De Waterschans nr. 4 1993 te 'De Vierwinden' stapten ze uit. Leden van het Damescomité en van de Burgerwacht vingen daar de ongelukkigen op. Anderen arri veerden met paard en kar of te voet. De oude St.-Jozefkerk in de St.-Jozefstraat, ook wel Smitskerk je genoemd, en het nabij gelegen verenigingsgebouw van de St.-Jo zefgezellen (de Sjefkes) werden in gericht als opvangplaats. Toen dat niet voldoende bleek, werden alle kerken opengesteld voor nachtlo- gies. De voorzitter van de Kamer van Koophandel, de heer Verlinden, verzocht de minister van landbouw Posthumus per telegram om een trein met brood te sturen. Er waren op 10 oktober al zo'n 200.000 vluchtelingen in de stad en Verlin den liet weten dat men zelfs op een half miljoen moest rekenen. Post humus deelde telefonisch mee dat er tien wagons met levensmiddelen onderweg waren. Op 12 oktober arriveerde er een kolonne van negen auto's met le vensmiddelen, dekens en onder goed; vier auto's waren van het Nederlandse Rode Kruis. Het Da mescomité ontving die dag uit Ant werpen een gift van 100.000 Bel gische francs, voor die tijd een zeer aanzienlijk bedrag. Natuurlijk kwam het voor dat fami lieleden elkaar tijdens de vlucht kwijt raakten. In de kranten ston den talrijke advertenties van perso nen die op zoek waren naar beken den en op het politiebureau kwam een informatiecentrum, geleid door Constant Rossaert, een grif fier uit het Belgische Berchem. Een Centraal Comité voor de Vluchte lingen kreeg een kamer in het stad huis. In dat comité hadden zitting burgemeester B.J. Hulshof, wet houder A.P.F.M. van Hasselt, Mr. G. van Heijst, mevrouw Th. van Heijst-Vermeulen als presidente van het Damescomité, commissa ris van politie P. van Dam en nog enkele notabelen. Op Plein 13 verrees een groot ten tenkamp. Was de situatie in andere steden even kritiek als in Bergen op Zoom? Afgaande op een rapport van professor H. Burger in 'De Avondster' van maandag 12 okto ber 1914 menen we te moeten zeggen: 'Nee'. Burger geeft de vol gende beschrijving: 'In Bergen op Zoom is de toestand in één woord verschrikkelijk. Terwijl in Roosen daal orde heerscht, en men on danks de geweldige drukte volle Verbandpost in het vluchtelingenkamp op Kijk in de Pot. treinen ziet wegrijden, is de toe stand in Bergen op Zoom onhoud baar. Langs alle straten en wegen zitten de vluchtelingen met hun schamele have in dichte rijen op de grond'. In Breda, toen een stad van 27.000 inwoners, telde men tij dens de topdagen ruim 20.000 vluchtelingen in de stad en circa 18.000 in de naaste omgeving. Ook daar dus veel minder evacués dan in Bergen op Zoom. 2.3. hoog bezoek Op 14 oktober hoog bezoek: Prins Hendrik van Mecklenburg-Schwe- rin, gemaal van koningin Wilhelmi- na en voorzitter van het Neder landse Rode Kruis, visiteerde het Algemeen Burger Gasthuis, het militair hospitaal en de St.- Aloysiusschool in de Boxhorn- straat, toen noodziekenhuis van het Bergse Rode Kruis. Na de thee bezocht de Prins de vluchtelingen op Plein 13. Een dag later prijkte er op de voor pagina van De Zoom een dankbe tuiging aan de inwoners van Ber gen op Zoom, ondertekend door mevrouw De Vos, echtgenote van de burgemeester van Antwerpen. Op 17 oktober arriveerde in de stad een hulptransport uit Winters wijk.11 Vier jaar later bezocht Prins Hen drik wederom Bergen op Zoom. Dat was op donderdag 31 oktober 1918, kort voor de wapenstilstand (11-11-1918). Zijne Hoogheid maakte die dag een inspektietocht langs de noodziekenhuizen in Noord-Brabant die het Rode Kruis had ingericht. Het hoge gezelschap gebruikte de lunch bij de heer Oir- bans in hotel 'De Draak' op de Grote Markt en inspekteerde ver volgens het noodziekenhuis van Bergen, toen in het gebouw van de Jozefgezellen, dat een paar hon derd bedden telde. Verder inspek teerde Prins Hendrik het opvang centrum in het St.-Antoniusge- sticht in de Burgemeester Van Hasseltstraat.12 2.4. terug naar huis Na de verovering van Antwerpen door de Duitsers in 1914 ging een aantal Antwerpenaren terug naar de Scheldestad. anderen bleven hier of trokken verder naar een op vangcentrum elders in het land of naar familie. Zo konden de lasten beter worden verdeeld. Op 21 oktober 1914 bracht het Ro de Kruis dertig gewonde soldaten uit het militair hospitaal over naar Rotterdam met een rodekruistrein. Bij het afscheid riep een van de Belgische militairen: 'Als ik in Bel gië terug ben zal ik naar koning Al- bert gaan om hem te zeggen hoe goed wij het in het hospitaal gehad hebben'. Tegen het einde van het jaar was het aantal vluchtelingen afgeno men tot vier- a vijfduizend. Ker ken. scholen, pakhuizen kregen hun eigenlijke bestemming terug. Alleen het Smitskerkje bleef voor lopig opvangcentrum en zag na een grondige schoonmaak op 28 oktober weer nieuwe vluchtelin gen. Hierna kon de afdeling Ber gen op Zoom meer aandacht schenken aan de eigen militairen: in november 1914 plaatste ze een oproep voor het maken van buik- De Waterschans nr. 4 1 993 landse volkslied, de Brabangonne en 'Naar wijd en zijd'. De verslag gever eindigt zijn relaas als volgt: 'De plechtigheid die een eenvou dig. doch hartelijk karakter droeg, heeft er weer toe bijgedragen de eensgezindheid onder de hier ver toevende Belgen aan te sterken' .1' banden voor de Nederlandse mili tairen te velde. De Militaire Ge neeskundige Dienst beval de ban den ten zeerste aan. Ze werden ge maakt van molton. Modellen van zo'n band alsmede molton waren verkrijgbaar in manufactuurwinkels. Een door een granaatscherf gewonde Belgische vluchteling wordt verbon den door Dr. D. H. van der Goot, geneesheer-direkteur van de noodhospi talen in de Ambachtsschool en de St. Aloysiusschool. 2.6. Sjef construeert een rijwiel- brancard Op 10 december 1916 was er een Landstormdag op Kijk in de Pot. De Landstorm bestond uit mannen die niet in militaire dienst waren ge weest en zich in de oorlogsjaren vrijwillig aansloten bij deze organi satie. Ze kregen een militaire oplei ding en op de genoemde dag hiel den de leden wedstrijden in gra- naatwerpen, schieten en hindernis- baan op Kijk in de Pot. Ook de ro- dekruisafdelingen van Roosendaal 2.5. het Belgische Rode Kruis, af deling Bergen op Zoom De vluchtelingen in Bergen op Zoom hadden een eigen rodekruis- afdeling, zoals valt op te maken uit een verslag in De Zoom van 1 juli 1916. Het betreft een rapportage over een diploma-uitreiking aan Belgische cursisten die een oplei ding voor rodekruisverpleger of -verpleegster met goed gevolg hadden afgerond. De plechtigheid had plaats in de grote zaal van Thalia op de Parade. Daar was op vrijdagavond 30 juni 1916 een uit gebreid gezelschap bijeen om de geslaagden te feliciteren. Er was een afgevaardigde namens kardi naal Mercier, de aartsbisschop van Mechelen, voorts de voorzitter van de Belgische rodekruisafdeling P.Truyens en de vice-consul van België in Roosendaal de heer De Roover. Truyens dankte de cursisten en hun opleider Dr. Maréchal voor hun inzet, waarna De Roover de diploma's uitreikte aan de 21 geslaagden. Twee cursisten slaag den 'met den grootsten lof en ge- lukwenschen van de jury', vijf de den dat 'met den grootsten lof', ne gen 'met grooten lof' en vijf 'met lof'. Een Belgisch meisjeskoor zong 'op verdienstelijke wijze' het Neder- Voor de ingang van de Ambachtsschool staat een rodekruisverpleger met een raderbrancard: een brancard op hoge wielen, die door één persoon bediend kon worden.

Periodieken

De Waterschans | 1993 | | pagina 4