmey naar Payta ge
zeild in de hoop daar de nodige
verversingen te kunnen innemen.
Toen echter duidelijk werd dat dit
slechts gewapenderhand kon ge
schieden, besloot Van Spilbergen
Payta met geweld in te nemen. Na
dat de schepen de stad hadden be
schoten 'dat het al beefden datter
ontrent was' en de verdedigers en
de bevolking met heel hun hebben
en houden op de vlucht waren
geslagen waren geslagen, kon Pay
ta geplunderd en in de as gelegd
worden.40
Tot de 21e augustus bleef de vloot
in Payta om vervolgens naar Aca-
pulco te zeilen. Daar werden Van
Spilbergen en zijn mensen, tot hun
grote verwondering, zeer vriende
lijk door de Spaanse gouverneur
ontvangen. Zonder enig probleem
konden een aantal gevangenenge-
nomen Spanjaarden aan boord in
gewisseld worden voor 30 ossen,
50 schapen en een partij kippen en
fruit. De autoriteiten vereerden Jo
ris met een bezoek aan het admi
raalschip, waarna de zoon van Van
Spilbergen een beleefdheidsbezoek
bracht aan de gouverneur en daar
jur
De Waterschans nr. 1 1993
'seer eerlijck ontfanghen ende ge-
tracteert wierd'.41
Na nog een maand zonder veel
succes voor de Mexicaanse kust te
hebben gekruisd, begonnen de
schepen op 25 november 1615
aan de oversteek van de Stille
Oceaan. Een half jaar lang hadden
de vijf Hollandse schepen, met
nauwelijks 700 man aan boord de
hele westkust van Zuid-Amerika en
Mexico in rep en roer gebracht.
Buit van enige betekenis hadden ze
echter niet behaald en de rijkgela
den schepen uit Manilla waren
evenmin op komen dagen. Daar
om besloot men de tijd niet langer
te verspillen en koers te zetten naar
de Philippijnen en de Molukken.
Molukken en Bantam
Via de Ladronen en de Philippij
nen - waar Joris zich in zijn poging
om Manilla te veroveren, zag ge
dwarsboomd door tegenwind, die
het bezeilen van de stad onmoge
lijk maakte - bereikte men, op 30
maart 1616, Ternate. Hier werden
Van Spilbergen en zijn officieren
welkom geheten door Laurens
Reael, de gouverneur van de Mo
lukken. Op Ternate ontmoette Jo
ris eveneens zijn vier jaar jongere
broer Bartholomeus.42
Vier maanden later vertrok Joris
aan boord van twee repatrierende
schepen via Celebes naar Bantam.
Zijn eigen schepen, die hem sinds
het vertrek uit Holland zo trouw
gediend hadden, bleven zonder
hun admiraal achter in de Moluk
ken; De Zon, de Maan, de Aeolus,
de Morgenster en de Jager werden
in Oost-lndie ingezet om de belan
gen van de Compagnie te verdedi
gen.43
In Bantam, waar lange tijd moest
worden gewacht op lading voor de
terugreis, arriveerde op de 29e ok
tober het schip de Eendracht met
aan boord Jacob Lemaire, de zoon
van Isaac Lemaire, die kort daar
voor (eind januari) ten zuiden van
de Straat van Magalhaes een nieu
we passage naar de Grote Oceaan
ontdekt had. Toen bleek dat Jacob
de tocht op eigen initiatief en niet
in opdracht van de Compagnie
had gemaakt, werd het schip door
Jan Pieterszoon Coen, die toen
raad van Indie en directeur-
generaal van de handel in Bantam
was, in beslag genomen. De ont
goochelde Jacob Lemaire werd
met zijn schipper Willem Cornelisz
Schouten en nog tien andere op
varenden van de Eendracht op de
twee schepen van Van Spilbergen
ondergebracht.
Op 14 december 1616 verliet Joris
van Spilbergen met de schepen de
Amsterdam en de Nieuw-Zeeland
de rede van Bantam. Een week la
ter, op 22 december, overleed Ja
cob Lemaire 'waeromme onsen
Admirael ende alle de andere seer
bedroeft waeren'.
Via Mauritius, de Kaap (die gemist
werd), St. Helena, Ascension en
de Kaapverdische eilanden zeilden
de schepen naar Zeeland, waar zij
op 1 juli 1617 behouden aankwa-
44
men.
De laatste jaren
Van officiële zijde lijkt men heel
nuchter op de terugkomst van Van
Spilbergen gereageerd te hebben.
De berichten over de wijze waarop
Van Spilbergen ontvangen werd,
eerst in de Kamer van de V.O.C.
in Zeeland, daarna in in de verga
dering van de Heeren XVII, en ten
slotte door de Staten van Zeeland,
getuigen geen van alle van harte
lijkheid, gemeende waardering of
welwillendheid. Nadat hij op de 4e
juli rapport had uitgebracht aan de
bewindhebbers van de Kamer van
Zeeland 'van zijnne voyagie ende
tgene int gaen ende keeren is ghe-
passeert', werd hem slechts een
voorschot van vijftig gulden op zijn
achterstallige maandgelden toege
staan. De Heeren XVII lieten hem
enig buitgemaakt zilverwerk hou
den, omdat het toch maar 'van
cleynder importantie' was, en
overhandigden hem bij zijn ontslag
een weinig zeggend getuigschrift,
om 'in aller vrindtschap van hem te
scheyden'. De Staten van Zeeland,
tenslotte, toonden zich niet bereid,
ondanks een aanbevelingsbrief van
Prins Maurits, om hem met het ka
piteinschap over een compagnie
soldaten te beschenken.45
Weer terug bij zijn gezin in Bergen
op Zoom, wijdde Joris zich aan het
op orde brengen van zijn financiën
en aan het persklaar maken van
het journaal; net als na de eerste
tocht van 1601 tot 1604, wilde Jo
ris ook nu weer de opgetekende
belevenissen van hem en zijn reis
genoten in druk laten uitgeven.
Op 28 augustus 1617 werden door
Geertruid en Joris voor schepenen
van Bergen op Zoom nogmaals de
rechten van Ernst en Ysabella van
Crimnnits, de beide voorkinderen
van Geertruid. zeker gesteld. Niet
lang daarna is Geertruijd, de twee
de vrouw van Joris van Spilber
gen, overleden.40
Op de 24e oktober 1618, was 'ge-
nerael' Joris van Spilbergen, sa
men met Helena van Spilbergen,
getuige bij de doop van Thomas,
de zoon van Thomas Frijer en Cor
nelia van Spilbergen.47
De meest tastbare herinnering aan
het verblijf van Joris van Spilber
gen in Bergen op Zoom, is zijn sig
natuur onder een notariële akte,
gedateerd op 20 december 1618.
In het dokument zelf valt te lezen
dat 'd'eervrome Sr. Jooris van
Spilbergen woonende binnen de-
ser stadt' mr. Pieter van Ceulen Jr.
machtigt om voor het Gerecht van
Antwerpen betaling te eisen 'soo
van verschoten penningen, ver
teerde montcosten ende anclers-
sints', die de overleden Guilliam
van Santfort aan Van Spilbergen
nog schuldig was.43
Zeer tegen de zin van de Heeren
XVII, die met alle mogelijke mid
delen de verschijning ervan had
den trachten te verhinderen, pre
senteerde Joris in het voorjaar van
1619 zijn nieuwe boek, getiteld:
'Oost ende West-Indische Spiegel
De Staten Generaal reageer
den enthousiast. Op de 29e april
vereerden zij Joris met een bedrag
van driehonderd carolus guldens.
Nog geen twee weken later, op de
10e mei, besloten de Heeren dit
bedrag te verhogen met honderd
gulden 'om daervan te mogen
doen maecken een gouden kettin-
ge ende die te dragen ter eere vant
landt'.49
De heren van de magistraat van
Bergen op Zoom, die op 7 oktober
door de uitgever van het boek, Ni-
colaes van Geelkercken, eveneens
bedacht werden met enige exem
plaren van 'Oost ende West Indi
sche Spiegel der navigatie, gedaen
bijden Generael Joris van Speel-
berch', vereerden de uitgever met
een bedrag van achtenveertig Ca
rolus guldens.50
Enkele maanden later is Joris van
Spilbergen overleden.31 Als Gu-
lielmus Baudartius in zijn 'Memo-
rien' vertelt dat in de eerste maand
van 1620 ,verscheijdene notabele
ende voortreffelicke persoonen'
zijn overleden, schrijft hij: 'In de
selfde maend is oock ghestorven
de vermaerde zee-vaerder Joris
van Spielbergen, binnen Berghen
op den Soom. Hij is admirael ghe-
weest op twee groote reysen, de
eene na Oost-Indyen, ende d'an-