Miscellanea Archivistica VI
TL
1
Over kwakzalvers en Piskijkers
door: Rochus J. van den Bergh
De Waterschans nr. 3 1 993
Het zal de trouwe bezoekers van
het museum Het Markiezenhof on
getwijfeld opgevallen zijn dat de
schilderijenverzameling onlangs is
uitgebreid met een 17e-eeuws ker
mistafereel, gemaakt door de schil
der Matthijs Naiveu (Leiden 1647 -
1721 Amsterdam).
Het kunstwerk werd eind 1992
door Het Markiezenhof aange
kocht op de veiling van Sotheby's
te Amsterdam ten behoeve van de
nieuw te realiseren kermisafdeling
van het museum.
Centraal in het schilderij is een
kwakzalver te zien, in vroeger tij
den een vertrouwd figuur op de
vele kermissen, week- en jaar
markten. Maar vertrouwd, bete
kende niet dat men hem - met uit
zondering van een aantal onnozele
lieden, die blindelings zijn zalfjes en
pillen kochten - ook werkelijk ver
trouwde. Zo was zijn optreden als
'pis-beziender', of piskijker, een
doorn in het oog van elke recht
geaarde medicus.
Piskijkers
In 1589 publiceerde de Delftse arts
Pieter van Foreest een Latijnse ver
handeling waarin hij fel tekeer ging
tegen het misbruik van het 'piskij-
ken'.
In de verhandeling, die in 1626 in
een Nederlands vertaling ver
scheen onder de titel 'Het onzeker
ende bedrieghlick oordeel der wa
teren, het welcke de pis-besienders
tot verderf van veel siecken ghe-
bruijcken', leverde hij scherpe kri
tiek op de werkwijze van een aan
tal van zijn tijdgenoten. Hij noem
de ze kwakzalvers. Lieden die,
zonder nader onderzoek te plegen,
hun leugenachtige diagnoses
meenden te kunnen stellen uit de
urine van hun patiënten. Lieden
ook die beweerden dat zij uit de
helderheid, de geur en de smaak
van de plas konden opmaken of de
patiënte al dan niet zwanger was.
Iets wat volgens de Delftse arts
klinkklare onzin was.1
Pieter van Foreest stond in zijn kri
tiek niet alleen. In 1642 versche
nen twee boeken, getiteld 'Schat
der Gesontheijt' en 'Schat der On-
7 7e-eeuws kermistafereel, geschilderd door Matthijs Naiveu. Bergen op
Zoom. Gemeentemuseum Het Markiezenhof.
gesontheijt', geschreven door de
arts Johan van Beverwijck. De
boeken - waarin door de schrijver
heel wat bijgeloof op medisch ge
bied werd ontzenuwd - hadden zo
een geweldig succes, dat zij na de
bijbel de meest gelezen boeken
werden.2
De bedrieger uitgebeeld
In de genreschilderkunst werd de
figuur van de kwakzalver weerge
geven als de personificatie van het
bedrog.2
Kunstenaars als Jan Steen, Gerard
Dou, Samuel van Hoogstraten en
Gabriel Metsu beeldden hem uit als
een ouderwets geklede charlatan,
als een hardhandige bedrieger, of
als radpratende grappenmaker.
Op schilderijen van Jan Steen is hij
vaak te zien aan het bed van een
wat bleek uitziende, 'aen minne
pijn' lijdende jongedame. Op het
schilderij 'de Kwakzalver' van Ge
rard Dou en op het door Het Mar
kiezenhof aangekochte schilderij
van Matthijs Naiveu staat de man
onder een Chinese parasol - min of
meer het 'uithangbord' van de
De Waterschans nr. 3 1993
kwakzalver - en tracht hij met han
dige verkooppraatjes zijn drankjes
en pillen aan de omstanders te slij
ten.
Scheldende kwakzalver
Sommige artsen noemden hem
een bedrieger. Schilders beeldden
hem uit als een charlatan en praat
jesmaker. Hoe grof deze praatjes
konden zijn, blijkt uit een gebeurte
nis in de zomer van 1647. In juli
1647 waren op de Grote Markt in
Bergen op Zoom een groot aantal
burgers en soldaten samen
gestroomd om de meester, of
kwakzalver, op zijn toneel te horen
'swetsen'.
Niet iedereen had echter waarde
ring voor zijn optreden en in het
publiek kon men zelfs enige gelui
den van afkeuring horen toen de
kwakzalver luidkeels begon te
schelden op Hercules van Arckel,
de nieuwe waard van de herberg
de Hoefijsers, die zich geringschat
tend zou hebben uitgelaten over de
middeltjes van de meester.
De woedende kwakzalver noemde
hem een schelm. Een hoornbeest
die zulke pluimen (daarbij zijn bei
de vingers in de lucht stekend) op
zijn kop droeg. En indien de waard
nog geen hoornbeest was, zo ver
volgde de kwakzalver, dan zou hij
van hem een hoornbeest maken
Bruggen
Ook bruggen kunnen mooi zijn en
hebben bijna altijd een grote histo
rische waarde. In ons land, met
waarschijnlijk de grootste bruggen-
bezetting ter wereld, is nu een
stichting in het leven geroepen die
zich in wil zetten voor erkenning
van bruggen als monumenten van
historische en monumentale waar
de. Sekretariaat: Nederlandse
Bruggen-Stichting. Ir. G. Arends.
Afdeling bouwkunde TU Delft.
Westbrabantse museumkrant
In een oplage van 15.000 exem
plaren is deze museumkrant ver
schenen waarin zich 9 musea en
museale instellingen presenteren,
waaronder ook het Markiezenhof.
De krant zal 2x per jaar verschij
nen. Presentexemplaren kunnen
worden aangevraagd bij: postbus
1173. 4801 BD Breda
(tel.076-223110).
Brabants Airborne museum
In dit museum staat de Bevrijding
door, nog voor zijn vertrek uit de
stad. zijn vrouw af te kussen.
Er waren toehoorders die lachten,
maar velen waren een andere me
ning toegedaan en zeiden: 'hoe
schandelijck heeft hij dien man
daer uijtgemaeckt'.4
Landvaarders
De Bergse notaris Govaert Stem
pel noemde meester Christiaen
Beijdaert uit Antwerpen en
meester Jan Stevenssen uit Lon
den geen kwakzalvers, maar land
vaarders die met 'hunne schientie
ende practijcke', hun wetenschap
pelijke kennis en praktijk, de mark
ten bezochten.
Beide meesters hadden besloten
om een jaar lang met elkaar op te
trekken, welk besluit op 7 mei
1653 door notaris Govaert Stem
pel officieel werd vastgelegd.3
De heren verplichtten zich om sa
men te reizen, te eten en te drinken
en hun winsten samen te delen.
Ook zouden ze aan elkaar hun
'konst ende secreet', hun kennis en
(beroeps-)geheimen, openbaren.
Bedrog of tussentijds vertrek zou
worden bestraft met een boete van
300 gulden, door de schuldige te
betalen aan de benadeelde.
Jan Stevenssen beloofde Beijdaert
bij het uitoefenen van zijn praktijk,
zoals 'int waeter te besien' en het
centraal met accent op de aktivitei-
ten van de 101ste Amerikaanse
Airborne Divisie. Het museum
aannemen en behandelen van pa
tiënten, niet te zullen hinderen. Hij
en zijn vrouw mochten bij de ver
richtingen van Beijdaert wel aan
wezig zijn, maar alleen 'om alles
aen te sien'.
Voorts werd bepaald dat ieder een
of twee knechten in dienst mocht
nemen, die uit de gemeenschap
pelijke kas betaald zouden worden.
Opmerkelijk detail: het door nota
ris Stempel opgestelde kontrakt
werd door beide meesters onderte
kend met hun 'hantmerck'. Mr.
Jan Stevenssen tekende met een
kruisje, mr. Christiaen Beijdaert al
leen met de letter A.
Onze 'wetenschappers', die in feite
kwakzalvers waren, konden ver
moedelijk lezen noch schrijven.
Aantekeningen
1 'Tot Lering en Vermaak'. Catalogus
Tentoonstelling Rijksmuseum. Amster
dam. 1976. 2 'Zijn die dames wel
ziek?', in: Rijksmuseum Kunstkrant.
Amsterdam, april 1976. 3 Christopher
Brown, '...niet ledighs of yde/s...'.
Amsterdam. 1984. 43; 4 Gemeente
archief Bergen op Zoom. Notarieel Ar
chief inv. nr. 42; 5. Gemeente-archief
Bergen op Zoom, Notarieel Archief
inv. nr. 77.
geeft ruim aandacht aan de ge
beurtenissen die geleid hebben tot
de Tweede Wereldoorlog. Ook de
Een Parijse brug uit de 7 4e eeuw met een passerende pelgrim en een
viertal mannen die een vat wijn voorttrekken.