De Coehoornstraat en de Coehoornparkstraat IS -3P vdL^Jisif De Waterschans nr. 2 1993 ingrijpende uitbreiding van de ves tingwerken in de jaren na 1590, geeft de verschillende locaties niet speciaal weer. Met uitzondering van de benaming 'Schutters- hoffstraet'. Op basis van archivali sche gegevens is hun (soms wisse lende) plaats op de kaart met num- 25 mering aangegeven. Van de eigen kapellen in de St. Gertrudiskerk is alleen die van het Sebastiaansgilde met zekerheid te duiden. Het is de zgn. 'Rode ka pel', aan de zuidzijde van het koor gelegen.20 De 16e eeuw kent bloei en onder gang van de Bergse schuttersgil den. Bij belangrijke politieke ge beurtenissen, zoals dreigende oor log, gesloten vrede of bij het be zoek van belangrijke personen zijn ze nauw betrokken. En wanneer de eer van de stad op het spel staat nemen ze deel aan schietspelen en landjuwelen, die andere Brabantse steden organiseren. Omdat daar aan hoge kosten verbonden zijn ontstaan er wel eens moeilijkhe den, zoals in 1560, toen de schut ters van de handboog weigerden uit te trekken naar Lier, wanneer hen niet de volle 150 pond zou worden uitbetaald. De stad had hen 100 pond toegezegd, de rest hoopten ze van de afwezige mar kies te ontvangen. Vanwege 'die groote schande ende schade die daer uyt commen zoude' schiet de stad hen die vijftig ponden dan voor na overleg met de Raad van de heer.27 Ook de kolveniers van Bergen op Zoom organiseerden in 1560 een landjuweel, als winnaars van het vorige landjuweel dat Ant werpen in 1539 organiseerde. Er ontstond een stevige ruzie over het winnen van de opperste prijs tus sen Brussel en Leuven, met voor de Bergse kolveniers als nasleep dat hun schuttersgilde werd ont bonden door heer Jan IV omdat er een onoverbrugbare tegenstelling bleek te zijn ontstaan tussen de gil- debroeders en de gildeleiding.28 De nieuwe keur van het nieuwe kolveniersgilde dateert van 1561 en is de laatste in de Bergse reeks. Enkele jaren later volgt de beel denstorm met de nasleep van oor log en ellende. De stad Bergen op Zoom gaat in 1579 over naar Staatse zijde. De invloed van de Reformatie groeit, die van de schuttersgilden daalt. Wanneer de militaire gou verneur Thomas Morgan in 1590 hen nog nodig heeft voor de ver dediging en veiligheid van de stad zijn hun dagen al geteld.29 Op 16 september 1591 worden ze op het stadhuis ontboden en van hun eed ontslagen. Nog geen twee maan den later bevestigt Maurits van Nassau dit besluit.30 Van heel het rijke schuttersleven rest Bergen op Zoom niets. Aantekeningen Gebruikte afkortingen: SAM-Stadsarchief Mechelen. SAL-Stadsarchief Leuven. GAB-Gemeente-archief Bergen op Zoom. SA-Archief van de secretarie tot 1810. ARR-Archief van de Raad en Reken kamer van de markiezen van Bergen op Zoom. Noten 1 GAB-SA, 746. 1. fol. 5, 5v 2 C. J. F. Slootmans, Paas- en Koudemarkten te Bergen op Zoom 1365-1565 (Til burg 1985) 1, 5-6. 3. J. van Rompaey, 'Rechtsbronnen van de Stad Bergen op Zoom', in: Verslagen en medede lingen uan de Ver. tot uitg. der bron nen uan het Oud-Vaderlandsche recht, (Utrecht, 1968) XIII. 218-219. Verklaring: knijf-mes; misericoerden- dolk, ponjaard: wapper-stok, knots; wey mes-jachtmes; baselaer-dolkmes. (J. Verdam, Middelnederlandsch woordenboek, Den Haag, 1964). 4 J. van Rompaey, Rechtsbronnen, 217. 5. W. uan Ham, 'Bergen op Zoom in opkomst en eerste bloei, 1200-1350'in: Studies uit Bergen op Zoom 6 (BoZ, 1988) 51-52. 6. G. J. J. van Melckebeke, Geschiedkundige aanteekeningen rakende de kruis- of Voetbooggilde te Mechelen (Meche len, 1913) 12. 7. Zie hiervoor het werk vanDr. E. van Autenboerindezekatalo- gus. 8. W. van Ham, Bergen op Zoom, 52. 9. SAL. nr. 4966: Stadsre kening 1345-1362, fol. 153v. 10. SAM, Stadsrekening 1372-1373, fol. 85. 11 F. Braudel, Beschaving, Eco nomie en Kapitalisme (15e-18e eeuw), 2. Het spel uan de handel (Amster dam, 1989) 441. 12. Voor dit algeme ne beeld: M. Carasso-Kok, 'De schut tersgilden in de Hollandse steden tot het eind der zestiende eeuw', in: M. Carasso-Kok en J. Levy-van Halm (red.). Schuttersgilden in Holland, kracht en zenuwen uan de stad. (Zwolle-Haarlem, 1988) 21-31. 13. C. J. F. Slootmans, Jan metten Lippen, (Rotterdam, 1945). 14. C. J. F. Sloot mans, a. w. 16. 15. GAB-Verzameling Slootmans, 66. Ook in GAB-SA 746. 2 fol. 14. 16. C. J. F. Slootmans, a.w. 30. 17. C. J. F. Slootmans, a. w. 31. 18. GAB-SA, 3022 fol. 60-62; 134- 137. 19 GAB-Verzameling Sloot mans, 66. Manuscript 'De Coere van den Voetboeghscutteren in der stadt van Bergen'(Hierna aangeduid als MSC) 16-17. 20 MSC 20. 21 MSC 21-22. 22. GAB-Verzameling Sloot mans, 66. Manuscript 'De schuttersgil den van Bergen op Zoom' (Hierna MSS) 4.7. 23 MSS 4, MSC 7. 24. Zie hiervoor GAB-SA Stadsrekeningen. MSS geeft op pag. 10 een koningenlijst van Voetboog, Handboog en Kolve niers van 1498-1534. 25 MSS 11-14, waarbij voor Handboog-H (ook de jon ge handboog), Voetboog-V (ook de jonge voetboog), Kolveniers-K. 26. W. van Ham, 'Raadsels rondom een Rode Kapel' in: De Waterschans 1989-2. 18- 25. 27. GAB-ARR 10, fol. 84-84v. 28. GAB-ARR 10, fol. 95-97v. 29. GAB- SA 33, fol. 172-172v 30. GAB-SA 33, fol. 262v-263v. Kinderspeelgoed Vroeger hadden kinderen veel meer tijd om zichzelf bezig te hou den. Zonder televisie en zonder Bart Smit moest het speelgoed vaak zelf gemaakt worden. Dit boek geeft een overzicht van wat voor speelgoed kinderen vroeger maakten, met duidelijke illustraties voor wie dat vandaag de dag weer eens zou willen doen. Roger Hessel, Kinderen vroeger, kreatiever dan nu? Zelfgemaakt kinderspeelgoed vroeger en nu, Uitgeverij Emile Decock, Aartrijke (België) 1992. Meer dan kunst alleen Het cultureel woordenboek geeft een systematisch overzicht van wat tot de Nederlandse cultuur be hoort. Het begrip 'Nederlandse cultuur' wordt ruim genomen: cul tuur is, volgens de auteurs, 'meer dan kunst alleen'. In het Cultureel Woordenboek staan bijdragen over wat elke Nederlander over Neder land en de rest van de wereld zou moeten weten op cultureel, ge schiedkundig en wetenschappelijk gebied. De formule van het boek is overgenomen van het Amerikaan se boek The Dictionary of Cultural Literacy - what every American needs to know. H.C. Cassee en G.A. Kohnstam, Het cultureel woordenboek. Ency clopedie van de algemene ontwik keling, Anthos, Baarn 1992. De Waterschans nr. 2 1993 door: B. Daeter Menno, baron Van Coehoorn De vestingbouwkundige Menno Van Coehoorn (Friesland 1641- 's Gravenhage 1704) begon op 16- jarige leeftijd zijn militaire loop baan. Zijn eerste lessen in militaire wetenschappen ontving hij daar voor reeds van zijn vader, die kapi tein van de infanterie was. Later studeerde hij aan de hogeschool te Franeker en woonde daar de colle ges in vestingbouw en wiskunde bij van zijn oom Fullenius. In de oorlog met Frankrijk (1672- 1678) trad hij, op 31 jarige leeftijd, reeds op als kapitein der infanterie bij de verdediging van Maastricht (waarbij hij echter gewond raakte) en bij diverse veldslagen. Wegens betoonde dapperheid en beleid werd hij benoemd tot kolonel. Na de vrede van Nijmegen (1678) toonde hij zijn kundigheid in de toen opkomende wetenschap van de vestingbouw. Hij werd bekend door zijn publica tie over een versterkingsplan voor de vesting Coevorden. een geniaal man Van hem waren vele ideëen en verbeteringen afkomstig betreffen de de vestingbouw; hij voerde vaak zeer felle discussies met tijd genoten die daarin nog niet zo ver waren. Vele van zijn nieuwe opvat tingen legde hij neer in zijn be roemde werk: Nieuwe vesting bouw op een natte of lage horisont (1685), opgedragen aan de Friese stadhouder. Zijn verdedigings systeem, met grotere bastions en ravelijnen, werd het Nieuw Neder lands Stelsel genoemd. Reeds eer der had hij naam gemaakt met zijn publicatie: Verhandeling over de versterkinge des vijfhoeks met al sijne buytenwercken (1682). Zijn deskundigheid werd hoog aangeslagen en de bouw van nieu we versterkingen werd hem dan ook toevertrouwd. herleving van de vestingwerk en In de Negenjarige oorlog werd Van Coehoorn beroemd door zijn bele geringen van Keizersweerd en Bonn, de slag bij Fleurus, de hero vering van Namen, waarna hij be-. -Bergen op Zoom Coehoornpark «K •v&. iai'ÉBifc= Het Coehoornpark. (Foto: F. Dons en J. Roelands) noemd werd tot grootmeester der artillerie met de opdracht plannen te ontwerpen voor het herstel en de verbetering van de vestingwerk en van verschillende steden, zoals voor Groningen, Zwolle, Nijme gen, Breda en Bergen op Zoom. Die verbeteringen waren hard no dig; de vrede van Munster (1648) betekende immers een einde van de strijd tegen Spanje, maar ook een verwaarlozing van de verdedi gingswerken. In vele steden waren deze werken in verval geraakt en de inspectie ervan liet ook nogal eens te wensen over; er kwamen wel twee gedeputeerden van de Raad van State inspecteren, maar die keken niet zo nauw! Ze waren erg gevoelig voor de wijze waarop ze werden ontvangen: ere- escortes, slaluutschoten, parades en recepties met veel, heel veel wijn! En als dan de paden mooi bestrooid waren met wit zand, het gras mooi gemaaid was en alles een verflaagje had gekregen, werd er wel eens wat te weinig op kwali teit gelet! Van Coehoorn werd door de ko ning van Spanje in de adelstand verheven en hij mocht de titel ba ron voeren. Door de Staten Gene raal werd hij benoemd tot direkteur-generaal der fortificatiën en later tot meester-generaal der artillerie. Bij het begin van de Spaanse Successie-oorlog (1702) bewezen zijn adviezen hun waarde bij de redding van Nijmegen en later bij de belegeringen van Venlo, Roer mond, Luik en Bonn; door toepas sing van zware artillerie bombardementen werden deze vestingen tot overgave gedwon gen. uitvinder Menno van Coehoorn was blijk baar een bekwaam artillerist: hij deed zelfs een uitvinding op dat ge bied, namelijk de zogenaamde Coehoornmortier (waarvan een exemplaar in ons Markiezenhof). Dit is een bronzen mortier van 13 cm kaliber, voor het werpen van granaten, ronde kogels of bommen en werd voor het eerst gebruikt bij de slag bij Grave (1674), waar Coehoorn voor het eerst als leider optrad; dit mortier werd tot in de 20e eeuw gebruikt, vaak voor het verschieten van lichtkogels over de gracht van een fort. in ongenade Omstreeks 1685 viel Menno Van Coehoorn in ongenade en werd hem zijn commando ontnomen als brigade-generaal. Verbitterd over de ondergane behandeling koes terde hij het plan zich in Franse krijgsdienst te begeven, maar Wil lem II wist dat toch te voorkomen. De koning-stadhouder gaf hem toen een nieuw commando te Na men. Hóewei hij zich daar moest

Periodieken

De Waterschans | 1993 | | pagina 6