60
82
yirmarcktj
De Waterschans nr. 3 1993
Afb. 6. De Vismarkt van vóór 1930.
x IOV2 x 51/2 cm. De onregelmati
ge vorm van het bouwwerk eou er
op kunnen wijzen dat er een aantal
belendende percelen aanwezig wa
ren waardoor er geen absolute vrij
heid van bouwen in deze omge
ving meer mogelijk was.
De fundamenten van de kapel wa
ren gebouwd op keiharde gele
grond, de zogenaamde geschapen
grond.
Het vloerniveau lag bijna gelijk met
het tegenwoordige straatniveau.
Dit alles wees erop dat de Sint-
Jacobskapel opgericht is op een
plaats waar tevoren zo goed als ze
ker geen ander bouwwerk heeft
gestaan.
Een andere aanwijzing voor de
ouderdom is de glazuurtechniek
van de vloertegels, een 'loodstrooi-
sel-techniek', die typisch is voor de
15e eeuw.
Het oudste opgedolven scherven-
materiaal dateert op zijn vroegst uit
het begin van de 15e eeuw. Overal
rondom de oude bebouwings-
resten kwam op zeer geringe diep
te al ongeroerd geel zand tevoor
schijn
Samenvattend kan men volgens
het verslag van 1975 zeggen dat de
kapel ontstaan moet zijn in het be
gin van de 15e eeuw.42
Voor de hoeken van de absis wa
ren speciale gebogen stenen ge
bruikt. Van de vloer werd niet veel
teruggevonden. Het westelijk ge
deelte van de kapelfundering werd
in de vier hoeken begrensd door
zware steunkolommen met een
doorsnee van ca. 1.40 m. Zowel in
de noordelijke muur als in de zui
delijke zat een extra steunkolom
van 95 cm.
Door de korte tijd waarin de opgra
ving moest plaatsvinden kon dit
gedeelte van de kapel niet nauw
keurig worden opgegraven.
De kapel had een altaar; het was
dus geen simpele bidkapel.
In 1440 vestigde Merten Janszoon
een wekelijkse mis op het altaar, te
celebreren op maandag.44
Beatrix Bouwen Janszoon dochter
van Steenbergen kreeg in 1487
vergunning in haar aangrenzende
pand, gelegen aan de Geweldi-
gerstraat, in een kamer een tralie
venster aan te brengen, waardoor
zij de missen in de kapel kon vol
gen. In 1503 bezat Kerstine Heinric
Clauszoon dochter, weduwe van
Meester Joes Van Schoonhoven
een oratorium of bidplaats, die
eveneens door een tralievenster
uitzicht gaf op het altaar. Er mag
worden aangenomen dat het hier
dezelfde bidplaats betrof.45 Op de
muur van het gilde (de kapelmuur
of een scheidingsmuur?) bevond
zich een klein kamertje of kantoor,
dat mocht blijven staan.
Deken en gezworenen van het gil
de gingen in 1487 enige leningen
aan die kunnen wijzen op verbou-
wings- of herstelwerkzaamheden in
de kapel. Een en ander werd in
1515 weer afgelost.46
De hervorming te Bergen op Zoom
die in 1580 plaatsvond na plunde
ring en verwoestingen in de Grote
Kerk en de kloosters zal ook de
Sint-Jacobskapel niet ongemoeid
hebben gelaten. Details over deze
gebeurtenis zijn echter niet bekend.
Pas in 1597 blijkt dat de Sint-
Jacobsbroeders het erf waar de ka
pel heeft gestaan hebben verkocht
aan burgemeester Gerard Moer-
mans. Deze had er twee stallen
voor de ruiters van het garnizoen
gebouwd. De magistraat gaf hem
nu toestemming één van deze stal
len te verplaatsen naar de Gewel-
digerstraat en de andere door een
ingang met de Vismarkt te verbin
den.47 Wellicht dateert de in de
fundamenten van de kapel aange
brachte waterput uit die tijd.
Uit latere gegevens blijkt dat Moer-
mans niet alleen het erf van de ka
pel in handen kreeg doch ook het
erf waar de huizen De Eike en De
Luit hadden gestaan.
Wellicht bestonden er nog resten
van de kapel in 1682. In dat jaar
verkochten de Sint-Jacobsbroe-
ders een afhang aan het huis Enge-
lenborg dat zich uitstrekte tot aan
de runne (ruïne?) van de Sint Ja-
cobskapel.48 Het resterende erf
van de kapel is in 1704 door Nico-
laas van Boven, Sint Jacobsbroe-
der, verkocht. Dit perceel kwam in
1796 in handen van Anthonij van
Welij 49
4. Het Gasthuis
In 1427 kocht Jan Corte van Her
man de Wisselaar twee eenkamer
woningen aan de Huidenmarkt ten
behoeve van de Sint-Jacobskapel.
Misschien heeft deze aankoop de
ui 1 --- t
Afb. 7. St. Jacob de Meerdere, af
gebeeld als pelgrim. Houten beeld
je In de kerk van Levroux.
De Waterschans nr. 3 1993
Afb. 8. Detail van de plattegrond van Bergen op Zoom door F. Hoogen-
berg, 1581.
basis gevormd voor de realisering
van het gasthuis.50 In 1487 waren
de twee woningen ten noorden
van de kapel met een rente belast.
In 1582 rustte op het huis van het
St. Jacobsgasthuis nog een rente
ten behoeve van het Sint-Sebas-
tiaansaltaar in de Sint-Gertrudis-
kerk. Het huis wordt in 1613,
1617 en 1645 als eigendom van
het gilde vermeld, in 1638, 1668
en 1718 als dat van de broeders.51
Zoals reeds vermeld was het Stads-
gasthuis de werkelijke eigenaar.
Voor 1737 is het pand gesplitst. De
huizen heetten in 1737 De Grote
en Kleine Sint Jacob. In dat jaar
zijn ze door het Stadsgasthuis ver
kocht.
De Grote Sint Jacob (Vismarkt 28)
kreeg twee eigenaars Mr Laurens
E. Gastelaar en Godfried Hube-
naar. De Grote Sint Jacob ging in
1929-1933 deel uitmaken van de
nieuwbouw van het Sint- Cathari-
nagesticht.
In 1737 werd Cornelis Baat,
meester-peperkoekbakker, eige
naar van de Kleine Sint Jacob (Vis
markt nr. 29).52 In 1786 kocht
Anthonij van Welij het huis.53
De Kleine Sint Jacob nam men ca.
1858 op in het Diakoniehuis; door
een verbouwing in 1883 werd het
een poortgebouw met conciërge
woning.
Een zekere Jacob de Brockere ver
kocht in 1467 aan de stad Bergen
op Zoom het huis, dat later Enge-
lenborch (Vismarkt nr. 30) heet
te.54 Er rustte een last op het huis
van 20 pond ten behoeve van het
gilde, wat de vroegere eigendom
lijkt te bevestigen.55
Het stadsbestuur kocht in 1470
percelen van Servais Hugezoon,
Jan Stollairt en Lambecht
Braen.56 Het liet een geheel nieuw
huis opbouwen dat ter beschuik-
king werd gesteld aan het gilde van
de Engelse kooplieden.5' Deze
verhuisden in 1498 naar de Engel
sestraat zodat de stad in 1501 het
huis kon verkopen aan Jan of Joos
Wouterszoon Van Oisterwijk,
kleermaker.58 Hij verhuurde het
huis vervolgens aan Engelbrecht
Cryeck, beeldensnijder. Er bleef
een cijns ten behoeve van de stad
op het pand rusten.
Willem de Rouck Allebrechtszoon
verwierf het huis in 1525 en loste
de cijns af.59 Interessant zijn de be
palingen in de akte van 1501 dat
de vensters aan de oostzijde van
het huis zes voet hoger moesten
worden aangebracht dan tevoren
en moesten worden afgesloten met
ijzeren roeden en glas. Het huis
mocht voortaan niet meer worden
verkocht aan geestelijken, doch al
leen aan leken. Aan deze opvallen
de konditie is tot in de dertiger ja
ren van onze eeuw de hand ge
houden. In 1790 kocht Anthonij
van Welij dit merkwaardige huis60
waarvan de hoge topgevel nog te
zien is op de maquette van de stad,
ongeveer veertig jaren tevoren
door Franse ingenieurs vervaar
digd.
Hij voegde het toe aan zijn bezit.
Hoogswaarschijnlijk is Anthonij de
gene geweest, die op de plaats van
de voormalige kapel, van het huis
Engelenborg en de Kleine Sint Ja
cob een nieuw huis met stal op
trok, dat in 1860 als Gekombi-
neerd Bejaardentehuis en Wees
huis voor de Diakonie der Neder
lands Hervormde Gemeente zou
gaan fungeren.61 De weeshuis-
funktie van het gebouw duurde tot
1906. Alsdan werd een gedeelte
Afb. 9. De Vismarkt en omgeving. Detail van de maquette in het museé
des Plans reliefs. Parijs ca. 1 750.