Qn - >.Jr'1 -«►- De Waterschans nr. 4 1993 'i 'f- Vlijtige handen zetten zich in voor de Nederlandse militairen te velde. het Bergse Rode Kruis bij betrok ken werd - telde 10.500 eva cués.20 De bewoners kregen van 15 februari tot 5 maart de tijd om met 3.600 koeien en 1.800 paar den over één brug het eiland te verlaten. Bovendien lagen er op het eiland grote voorraden aardap pelen, granen, uien en wortelen, en dat in een tijd van voedsel schaarste. Het Rode Kruis van Bergen kwam te hulp en begeleidde een aantal evacués naar hun nieuwe adres. De richtlijnen van hogerhand hiel den in dat de evacués tot achter de lijn Amsterdam-Gouda-Roosen- daal-Breda moesten wegtrekken, tenzij ze bij verwanten van de eer ste of tweede graad onderdak kon den vinden. Heijstraten sr. begeleidde als ploegcommandant met twee colle ga's en drie verpleegsters groepjes evacués met de trein naar Gronin gen. Kort daarna kwam de groeps commandant met het afdelings bestuur in konflikt over zijn funktio- neren als ploegcommandant, het geen leidde tot zijn uittreden per 1 oktober 1944 en dat na dertig jaar trouwe dienst. Hij hoorde bij de eersten in 1914. Jammer was ook, dat hij op deze wijze een extra on derscheiding miste. Toch bleef hij het Rode Kruis trouw, evenals zijn zoon die zich weldra als kolonnelid eveneens zou onderscheiden. 3.6. dames in het bestuur? In het bevrijdingsjaar beschikte de afdeling Bergen op Zoom volgens een opgave van 10 juli 1944 over 48 helpsters, waarvan er 35 bereid waren ook buiten Bergen op Zoom dienst te doen, plus 27 kolonnisten die zich allen voor elke plaats inzet baar verklaarden. Onder die 27 waren drie ploegcommandanten met de rang van sergeant. Com mandant was dokter Kole. Een van de helpsters wendde zich op 12 juli tot het bestuur met het verzoek aan het bestuur een of twee dames toe te voegen. De anonieme helpster noemde als zeer geschikt voor die rol mevrouw Hendrickx en mejuffrouw Mar- chand. De algemene ledenverge- dering van 19 juli bracht inderdaad een dame in het bestuur, namelijk mevrouw Vlekke-van der Vaart.21 Zij kreeg als speciale taak de kon takten met het ziekenhuiswezen en ze nam tevens zitting in het bestuur van de inmiddels van de grond ge komen bloedtransfusiedienst. 3.7. van Dolle Dinsdag tot Aller heiligen De periode oktober-november 1944 is voor de Bergse afdeling van het Rode Kruis een zeer mar kante en spannende periode uit haar historie. Het was de tijd waar in de Zuidwesthoek in de vuurlinie lag. De onverwacht snelle bevrijding van Antwerpen door de geallieer den op 4 september 1944 vormde de ouverture. De Duitsers waren compleet verrast en de bevrijders beschikten over een nagenoeg on beschadigd havencomplex. Al leen. die havens waren waarde loos zolang de Westerschelde in Duitse handen bleef. Even waren de Duitsers uit het lood geslagen, zeker toen de BBC op dinsdag 5 september bekend maakte, dat ook Breda al gevallen was. Dat onjuiste bericht deed ook de Bergse harten sneller kloppen en velen haastten zich naar de uit valswegen om de bevrijders te ver welkomen. Duitsers en de met hen sympathiserenden trokken haastig weg, maar de eerstgenoemden kwamen terug zodra ze merkten het slachtoffer te zijn van een misleidend radioverslag. Wat was het geval? De forse doorstoot naar Antwerpen nood zaakte de geallieerden tot een her groepering van hun legers en tot het consolideren van het verover de gebied. Erger was dat de Engel se opperbevelhebber generaal Montgomery kans zag om zijn plan van een verrassende doorstoot over de grote rivieren naar Arn hem, door te drukken bij generaal Eisenhower. Die operatie kreeg voorrang en nam enkele weken in beslag. Na de mislukking van de slag om Arnhem (Een brug te ver!) besloot het geallieerde hoofdkwar tier de Westerschelde vrij te ma ken. Jammer voor West-Brabant dat het zo liep, want intussen had den de Duitsers alle tijd gehad om zich voor te bereiden op de ko mende aanval op de dam van Bra bant naar Zuid-Beveland. Die aanval begon op 2 oktober en het was de tweede Canadese in fanteriedivisie die het spits afbeet. Op 4 oktober bereikte ze de Neder landse grens bij Putte, dat daags daarop veroverd werd. Op 6 okto ber viel Ossendrecht in haar han den, op 7 oktober Hoogerheide, maar diezelfde dag werd het regi ment De Maisonneuve bij Huijber- gen tegengehouden. Dat lieten de Canadezen toen voorlopig rechts liggen, want Woensdrecht vlak bij de dam was belangrijker. Via de onder water gezette polders slaag den de eerste Canadezen er toch in het dorp te bereiken, maar een an dere groep kon niet verder komen dan Korteven.22 In Bergen op Zoom zagen de inwo ners die dagen Duitse troepen door de stad trekken, richting Hooger heide. Het waren elitesoldaten van bijvoorbeeld het Herman-Goering- regiment en het zesde regiment pa rachutisten. Die zagen kans om Woensdrecht te heroveren en zo de Canadese opmars voorlopig te stuiten. Een zware beschieting van het dorp Woensdrecht ging aan De Waterschans nr. 4 1993 Voedseluitreiking aan de Oude Vissershaven in de winter van 1944 1945. De rodekruismedewerker is Jacques van Baal. een nieuwe aanval vooraf. De mensen van het dorp kregen het hard te verduren. Velen zochten een veilig heenkomen, deels naar Bergen op Zoom, deels naar be vrijd gebied. Op 16 oktober zetten de Canade zen een nieuw offensief in en be reikten toen via Woensdrecht een weg op de Brabantse wal. Het hoofdkwartier van de Duitsers was in de villa Mattenburg. Generaal Von Rundstedt gaf bevel tot de te rugtocht en daarmee was de Zeeuwse dam in geallieerde han den, maar het zou nog veel strijd en verliezen vergen voordat Zuid- Beveland en Walcheren veroverd waren. Het was tijdens de boven genoem de dagen dat het Bergse Rode Kruis als het ware de vuurdoop on derging en kon tonen wat het wer kelijk waard was. De commandant van de transportkolonne dokter E. M. Kole schreef na afloop een uit voerig rapport over het werk van zijn mannen, waarvan secretaris Boekholt een keurig afschrift maakte in het notulenboek, een dankbare bron uiteraard voor de geschiedschrijvers. Het verslag begint op 5 september (Dolle dinsdag) en eindigt op 1 no vember, 'toen het dorpje Lepel straat nog onder Duitsch vuur lag'. Op Dolle Dinsdag bespraken enke le rodekruisleden bij Kole thuis de situatie. Met instemming van voor zitter Blom van Assendelft besloten ze een noodziekenhuis in te rich ten. Ze kregen daarbij hulp van de verpleegkolonne. 's Avonds reeds was men klaar. Afgesproken werd, dat men bij alarm elkaar bij het noodziekenhuis zou treffen. De Marechaussée stelde een bestelwa gen met chauffeur (wachtmeester Van Rees) beschikbaar voor het vervoer van gewonden. Bij elke rit zouden twee kolonneleden meerij den, één voor hulp aan het slacht offer en één voorop de auto om te waarschuwen bij luchtalarm. Tot 7 november zou de auto honderd keer uitrijden en daarbij 2.200 km afleggen in vaak zeer riskante en moeilijke omstandigheden. 3.8. 'Ik zal het Rode Kruis nooit meer vergeten!' Het is 10 oktober als er in de stad geruchten de ronde doen over zware gevechten in de Zuidwest hoek.23 Kan het Rode Kruis van dienst zijn? Om meer duidelijkheid te krijgen stuurt Kole vier vrijwilli gers uit: Harrie Kwaaytaal, Bertus Duijvelaar, Cor Dries en Jacques van Baal, op de laatste na nog al len vrijgezel. Ze beloven 's avonds terug te keren om verslag uit te brengen. Alleen van Baal komt dan terug en weet te vertellen, dat de hele streek tussen Bergen en Woensdrecht onder vuur ligt en dat zijn makkers met de fiets verder zijn gereden. Die bereiken, zo blijkt later, Woensdrecht en treffen daar pastoor Petrus Stallaert in de kel der van zijn pastorie met een aantal parochianen. De rodekruislieden planten voor het huis de rodekruis- vlag en gaan vervolgens de kelders van het dorp af op zoek naar ge wonden. Die verbinden ze zo goed mogelijk en delen waar nodig voedsel en drank uit. Vier jaar later, bij het tachtigjarig bestaansfeest van de afdeling, me moreert zuster Maria Herman Jo zef, in 1944 overste van het zuster huis in Woensdrecht, de grote ver diensten van het Bergse Rode Kruis: 'Wij allen zijn U veel dank verschuldigd en zijn nog niet verge ten, wat U in die bange oorlogsda gen voor ons heeft gedaan. We blijven U ons leven lang dankbaar voor de geweldige opofferingen en het levensgevaarlijke werk dat U toen voor ons welzijn heeft ver richt. Door de Duitsers werd de vlag van Uw afdeling gestolen en het is ons een groot genoegen U bij dit 80-jarig jubileum een nieuwe te mogen aanbieden, volgens onze belofte van October 1944'. De vlag siert nog altijd het rodekruisge- bouw van Bergen op Zoom. Op 12 oktober vallen er bommen op Nieuw-Borgvliet. Kolonnist W. Besling die toevallig ter plaatse is, verleent eerste hulp en zorgt met assistentie van de LBD (Lucht Be- schermings Dienst) voor het trans port van de gewonden. In de daarop volgende nacht komt Bergen onder vuur te liggen, maar die nacht veroorzaken de granaten alleen maar materiële schade. Er begint een stroom vluchtelingen uit Borgvliet en Woensdrecht naar de stad te trekken. Ze worden opge vangen in cafe 'De Hollandsche Tuin'. Ook de St.-Jozefschool op het Lourdesplein wordt ingericht als verblijf voor de evacués. De verzorging van zoveel mensen in een tijd van schaarste vergt veel van de rodekruisteams. Maar het was dankbaar werk, schrijft Kole. Even een stukje uit zijn rapport: 'Er werd mij gevraagd door een eva cué, wie er voor het eten zorgde. Ik zei: 'Het Nederlandsche Roode Kruis', Daar kon de goede man met zijn verstand niet bij, hoe of dat mogelijk was, dat het Roode Kruis daar ook al voor zorgde, want hij had onze menschen in Woensdrecht ook aan het werk ge zien. Toen moest hij even slikken en kon alleen maar zeggen: Ik zal het Roode Kruis nooit meer verge ten'.

Periodieken

De Waterschans | 1993 | | pagina 6