1968
1993
mer van de Hoge Vierschaar. En
hij had het zo druk, dat hij opslag
kreeg. Voor de eerste week van
augustus ontving hij drie gulden
per dag, voor de volgende weken
twee gulden per dag en bovendien
mocht hij een assistent aantrek
ken.29
De burgers ontvingen voor elke
soldaat-logé zeven stuivers per
dag, maar op 4 augustus klaagde
de burgemeester bij Tarayre, dat
de ingezetenen niet wisten of ze
werkelijk kontant geld zouden ont
vangen. In menig huisgezin bleef er
volgens de burgemeester voor de
hoofdbewoners maar weinig over.
Voor de reeds gepresteerde wa
genvrachten was ook nog niets be
taald en het bleek soms moeilijk
om een behoorlijk bewijsje te ont
vangen, onmisbaar voor een even
tuele latere betaling.30
Zelfs de vergoeding over 1808
hadden de kwartierhouders op 22
september 1809 nog niet ontvan
gen. Het rijk had wissels gestuurd,
maar die konden vanwege hun
lange looptijd niet verzilverd wor
den. Wel waren er van overheids
wege volop klachten over de kwali
teit van de huurkazernes. Daar wa
ren de burgers dan weer de dupe
van, want als een huurkazerne niet
voldeed aan de normen moesten
er meer soldaten bij de burgers
worden ingekwartierd. Soms was
de situatie zo nijpend, dat burge
meester en wethouders uit eigen
zak bijsprongen. Alle rekeningen
over 1809 had de gemeente tot
dan toe onbetaald gelaten.31
In september bereikte het aantal in
te kwartieren soldaten een record
hoogte. Op de 8ste van die maand
arriveerde er een uit Duitsland te
ruggekeerde divisie. Voor Bergen
betekende dat 5.000 manschap
pen en 750 paarden er bij. Of de
burgemeester voor onderdak wilde
zorgen en of hij de aannemers van
de levensmiddelen e.d. wilde ver
wittigen? De wethouders besloten
toen hun voorzitter naar maar
schalk Dumonceau af te vaardigen
met het dringende verzoek, toch
een groot deel van de divisie buiten
de stad te legeren, want in de stad
was echt geen plaats meer.32 Du
monceau zelf logeerde bij de ge
broeders Mirou in 'Het groot Hoe
fijzer' in de Lievevrouwestraat.33
De biljetmeester komt in aan
varing met de goeverneur
Op 25 september verzocht De Mel-
let het stadsbestuur om Vetten vier
dagen huisarrest op te leggen,
'waardoor hij leren zal, een officier
wat fatsoenlijker te behandelen, en
niet meer continueel te brutaliseren
zo als hij gewoon was te doen'. Het
stadsbestuur wilde de zaak onder
zoeken alvorens het verzoek in te
willigen. Dat duurde voor De Mel-
let te lang. 's Middags al kwamen
er vier militairen naar het stadhuis
en sloten de biljetmeester daarin
op zonder vermelding van reden.
De soldaat die hem anders as
sisteerde bij zijn werkzaamheden
fungeerde nu als zijn gevangenbe
waarder. Vetten, zich van geen
schuld bewust, vroeg de burge
meester, zijin ontslag te willen be
werken en 'tevens mij die satisfac
tie te bezorgen, welke geevenre-
digt is aan mijne beledigde on
schuld, met verzoek tevens, om
mij tegens soortgelijke onaange
naamheden in de uitoeffening van
mijnen post te beveiligen'.
's Avonds al liet de goeverneur
hem vrij. Van een verhoor was
geen sprake, zodat Vetten nog
steeds niet wist waaraan hij zich
had schuldig gemaakt. Hij eiste an
dermaal genoegdoening en reken
de daarbij op de steun van de bur
gemeester. Zou hij vóór de volgen
de avond geen satisfactie hebben
ontvangen, dan, zo schreef hij,
achtte hij zich ontslagen met dank
aan de weledelgestrenge heer bur
gemeester voor het genoten ver
trouwen.34 Er is blijkbaar een
oplossing gevonden, want Vetten
bleef nog lange tijd biljetmeester.
De burgemeester komt in aan
varing met de goeverneur
Op 10 oktober vroeg De Mellet de
burgemeester om een onderko
men overeenkomstig zijn rang 'zoo
als het bepaald is bij het Decreet
van Zijne Majesteir No 37 uit Tara-
scon den 11 Julij 1807' De burge
meester had wel een bepaald pand
voor ogen, dat van Hugo Cornets
de Groot, geheten 'De kleyne Ro-
meyn' in de Engelse straat, maar J
daarover wilde hij eerst kontakt op
nemen met de eigenaar en die was
naar Den Haag vertrokken. Dat
vond de goeverneur blijkbaar weer
te lang duren. Bovendien viel hij er
over, dat de burgemeester hem dat
niet zelf vertelde, maar dat wet
houder Huart liet doen, één dag la
ter dan beloofd was. Kortom, de
goeverneur was in alle staten en
stuurde Vermeulen een soort oor
logsverklaring, eindigend met de
fraaie zin: 'Welaan! ik zal de uitda
ging accepteeren; als ik de laatste
van dese maand, niet volgens het
reglement van inkwartiering gelo
geerd ben; zoude mijne inschikke
lijkheid stomheid worden; en u uit
stellen onbeschoftheid. Ik heb de
eer mij met achting te noemen..'.
Ook dit conflict is blijkbaar weer in
der minne opgelost. Het archief
zwijgt er verder over.34a
(Wordt vervolgd)
GESCHIEDKUNDIGE KRING
STAD EN LAND VAN BERGEN OP ZOOM
O.A. IN DIT NUMMER:
Mededelingen
Kroniek van een eerste le
vensjaar
Een kaarsenkroon in de
Grote Kerk ontraadseld
De schuttersgilden van Ber
gen op Zoom
Bergen op Zoom tijdens de
Engelse invasie van 1809 III
(slot)
De Waterschans nr. 1 1993
Afb. 5. Zo moet het Markiezenhof er hebben uitgezien, toen het militair
hospitaal was. IB' op Zoom In oude ansichten. J. Mosselveld nr. 26).