Enkele grepen uit de geschiedenis
van de afdeling Bergen op Zoom
van het Nederlandse Rode Kruis
1868-1993
R9
De Waterschans nr. 4 1 993
Een Nederlands ambulance-team tijdens de Frans-Duitse oorlog (1870-1871
Door: G.A. Huybregts en R.J. van den Bergh
Dr. Johan Hendrik Christiaan
Basting (1817-1870).
Een woord vooraf van de
schrijvers
Aanleiding tot deze publicatie is het
feit dat de afdeling Bergen op
Zoom van het Nederlandse Rode
Kruis dit jaar 125 jaar bestaat. Na
dat de Geschiedkundige Kring
van Stad en Land van Bergen op
Zoom bereid bleek om een heel
nummer van haar tijdschrift DE
WATERSCHANS beschikbaar te
stellen, nam de hoofdredakteur
drs. B. Daeter kontakt op met on
dergetekenden. Die gaven hun ja
woord en doken daarop in de ar
chieven: het archief van het Bergse
Rode Kruis in het rodekruisgebouw
Zuidsingel 44-46 en het ge
meentearchief Blokstallen 2. Op
beide lokaties vonden we steeds
een gastvrij onthaal en genoten er
alle denkbare medewerking. Daar
voor past een bijzonder woord van
dank. Dank ook aan degenen die
ons een en ander hebben verteld
over het Rode Kruis. Met name
denken we dan aan de heer W.
Besling met zijn rijke rodekruisver-
leden en de heer W.A.H. van
Diermen, de huidige secretaris en
tevens directeur van het rodekruis-
bureau.
Graag hadden we meer werk ge
maakt van de 'oral history', maar
dat is een tijdrovende bezigheid en
zoveel tijd hadden we niet. De
schaarse archiefgegevens van de
beginperiode en de overvloed van
de latere jaren leiden onwillekeurig
tot een wat onevenwichtige verde
ling van het aantal bladzijden over
de verschillende tijdperken. Van
de beginfase is weinig bewaard ge
bleven. In hoofdzaak zijn we dan
aangewezen op berichten in plaat
selijke kranten. Gelukkig beschikt
de gemeentelijke archiefdienst
over een aantal jaargangen van
'De Zoom', 'De Avondster' en an
dere bladen, waaraan we een en
ander ontlenen.
In een brief van 17 juni 1937
schrijft de secretaris van het Bergse
Rode Kruis J.F. Bevin Jr. aan zijn
voorzitter F. Beets, dat het plaatse
lijk rodekruisarchief wel zo gedund
is, dat er van vóór 1927 maar wei
nig over is. De secretaris voegt er
dan aan toe dat ook het Rode
Kruis in Den Haag blijkbaar een
grote schoonmaak van zijn archief
achter de rug heeft. Of dat juist is
weten we niet. Wel is bekend dat
op 3 maart 1945 bommen vielen
op Den Haag en dat het pand Kor
te Voorhoef 14 zwaar werd getrof-
De Waterschans nr. 4 1993
fen. Daar bevond zich toen het al
gemeen secretariaat van het Ne
derlandse Rode Kruis met het ar
chief. Wat er rest in Den Haag en
Bergen op Zoom is dus een toeval
lige selectie.
Een tweede beperking ons opge
legd is, dat het verhaal het aantal
bladzijden van een Waterschans-
nummer niet al te royaal mag over
schrijden en dat er plaats moet
overblijven voor de illustraties. Me
de om die reden doen we slechts
enkele grepen uit de historie van
de Bergse afdeling en die grepen
zijn vooral de 'toppers', de perio
den die er uitspringen. Naar onze
mening zijn dat de beide wereld
oorlogen en de Ignatiusvloed van
1953. Een inleidend hoofdstuk
gaat eraan vooraf, terwijl het vijfde
en laatste hoofdstuk aandacht
schenkt aan de vroegere jubilea.
1. hoe kwam het Rode Kruis in
Bergen op Zoom?
1.1. Solferino
Op 24 juni 1859 stonden in Noord-
Italië iets ten zuiden van het Garda-
meer twee grote legers tegenover
elkaar, klaar voor de aanval.
Oostenrijk was in oorlog met
Frankrijk en het koninkrijk
Sardinië-Piëmont. Vijftien uur
duurde het gevecht, een van de
bloedigste veldslagen van de vori
ge eeuw. Toen de overlevenden
zich 's avonds terugtrokken, bleven
er 49.000 slachtoffers achter, do
den en gewonden. De nacht dekte
hen toe en alleen de hyena's van
de slagvelden, mensen die uit wa
ren op de bezittingen van de ge
sneuvelden en gekwetsten, had
den belangstelling voor de onge-
lukkigen.
De volgende ochtend veranderde
dat. Mannen en vrouwen uit de
omgeving ontfermden zich over de
achterblijvers en brachten hen naar
de kerken, kloosters en huizen van
de omliggende plaatsen. Eén van
de vrijwilligers was de toerist Henri
Dunant (1828-1910), een 31-jari-
ge man uit Genève. Hij had het
drama van nabij meegemaakt en
zette zich daarna volledig in om de
hulp aan de gewonden te organise
ren. Terug in Genève schreef hij
zijn belevenissen op en zijn verslag
groeide uit tot een boek: 'Een her
innering aan Solferino'. In dat boek
doet Dunant een beroep op de we
reld, vooral op de machthebbers,
om een internationale organisatie
op te richten voor het bieden van
hulp aan oorlogsslachtoffers. Als er
in Solferino zo'n organisatie was
geweest dan zou dat enorm veel
leed hebben bespaard.
Natuurlijk zijn er altijd mannen en
vrouwen geweest, die hun mede
mensen in nood te hulp kwamen.
Denk maar aan een Florence Nigh
tingale, de 'Dame met de lamp',
aan Clara Barton, de 'Engel van
het slagveld' en aan de kloosterlin
gen en diakonessen die hun leven
waagden voor de hulpbehoeven
den. De legers hadden ook hun
medische diensten maar die kon
den hun taak in tijden van oorlog
meestal niet aan, zeker niet na de
invoering van de nationale massa-
legers.
1.2. het Internationale Rode Kruis
wordt opgericht
Het boek en de inspanningen van
Dunant en enkele medestanders
leidden in 1863 tot de oprichting
van het Internationale Comité van
het Rode Kruis, een jaar later ge
volgd door een diplomatieke con
ferentie van vertegenwoordigers
van zestien regeringen die op het
stadhuis van Genève het Eerste
Verdrag van Genève tekenden.
Eensgezind beloofden ze elkaar om
de slachtoffers van oorlogsgeweld
zo goed mogelijk te helpen. Art
sen, verplegers en gewonden zou
den door alle partijen als neutraal
worden beschouwd en ook hun
ambulances en hospitalen zou men
als zodanig respecteren. Als her
kenningsteken introduceerde het
verdrag de witte vlag met een rood
kruis. Genève is nog altijd de zetel
van het hoofdbestuur van het In
ternationale Rode Kruis.1
1.3. het Rode Kruis slaat zijn vleu
gels uit
Op het eerste verdrag volgden an
dere overeenkomsten die de aktivi-
teiten en het werkterrein van het
Rode Kruis gestadig uitbreidden,
geleid door ervaringen uit de prak
tijk. En de politiek bood volop kan
sen tot het opdoen van ervaring. In
1864 voerden Pruisen en Oosten
rijk een oorlog tegen Denemarken,
twee jaar later stonden Pruisen en
Oostenrijk tegenover elkaar en in
1870 brak de Frans-Duitse oorlog
uit. Het jonge instituut was present
en bewees zijn goede diensten.
In 1949 tekenden eenentwintig
landen de Vier Verdragen van Ge
nève, waaronder Nederland. In
deze overeenkomsten kregen ook
de krijgsgevangenen en de burgers
in oorlogstijd aandacht. In de daar
op volgende jaren kwam het pro
bleem van de ABC-wapens aan de
orde. Hoe bescherm je de mens te
gen atoombommen, biologische
en chemische wapens? Het Rode
Kruis studeerde en overlegde ver
der.
De werkzaamheden van het Rode
Kruis breidden zich gestadig uit. Zo
kent het sinds 1870 een informa
tiebureau, een bijzonder nuttige in
stelling voor het bevorderen van
kontakten met krijgsgevangenen,
voor het opsporen van vermisten
en het overbrengen van berichten
waar de normale post het moet la
ten afweten. Elke oorlog kent zijn
vluchtelingen, zijn ontheemden,
zijn uiteengeslagen gezinnen. Het
Rode Kruis bezorgt ook voedsel
pakketten aan geïnterneerden,
krijgsgevangenen en gewonden in
kampen en hospitalen.
Bij natuur- en milieurampen wordt
het Rode Kruis al evenzeer betrok
ken.
Naast het informatiebureau ont
stonden er geleidelijkaan andere
afdelingen van het Rode Kruis met
een zekere mate van zelfstandig
heid zoals de Vereniging van Ro-
dekruishonden (1909-1967), de
Bloedtransfusiedienst (sinds
1930), het Jeugd Rode Kruis
(sinds 1923), het Welfarewerk
(1946), het Lectuurdepot (1945-
1983), enz. enz.
1.4. doctor Basting helpt Henri
Dunant
Van meet af aan was ons land
nauw betrokken bij de oprichting
van het Internationale Rode Kruis,
dankzij vooral dr. Johan Hendrik
Christiaan Basting (1817-1870).
Deze officier van gezondheid eer
ste klasse was korte tijd verbonden
aan het garnizoen van Bergen op
Zoom. Hij kreeg Dunants boek 'Un
souvenir de Solferino' in handen
en was zo gegrepen door de in
houd dat hij direct besloot, het
boek in het Nederlands te vertalen.
In 1863 kwam zijn vertaling uit on
der de titel: 'Solferino, de stem der
menschheid op het slagveld'.2
Dit werk bracht hem in kontakt met
Dunant. die hij kort daarop ont
moette op een congres in Berlijn.
De twee verstonden elkaar uitste
kend en ze zetten zich samen in
voor de realisering van Dunants
oproep.
De Nederlandse regering vaardig
de Basting in 1863 af naar de con
ferentie van zestien landen in Ge
nève. Een van de genomen beslui
ten aldaar hield in dat elk land een