Bergse straatnamen
24
25
De Faurestraat
La
De Waterschans nr. 1 1993
NAP
Recente opnogingen
Baksteenpuin. 13e 14e eeuw
Recente verstoring
Egaiisatieiaag van grijs zana. 14e 15e eeuw
Stuifzand
Egaiisatieiaag van grijs zand. 14e 15e eeuw
Humeuze ieeflaag. 14e eeuw
Deze werden verankerd op zware
liggers ('voetplaten') van hout. die
op de stenen muurtjes werden ge
legd. De totale druk van het huis
werd op die manier gelijkmatig ver
deeld over een relatief zwakke ste
nen fundering. Deze houtskelet-
bouw is als overgangsvorm naar
volledige verstening van het woon
huis typerend voor de veertiende
eeuw.
Overal op de Vismarkt werden
baksteenfunderingen in de riool
sleuven aangesneden. Hier en
daar waren ze direkt op of in het
stuifzand aangelegd (zie het profiel
van put 2), elders was het zwakke
stuifzand deels weggegraven en
opgevuld met een vleilaag van
compacter zand en afval. Het loop
niveau bij deze bewoningsfase va
rieerde van 4.75 meter tot 7 meter
boven NAP: dat is ruim een meter
onder het huidige maaiveld. Op
sommige plaatsen was goed te zien
hoe de vloeren van de huizen,
aangelegd op een dikke laag zand
vermengd met afval, periodiek op
gehoogd werden door het storten
van een nieuwe laag zand en een
nieuwe leemlaag. Het huishoude
lijke afval in al deze lagen bestond
uit aardewerkfragmenten, dierlijke
botresten en zeer veel fragmenten
van daktegels. Deze laatste wijzen
er op dat de relatief simpele houten
huizen in de regel toch een stenen
dak gehad hebben (vanwege het
brandgevaar)Het afval dateerde
voornamelijk uit het tweede en
derde kwart van de veertiende
eeuw, grofweg de periode tussen
1325 en 1375.
Het scherfmateriaal betrof veelal
rood- en grijsbakkend aardewerk
van Bergse origine en in mindere
mate vroeg steengoed uit het Rijn
gebied. Alleen de onderste vleila-
gen, zoals in put 5 en 6, bevatten
materiaal uit een voorgaande be
woningsfase, zoals niet geheel ge
sinterd en gemagerd steengoed-
achtig scherfwerk ('protosteen-
goed') uit de late 13de eeuw,
blauwgrijs importaardewerk en kei
hard gebakken grijs aardewerk dat
recentelijk ook bij het Maartens-
gasthuis werd gevonden.
Een waterput
Aan de noordpunt van het plein
werd een ruim 10 meter diepe wa
terput ontdekt met een diameter
van ongeveer 1.70 meter.
Voor de aanleg was een grote kuil
gegraven. De relatie van die kuil
met de overige lagen en de bijbe
horende vondsten duiden op een
datering van de waterput in de
veertiende eeuw. Het gaat hier
Westprofiel In put 2
heel waarschijnlijk om de put die in
een rekening van omstreeks 1412
wordt aangeduid als 'liggende op
de Vijfhoek'.15
Het ontstaan van de Nieuwe
Markt
Alle resten van bewoning op het
plein zijn in een keer door afbraak
verwijderd en overdekt met een
dunne laag grijs zand.
Op deze egaiisatieiaag werd de
oudste bestrating aangelegd van
het nieuwe plein, de 'Nieuwe
Markt of Huidenmarkt'. Restanten
van die bestrating, bestaande uit
vuursteen en witte glauconiet, wer
den onder meer in put 2 aangetrof
fen. Het loopniveau lag toen ruim
een halve meter onder het huidige.
In later tijden is het plein enkele
malen opgehoogd met schoon
zand en opnieuw bestraat.
De Nieuwe Markt is waarschijnlijk
tot stand gekomen in het laatste
kwart van de veertiende eeuw,
maar nog voor de stadsbrand van
1397. Het bouwblok is niet door
brand verwoest; nergens werd een
spoor van verbranding aangetrof
fen. Het leek er meer op dat de
huizen zorgvuldig waren afgebro
ken, want van de liggende balken
of andere houten onderdelen ont
brak ieder spoor.
Ook de vondsten wijzen op een ra
dicale afbraak ruim voor het einde
van de veertiende eeuw.
Bij de sloop van de woonbuurt
heeft waarschijnlijk de Sint Jacobs-
kapel en de bebouwing daarnaast
als oostgrens gediend. Het bezit
door het Jacobsgilde van talrijke
huizen aan de oostzijde van de
Vismarkt is net als de kapel zelf
waarschijnlijk terug te voeren tot in
de veertiende eeuw. De westgrens
van afbraak vormde de straat die
langs de westzijde van het woon
blok ongeveer via de Wijn
gaardstraat naar het noorden voer
de.
De theorie, dat de Nieuwe Markt
ontstond als vergroting van een
pleintje aan de noordpunt, lijkt in
tegenspraak met de vondst van be-
woningssporen en huisvloeren tot
midden op het begin van de Wijn
gaardstraat.16 Waarschijnlijk is de
loop van die straat in de vijftiende
eeuw veranderd. Als men er van
uit gaat, dat de eigenlijke Vijfhoek
een groot open gebied ten noor
den van de huidige splitsing was en
pas tegelijk met de aanleg van het
plein bebouwd raakte, dan zou de
De Waterschans nr. 1 1993
noordpunt van de Nieuwe Markt
best het oude toponiem 'Aan de
Vijfhoek' overgenomen kunnen
hebben.
Ondanks de vele beperkingen ga
ven de waarnemingen veel infor
matie over de bewoningsgeschie-
denis van Bergen op Zoom. Nieu
we opgravingen en waarnemingen
kunnen wellicht nog antwoorden
geven op veel onopgeloste
vraagstukken. Laten we hopen dat
de graafmachines ons dan niet te
snel af zullen zijn.
Noten
7. R.Meischke, Het Markiezenhof te
Bergen op Zoom, Bergen op Zoom ge
bouwd en beschouwd, p.48, afb.80. 8.
W.A.van Ham, Open ruimten in het
oude centrum. De Waterschans IV-
1985, p.10. 9. Van Ham, C.D.Van-
wesenbeeck en L.J.Weijs, De Sint Ja-
cobskapel aan de Vismarkt te Bergen
op Zoom, Bergen op Zoom 1976, p.7-
43. 10. Zie noot 8. 11 F.Gieles, Op
zoek naar de St.Jacobskapelle te Ber
gen op Zoom op ten Vismarckt (ge
bundeld opgravingsverslag)Bergen
op Zoom 1975. 12. Van Ham e.a.. Ja-
cobskapel, p.8. 13. Respectievelijk on
derzocht in 1983 en 1984. 14 D.van
Diepen, De bodem van Noordbrabant.
Wageningen 1968, p.26. 15
C.D.Vanwesenbeeck, De geschiedenis
van de openbare drinkwatervoorzie
ning te Bergen op Zoom, Bergen op
Zoom 1985, p.10. 16. Zie deel II van
deze bijdrage.
Door: B. Daeter
Er komen in Bergen op Zoom
straatnamen voor die de herinne
ring aan een hele familie levendig
houden. Dat geldt bijvoorbeeld
voor de Drabbestraat, maar ook
voor de Faurestraat die we dit keer
aan de orde stellen.
Franse familie
De Faure's vormden een Franse fa
milie. Ze stamden af van de baron
Antoine Faure, die eind 16e eeuw
president van het gerechtshof te
Savoye was.
Antoine's zoon, Philippe (om
streeks 1608 geboren) ging over
tot de hervormde godsdienst en
heeft daarom een lange tijd in Gre
noble gevangen gezeten. Zijn kin
deren bleven de hervomde gods
dienst trouw.
Antoine's andere zoon, Jean (ge
boren 1637) kwam met zijn gezin
ook in de gevangenis terecht van
wege de maatregelen van Lode-
wijk XIV tegen de Hugenoten.
Toen allen weer vrij kwamen we
ken ze naar Genève uit en na wat
omzwervingen kwamen ze uitein
delijk in Naarden terecht.
Jean Faure vertrok later evenwel
weer naar Frankrijk, maar de an
dere Faure's bleven toen toch defi
nitief in Nederland wonen.
armoede
De kinderen van Jean leefden hier
aanvankelijk in armoede. Zoon
Alexander kreeg op 22-jarige leef
tijd (in 1694) echter een beschei
den funktie in het beheer van het
Markiezaat van Bergen op Zoom,
waar toen Frederic Maurice de la
Tour d'Auvergne regeerde.
Alexander Faure
Het zou met name deze Alexander
steeds beter gaan. In 1702 werd hij
secretaris van Francois Egon de la
Tour d'Auvergne, die toen markies
van Bergen op Zoom was. Boven
dien werd hij griffier van de Domei
nen en de Rekenkamer, ontvanger
van een groot deel van de Domei
nen, rentmeester van de Auverg-
nepolder, Halsteren, Beymoer,
Oud-Glymes, Noordgeest en
Noordholland.
Alexander Faure werd Raads
heer
In 1710 overleed de markies. De
voogdij over zijn dochtertje ging
naar drie geestelijken. Deze geeste
lijken benoemden Alexander Fau
re tot Raadsheer in de Domeinen-
raad en daarbij kreeg hij ook nog
de volgende funkties: lid van de
Rekenkamer en het Leenhof van
het Markiezaat; rentmeester en
ontvanger- generaal van de Do
meinen van de Markiezen en nog
enige funkties in het stedelijk
bestuur.
Al deze funkties had hij volgens de
voogden tot volle tevredenheid
vervuld. Na 1724 begon echter de
afbraak van deze werkkringen.
Toen de jeudige markiezin trouw
de vertrok ze in 1725 naar Duits
land. Het regentschap over het
Markiezaat werd toen toever
trouwd aan de grootmoeder, de
hertogin van Aremburg. Zij was het
die probeerde Alexander al zijn
ambten te ontnemen, maar het
lukte haar niet erg. Verbolgen over
deze nederlaag wist ze hem door
andere middelen dan allerlei pro
cessen toch kwijt te raken.
Troost voor Alexander was nog
wel dat drie van zijn kinderen reeds
in 1734 belangrijke burgelijke of
militaire funkties bekleedden.
Jean Faure
Alexander had een broer, die ook
Jean heette. Deze Jean Faure was
baljuw, secretaris en drossaard van
Standdaarbuiten. Hij is vooral be
kend geworden door zijn boek:
Histoire abrégée de la ville de Ber
gen op Zoom. Het werd echter pas
na zijn dood, door zijn zoon, in
1761 uitgegeven bij Van Os te
's-Gravenhage. Jean was op latere
leeftijd met dit boek begonnen, na
het beleg van 1747. Door zijn boek
werd Bergen op Zoom in vele lan
den bekend. Hij verduidelijkte met
zijn boek het belang van Bergen op
Zoom voor vele Europese landen.
Na secretaris geweest te zijn werd
hij baljuw van Standdaarbuiten en
penningmeester van de polders Fij-
naard en Heyningen.
De familie Faure heeft in ons land,
het voormalige Nederlands Indië
en Zuid Afrika een belangrijke rol
gespeeld. Terecht dat er een straat
in Bergen naar de Faure's ge
noemd is.
Bron: Slootmans K Bergse straten schrijven histo
rie In: Sociale gids voor katholiek Bergen op
Zoom. z.j.