r
Geschiedkundig tijdschrift
GESCHIEDKUNDIGE KRING
STAD EN LAND VAN BERGEN OP ZOOM
O.A. IN DIT NUMMER:
De Waterschans nr. 2 1993
Ook wijst Vermeulen weer op het
feit dat bestuursleden uit eigen
beurs bijdragen om 'de noodzaake-
lijkste uitgaven' te kunnen doen,
terwijl ze zelf al een jaar lang geen
salaris hebben ontvangen. Geld le
nen van de burgers ging ook niet
meer, want die hadden geen ver
trouwen in het financieel beheer
van de overheid.72
Het mocht allemaal niet baten.
Krayenhoff liet weten dat hij alle
begrip had voor de slechte staat
van de Bergse stadskas en dat hij
het jammer vond, dat enige gegoe
de ingezetenen de stad verlieten,
maar dat ondanks de wil van de
koning moest worden uitge
voerd.73
En toch ontsnapte Bergen aan het
financieel zo rampzalige plan, maar
ja, ten koste van wat?
Alle zieke soldaten naar Breda
De eerste stap naar de realisering
van een kweekschool hield natuur
lijk in, dat het Markiezenhof ont
ruimd werd. Maar waar naar toe
met al die zieke militairen? Van ho
gerhand kwam het besluit: naar
Breda. Ook daar was een 'heerlijke
woning', het kasteel van Breda, de
huidige K.M.A., destijds militair
hospitaal. Het was inmiddels de
cember geworden, niet zo ideaal
voor ziekentransport. Het vervoer
ging met huifkarren en overdekte
wagens, niet bepaald de komforta-
belste ambulancen. Aangezien het
wagenpark kort daarvoor was op
geheven, moest de burgemeester
het transport organiseren, wat
neerkwam op rekwireren van wa
gens en karren in de naburige ge
meenten.74
Het bleek een hele tour om de no
dige transportmiddelen bijeen te
krijgen. Achtereenvolgens schreef
Vermeulen Wouw, Zuidgeest,
Borgvliet en weer Wouw aan. Een
keer kwamen er alleen open kar
ren die men direct terugstuurde als
onbruikbaar.75 Tenslotte was toch
het Markiezenhof ontruimd en kon
de inrichting beginnen. Daar is ver
der niets van gekomen. Enkele we
ken later annexeerde Napoleon
Bergen op Zoom en weldra kreeg
Vermeulen te horen, dat Bergen
op Zoom voor eigen rekening een
militair hospitaal voor 500 patiën
ten moest oprichten. In welk ge
bouw? Juist, in het Markiezenhof.
Samenvatting
'1809, 't was me het jaartje wel',
zal menig Bergenaar op nieuw
jaarsdag 1810 gezucht hebben.
Wat zou het nieuwe jaar brengen?
Vrede? De oorlog tegen Oostenrijk
was voorbij. Nu nog een compro
mis met Groot-Brittannië sluiten.
Er gingen geruchten, dat de vrede
in aantocht was. Zelfs burge
meester G. Buysen van Breda
schreef op 2 januari 1810 vol opti
misme aan zijn Bergse collega:
'Ook zijn er geruchten van eene al-
gemeene vreede', en hij hoopt dat
zulks 'zig schielijk mag confirmee-
ren'. Och, wie gelooft niet graag in
wat hij verlangend tegemoet ziet?
Helaas, enkele weken later zou de
ellende van rekwisities, wagenpar-
een proces, aangespannen door
de kerkmeesters van de Nederduit-
sche Gereformeerde Kerk van Ber
gen op Zoom, de gezindte die de
Gertrudiskerk in gebruik had, over
de begrafenisrechten. Dat was
voor de genoemde kerk een be
langrijke bron van inkomsten. De
ze kwestie is echter reeds degelijk
en boeiend beschreven door Char
les C.M. de Mooij in zijn monogra
fie: OM DE VRUCHTEN VAN
GODS BERG, verschenen te Ber
gen op Zoom 1983 als nummer 4
van de reeks: STUDIES UIT BER
GEN OP ZOOM.
De groeiende armoede, de bedela
rij, de bedeling, het onderwijs, de
En zo zag de tuingevel er ongeveer uit in 1809.
ken, inkwartieringen, financiële
rampen enz. zich in nog heviger
mate herhalen. Hiervoor zij verwe
zen naar mijn artikel in nummer
2/92 van De Waterschans.
In dit artikel is alleen aandacht ge
schonken aan die gebeurtenissen
van de tweede helft van 1809 wel
ke min of meer verband hielden
met de Engelse invasie. Natuurlijk
moest het stadsbestuur aandacht
en zorg besteden aan de gewone
dingen van alledag, maar veruit de
meeste tijd en energie gingen in die
periode toch uit naar het krijgsto
neel en wat daarmee te maken
had. Het grootste deel van het
stadsarchief over die periode heeft
betrekking op het boven beschre
vene.
Tussen de bedrijven door moest
het stadsbestuur andere zaken re
gelen. Zo was de stad betrokken in
posterijen, het waren allemaal on
derwerpen die wel eens de revue
passeerden, maar in de beschre
ven periode niet de vereiste aan
dacht kregen. Dat was grotendeels
een kwestie van overmacht. Men
bleef hopen op betere tijden.
En in Engeland? Daar nam het par
lement het mislukken van de tocht
hoog op. De regering-Portland
kwam ten val en Lord Chatham
kreeg het hard te verduren. Aan de
oorlog met Frankrijk kwam even
een einde in 1814, en definitief na
de slag bij Waterloo in 1815.
P.S. Een uitvoerig notenappa
raat is bij de auteur verkrijg
baar.
SC
ater
ans
Bergen op Zoom, 1674.
Jubileum
Sint-Jacobskapel
Kwakzalvers