Gevaarlijk hoog water verwacht 2 Door: A. Suijkerbuijk De Waterschans nr. 1 1993 Lena Oosdijk (nu mevrouw H.J. van Dort-Oosdijkbezig met het hozen van het binnengedrongen water in het café van haar ouders aan de Zuidzijde Ha ven 59 (thans café 'Dobbertje) na de overstroming. Op 1 februari 1993 was het precies 40 jaar geleden dat de waters noodramp, die heel Nederland in diepe rouw dompelde, heeft plaatsgevonden. Veel slachtoffers vielen te betreuren en de aange richte schade was enorm. Het was voor de regering reden om een groots plan, het Deltaplan, op te zetten en uit te voeren om Neder land te behoeden voor nog zo'n nationale ramp. Door zijn geografische ligging was Bergen op Zoom het aangewezen hulpverleningscentrum voor de ge troffen gebieden in Zeeland t.w. Zuid- en Noord- Beveland, Tho- len, Schouwen-Duiveland en St. Philipsland. Dit artikel geeft slechts een globaal beeld van de gebeurtenissen te Bergen op Zoom en gaat niet die per in op de grote rol die de hulp verleners zoals particulieren, mili tairen, het Rode Kruis, gemeente- personeel en -politie en vele ande ren hebben gespeeld. Ook wordt de door de Stichting Vastenavend opgezette actie 'Agge mar goed doet' niet beschreven. Over de rol van vele anderen zou een boek ge schreven kunnen worden. Het verhaal van de watersnood te Bergen op Zoom begon eigenlijk al op zaterdag 31 januari om 11.25 uur. Toen werd op het politiebu reau telefonisch door de PTT het volgende bericht, afkomstig van de KNMI te De Bilt, doorgegeven: 'Flink hoog water, groep A,B,C,D.' Onmiddellijk stelde men de technisch hoofdambtenaar van Meel (de havenmeester A. Mudde was met verlof), de veld wachter van St. Philipsland, J. La- bryere en P.J.A. Kuijlen te Woens- drecht, dijkgraaf van de Caterspol- der, op de hoogte. Omdat het ongeveer om 17.00 uur te Bergen op Zoom hoog water zou zijn rukte de politie met een ge luidswagen uit om de bewoners van het Havenkwartier te waar schuwen voor de te verwachten hoge waterstand. De PTT gaf om 18.15 uur aan het politiebureau een telegram af, wederom afkom stig van de KNMI, inhoudende 'Gevaarlijk hoog water, groep ABC'. De hierboven vermelde per sonen, voor St. Philipsland nu J.A. v.d. Velden, werden hiervan in kennis gesteld. De melding van de eerste grote schade door de storm veroorzaakt, kwam omstreeks 22.40 uur bij de politie binnen en betrof de in aan bouw zijnde montagewoningen in wijk Oost (De Blokkkendoos)De dakbedekking woei van de daken en de ruiten sprongen kapot. Ook werden bomen ontworteld en dak goten van woningen afgerukt. Ge meentewerklieden deden zo goed als mogelijk alles om verdere scha de te voorkomen. Vanaf dat tijdstip zouden steeds meer scha- demeldingen bij het politiebureau binnenkomen. In verband met de kritieke situatie bij de haven besloot men om de commissaris van poli tie, A. van 't Hoff, te waarschu wen. Dit gebeurde om 2.15 uur. De Waterschans nr. 1 1993 Een beeld van een bres in de dijk nabij de 'Kop van 't Hoofd', gedicht met zandzakken. Verontrust door de steeds meer binnenkomende meldingen rond 5.00 uur probeerde de commissa ris de burgemeester, ir. L.A.H. Pe ters, en de commissaris van de ko ningin, prof. dr. J. de Quay, te waarschuwen. Deze waren echter niet te bereiken. Burgemeester Pe ters verbleef op dat moment in Den Haag, via een telefonische oproep aan de gemeentepolitie aldaar werd geprobeerd om hem van de noodtoestand op de hoogte te stel len. Drie kwartier later belde ir. Pe ters op met de mededeling dat hij onmiddellijk naar Bergen op Zoom zou komen. De eerste melding van in nood verkerende mensen werd om 4.00 uur ontvangen van de be woners van Hildernisse (een boer derij onder Woensdrecht nabij de Kraaijenberg) die hulp van de brandweer inriepen. Omdat deze boerderij op Woensdrechts grond gebied ligt waarschuwde men de rijkspolitie te Hoogerheide. Door storingen in de telefoonverbinding en het iichtnet kwamen pas om streeks 5.00 uur haperend de eer ste alarmerende berichten uit de omliggende gemeenten op het po litiebureau binnen. Zo goed als mogelijk werden deze doorgege ven aan de desbetreffende instan ties of boden agenten hulp. De gebeurtenissen aan de ha ven, in de Stads-, Geertruida- en Augustapolder De 'Kaai' Zoals reeds eerder gemeld werden de bewoners van het Havenkwar tier door middel van geluidswagen door de politie op de hoogte gesteld van de te verwachten hoge waterstand. Terstond nam men de nodige voorzorgsmaatregelen. Gemeente werklieden plaatsten aan het einde van de haven, nabij het spuihuisje, de schotbalken in de coupures en stelden aan de bewoners van het niet afgesloten havengedeelte de nodige leem ter beschikking om de houten schotten, geplaatst voor de deuropeningen en kozijnen, water dicht te maken. Deze maatregelen bleken niet overbodig want al vroeg kwam het water over de havenrand heen en tegen de huizen. Men kon echter het water buiten de woningen hou den en de aangerichte schade was vrijwel nihil. Tegen de steeds aanwakkerende storm en de zeer hoge vloed waar mee men in de nacht van zaterdag op zondag te maken kreeg waren de genomen maatregelen echter niet bestand. Het water sloeg over de schotbalken en zette de ge dempte haven tot aan het Spuihuis blank. Toen het water eenmaal zo ver was werden ook de bewoners langs de gedempte haven gewaar schuwd. De instroming was hier echter van dien aard dat de bewo ners geen noemenswaardige wa terschade hebben geleden. Bij het niet afgesloten havengedeelte liep het water over de schotten en drong met grote kracht de huizen binnen, waar het tot 1,75 a 2 me ter hoogte steeg. Op de verdiepin gen en zolders van de woningen hebben veel bewoners een angsti ge nacht doorgemaakt. Slachtoffers vielen hierbij gelukkig niet te betreuren. Na het vallen van het water pompte de brandweer de ondergelopen kelders leeg. Een gedenksteentje in de gevel van pand Noordzijde Haven 92 geeft de hoogste stand van het water aan (ca. 2,25 meter). De Stads- en Geertruidapolder De westerstorm en de springvloed stuwden het water in de Ooster- schelde tot ongekende hoogte op. De hoogste stand werd omstreeks 5.00 - 5.15 uur bereikt en bedroeg ongeveer 5,30 m NAP. De dij ken van de Stadspolder en Geer truidapolder, met een kruinhoogte variërend van 5,20 m tot 5,60 m NAP, bleken omstreeks vijf uur niet bestand tegen het geweld van het aanvankelijk overslaande en vervolgens overstromende water. Het geweld van de golven verniel de de onverdedigde buitentaluds van de dijken. De grootste schade richtte echter het water aan, dat met grote snelheid stroomde, waardoor de kruinen werden uit- geschuurd, afgeschoven of weg gespoeld. Nadat het koolgruispad op de Havendijk geheel was weg geslagen, tastte de stroom de kern van de dijk aan die over grote leng te afschoof. Het gedeelte van de dijk nabij het havenhoofd en het westelijk gedeelte langs de oester putten werd tot meer dan op halve hoogte weggeslagen en op ver schillende plaatsen tot op de on derbouw doorbroken. Omdat het water in de ondergelopen polders tot ongeveer 3 meter gestegen was kon niet onmiddellijk met nood- herstel van de dijken begonnen worden. Om het water zo vlug mo gelijk kwijt te raken werden de slui zen in de dijken zo spoedig moge lijk opengezet. De firma Wolf te Veghel leverde 20.000 zakken om, zodra de dij-

Periodieken

De Waterschans | 1993 | | pagina 9