SE De Waterschans nr. 4 1993 eigen afdeling van het Rode Kruis zou oprichten, bestaande uit korp sen vrijwillige helpers: artsen, ver pleegkrachten en transporteurs. Het was vooral aan Basting te dan ken dat de neutraliteit van helpers en gewonden in het verdrag van 1863 werd opgenomen. 1.5. de koning neemt zelf het ini tiatief Terug in Nederland spoorde Basting zijn landgenoten aan tot het oprichten van een Nederlandse 'vereniging tot het verlenen van hulp aan zieke en gewonde krijgs lieden in tijd van oorlog'. Even leek het erop dat het de stem van een roepende in de woestijn was, on danks sympathiebetuigingen van velen. De noodzaak van zo'n ver eniging drong niet echt door. We hadden toch een goede medische zorg in het leger! Ook de verzuiling was een probleem. Moest elke zuil zijn eigen Rode Kruis hebben? Toen nam koning Willem III (1849-1890) zelf het heft in han den. Dat was in 1867, toen Parijs een wereldtentoonstelling ging or ganiseren. Daar zou ook het Rode Kruis zich manifesteren, maar zon der Nederland. Dat kon Zijne Ma jesteit niet verdragen en daarom richtte hij snel bij Koninklijk Besluit van 19 juli 1867 een Nederlandse afdeling van het Internationale Ro de Kruis op. Een hoofdcomité in Den Haag vormde het eerste hoofdbestuur en dat kreeg als taak het opstellen van statuten. Het stond iedere gemeente vrij een plaatselijke afdeling in het leven te roepen en dat gold ook voor de koloniën. Een aanvullend besluit (K.B. 31 ju li 1867 Nr.71) wees professor Dr. J. Bosscha als voorzitter aan. Dr. L.H. Verweij als secretaris en 25 anderen als lid van het hoofd comité. Op 15 augustus vergaderde het co mité voor de eerste keer. Binnen twee maanden waren er statuten en had de vereniging rechtsper soonlijkheid en koninklijke goed keuring. Een belangrijk facet was, dat de vereniging een onafhankelijke sta tus kreeg, los van de regering. Wel had de regering het recht om in tij den van oorlog of andere rampen het Rode Kruis te hulp te roepen. Vanaf het begin kende het Natio nale Rode Kruis ereleden. Het K.B. van 31 juli 1867 erkende als zodanig onder anderen Henri Du- nant en Johan Basting. Nederland was op tijd voor de we reldtentoonstelling. Voorzitter Bos scha en jonkheer H.A. van Karne- beek woonden namens de Neder landse rodekruisafdeling de inter nationale rodekruisconferentie te Parijs bij in augustus 1867. Daar konden ze tevens het modernste hulpmateriaal van het Rode Kruis bewonderen. In september 1868 had de eerste nationale vergadering plaats, na tuurlijk in Den Haag. Nederland telde toen veertien plaatselijke af delingen, waaronder Bergen op Zoom. 1.6. Bergen was er uroeg bij Iedere gemeente mocht een eigen afdeling van het Nederlandse Rode Kruis oprichten. Een half jaar na de officiële oprichting kwam de stad Utrecht als eerste met zo'n afde ling, in februari 1868 gevolgd door Den Haag en Nijmegen. De resi dentiestad kreeg zelfs twee afdelin gen: één voor mannen en één voor vrouwen. En dan komt als vierde in de rij de gemeente Ber gen op Zoom. Artikel 1 van het 'Reglement van het comité tot hulp aan gekwetste en zieke krijgslieden te Bergen op Zoom' luidt: 'Ingevolge Koninklijk Besluit van 19 julij 1867 No. 60, Staatsblad No. 85, art. 1 en 3, is er op 13 maart 1868 te Bergen op Zoom opgerigt eene afdeeling van de Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden, in tijd van oorlog, hetzij Nederland er al dan niet in betrokken is'. In zijn nummer van 1 december 1867 had het Nieuws- en Adver tentieblad van Bergen op Zoom al aandacht besteed aan de oprich ting van het Nederlandse Rode Kruis en er aan toegevoegd dat een brochure van voorzitter Bos scha alsmede de statuten van de nationale vereniging bij het blad verkrijgbaar waren.3 Hoe is het te verklaren dat Bergen er zo gauw bij was? Het antwoord is: dr. Basting. Deze vriend en me dewerker van Dunant woonde toen te Bergen op Zoom in de Lie vevrouwestraat 30 (destijds B 36) Hij was min of meer naar hier ver bannen. In het leger was niet ieder een weg van al die nieuwigheden van Basting. De Militair Genees kundige Dienst voelde eigenlijk maar weinig voor hulp van buiten het leger. Die dienst was toch pri ma! Het was natuurlijk Basting die in Bergen op Zoom het initiatief nam tot het oprichten van een plaatselij ke afdeling, toen ook wel comité genoemd. Oprichtingsdatum: 13 maart 1868.4 We bereikten dus dit jaar het zilveren lustrum van de Bergse afdeling, wat op 13 maart j.l. op bescheiden wijze is her dacht.5 Op 23 maart 1868 vergaderde het Bergse Rode Kruis voor de eerste keer in het openbaar. Basting zei bij die gelegenheid onder meer: 'Zal het stekje, dat wij heden hier in de grond gestoken hebben, opwas sen tot een boom, die eenmaal bloesems en vruchten zal opleve ren? Wij weten het niet'. Wij weten het inmiddels wel, het is een fraaie en vruchtbare boom geworden zo als uit wat volgt moge blijken. Op 7 mei 1868 volgde de officiële erkenning van het 'Comité te Ber gen op Zoom' als afdeling van het Nederlandse Rode Kruis. Voorzit ter was de heer A.C.S. Clarkson en secretaris de heer J.W.G.H.R. Nouhuijs. Dr. Basting werd inge schreven als eerste erelid van de Bergse afdeling. Omtrent de aktiviteiten van de jon ge afdeling tasten we grotendeels in het duister door het schaarse ar chiefmateriaal van die periode. We weten dat er 'voorlezingen' waren, 'die zeer veel tot bevordering van de zaak bijdroegen'. Meer indruk maakt het feit, dat het Bergse co mité als eerste afdeling in het land begon met de opleiding van zie kenverplegers. De minister van oorlog gaf verlof de mannen in opleiding te laten oefenen in het militair hospitaal van de stad. Later kreeg ook het mannencomité van Den Haag een dergelijke toestem ming. Verder verzamelde Bergen op Zoom hulpmiddelen voor de verpleging. Het aantal leden dat Penning die bij 5 x bloedafname aan de donors uitgereikt wordt. De Waterschans nr. 4 1993 Een kar met Belgische vluchtelingen rijdt in de Wouwsestraat richting de Grote Markt. De vrouw met de grote mof, midden op de wagen, is een Belgische rodekruisverpleegster. Na aankomst zal zij haar gevluchte zieke landgenoten in de Ambachtsschool gaan helpen. contributie betaalde bedroeg in 1870 144.b Andere Brabantse ste den zoals Den Bosch en Breda be gonnen dat jaar pas met een plaat selijke afdeling. Eindhoven volgde in 1909, Tilburg in 1910 en Roo sendaal in 1914. Nederland had in 1870 21.387 rodekruisleden, ver spreid over 152 afdelingen. 1.7. het stekje groeit Op maandag 6 december 1869 reikte het plaatselijk bestuur aan negen verplegers het diploma van bekwaamheid uit. Tevens ontvin gen de geslaagden een witte arm band met een rood kruis. Met die armband om zou de politie hun vrij toegang geven tot plaatsen van brand of ander onheil. Ook besloot het afdelingsbestuur die dag om een krib te laten maken en die met beddegoed tijdelijk uit te lenen aan arme zieken. Reeds toen beperk ten de aktiviteiten zich blijkbaar niet tot het leger. Het Nieuws- en Ad vertentieblad weet voorts te mel den dat voor rekening van het Bergse Rode Kruis te Parijs een kunstarm is besteld voor H. Becht, slachtoffer van een ongeluk in de suikerfabriek van Wittouck; een arm 'van zoodanige constructie, dat hij, voor zoo veel de kunst zulks vermag, het gebruik van de verloren hand zal vergoeden'. In maart 1870 een oproep tot een algemene vergadering 'voor de le den met hunne Dames den 8 dezer des avonds te IVz uur in het locaal van den Heer F. Lemmers met als spreker dr. Smith'. Ziedaar enkele sporen van aktie ontleend aan de plaatselijke pers.7 Weinig specta culair, maar voor meer tot de ver beelding sprekende wapenfeiten zijn tijden van rampspoed nodig en die zouden komen. Nederland ont snapte aan de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871. Wel gaf het Ne derlandse Rode Kruis acte de pre sence in de beide betrokken staten. Het kon dat doen mede dankzij de steun van de plaatselijke afdelin gen die een kwart van hun contri buties afdroegen aan het hoofd bestuur in Den Haag. 2. het Bergse Rode Kruis tij dens de Eerste Wereldoorlog 2.1. de hel barst los Nederland mobiliseerde in 1914, maar bleef voor oorlogsgeweld gespaard. Onze zuiderburen trof fen het slechter. De neutraliteit van België werd niet door Duitsland ge respecteerd en dat merkten wij aan de groeiende stroom Belgische vluchtelingen. Bergen op Zoom, dicht bij de grens gelegen, was voor veel vluchtelingen de eerste pleisterplaats. Sinds 1 juli 1914 beschikte het Bergse Rode Kruis over een wat men noemde transportkolonne, acht man sterk toen. met als com mandant Dr. Ide. Op 31 juli riep het plaatselijk comité personen op om in geval van mobilisatie als ver pleger dienst te doen. Men kon zich melden bij de voorzitter mr. G. van Heijst in de Hoogstraat. De oproep richtte zich vooral tot oud hospitaalsoldaten en personen met een diploma eerste-hulp-bij-onge- lukken. Op 5 augustus startten de eerste vrijwilligers, twintig dames 'van uiteenlopende richting' en twee heren, met een cursus ver bandleer, gegeven door de verple ger P. de Rooij. Al vrij spoedig werd een damescomité gevormd, om aan een groep vluchtelingen, afkomstig uit Leuven, voedsel en kleding te geven. Onderdak was er voor deze groep bij familieleden en in een café.'s Op 8 augustus een nieuwe oproep van Van Heijst met als resultaat: vijftig vrijwilligers voor de verple ging. De voorzitter maakte die dag bekend dat van het houden van een collecte ten bate van het Rode Kruis werd afgezien vanwege de geldschaarste. Giften bleven wel kom maar dan in de vorm van ver- pleegartikelen en beddegoed.' Het Rode Kruis kreeg in de stad ondersteuning van een dertig le den van de 'Vereniging voor Huis vrouwenkiesrecht en van de 'Bond voor Vrouwenkiesrecht' die ijverig linnengoed, huishoudelijke artikelen en verplegingsmateriaal inzamelden. Zo beschikte het Berg se Rode Kruis op 26 augustus over 400 bedden en over 150 personen die met goed gevolg de cursus ver bandleer hadden gevolgd. 'Moge echter al deze voorbereidende maatregelen onnoodig zijn, opdat ons geliefde vaderland bevrijd blij- ve van de ramp van de oorlog', was de vurige bede van 'De Zoom' van die dag. Burgemeester en Wethouders be sloten 14 september aan de Raad voor te stellen, de najaarskermis af te gelasten, gezien de benarde om standigheden. Reeds betaald staangeld kregen de exploitanten terug.10 In september begon de bioscoop in de Lievevrouwestraat met elke week twee liefdadigheids voorstellingen te geven ten bate van de twee comité's in de stad: Het Rodekruiscomité en het Da mescomité. 2.2. exodus van Antwerpen In oktober 1914 keerde het Duitse leger na de nederlaag in de Eerste Marneslag (september 1914) zich tegen Antwerpen, dat het aanvan kelijk rechts had laten liggen. In de nacht van 7/8 oktober namen vele kanonnen de Scheldestad zwaar onder vuur met als gevolg een haast algemene uittocht. Veel vluchtelingen kwamen met de tram in Bergen op Zoom aan. Bij de hal-

Periodieken

De Waterschans | 1993 | | pagina 3