Q7
De Waterschans nr. 4 1 993
Het echtpaar Bertus Duijvelaar en Leun Acda in februari 1976. Duijvelaar
was toen afdelingscommandant van de Bergse rodekruiscolonne en staf
lid. Hij draagt de onderscheidingen: Kruis van Verdienste, Oorlogskruis
met gesp, mei 1940; Oorlogskruis Rode Kruis; Bronzen medailles voor
tien, twintig en dertig jaar trouwe dienst Rode Kruis; Zilveren medaille
Oranje-Nassau; Mobilisatiekruis; Zilveren legpenning van Verdienste.
4. het Rode Kruis en de
watersnoodramp van 1953
4.1. inleiding
Dit jaar is er uitvoerig stilgestaan bij
de stormramp van veertig jaar ge
leden. Twee boeken, talrijke arti
kelen en menige tentoonstelling
herinnerden ons weer aan die tra
gische februaridagen en de 1835
slachtoffers.
Het water kwam op die eerste fe
bruari tot in de Lievevrouwestraat
en aan de haven stond het tot aan
de eerste verdieping van de wonin
gen. Het ligt voor de hand dat het
Bergse Rode Kruis andermaal de
kans kreeg zich waar te maken en
het moet gezegd zijn: die kans
heeft het gegrepen. Het archief
van het Rode Kruis in Bergen op
Zoom bevat enkele verslagen en
rapporten van rodekruisleden. We
hebben er dankbaar gebruik van
gemaakt.-'9 Voorzitter van het af
delingsbestuur was sinds 1951 de
heer C. Lodders uit Halsteren.
De afdeling telde op 1 januari 1953
1073 leden. De transportkolonne
bestond uit 51 mannen en 41
vrouwen. Commandant van de
kolonne was nog altijd majoor Ko-
le. Zijn naaste medewerker was de
ons eveneens bekende W. Besling
met de rang van tweede luitenant
officier toegevoegd. In de praktijk
was hij in feite de waarnemend
commandant.
Sinds een jaar had het Bergse Ro
de Kruis een nieuw onderkomen in
het aangekochte pand Bolwerk 6.
Daar nam mejuffrouw Van Hoek
als ambtelijk sekretaresse de hon
neurs waar. Dit eigen centrum zou
tijdens de ramp een bijzonder nut
tig en waardevol bolwerk blijken.
Verder beschikte het Rode Kruis
over een rampendepot, dat in
1953 ineens goed van pas kwam.
Het mocht niet geopend worden,
tenzij met verlof van het hoofd
bestuur in Den Haag. Dat was op
het kritieke moment niet bereik
baar en toen heeft het afdelings
bestuur het toch maar open ge
maakt.
Van de getroffen gebieden behoor
den Halsteren en Woensdrecht tot
de afdeling Bergen op Zoom, ter
wijl ze voor Zuid-Beveland, Noord-
Beveland, Tholen, St.-Philipsland
en Schouwen-Duiveland als be
voorradingscentrum gold. Al deze
streken waren rampgebieden.30
4.2. de ochtend uan 1 februari
1953
Op zondagmorgen 5 uur begon de
afdeling te draaien: Lodders ont
ving op dat moment het bericht dat
de dijken van de polders bij Halste
ren waren doorgebroken. Vlug
alarmeerde hij drie bestuursleden
en majoor Kole. Ook Besling kreeg
een seintje en die waarschuwde op
zijn beurt zes kolonneleden. Dat
was niet eenvoudig, want de
stroom was uitgevallen. Elektrische
bellen lieten het afweten en aange
zien de telefoon het ook niet deed,
nam Besling maar de fiets. In de
Lievevrouwestraat kwam het water
hem tegemoet.
Om 6.20 uur waren er toch zestig
dames en heren op het centrum
aan het Bolwerk present en kon
Besling de politie vertellen, dat het
Rode Kruis paraat was voor aktie.
De bestuursleden hadden intussen
de taken onderling wat verdeeld:
één zou in het centrum blijven, één
ging het rampendepot open ma
ken (de inhoud moest naar Halste
ren), terwijl Kole en Besling pools
hoogte gingen nemen in Halste
ren. Het was nog donker, maar
toch kregen ze al een indruk van
de ernst van de situatie. In de pol
der kolkte de zee en sleurde pak
ken stro, huisraad, kadavers van
vee en allerhande rommel met zich
mee. Het tweetal begaf zich ijlings
naar burgemeester A.J.M. Eikhui
zen van Halsteren en bood hem de
De Waterschans nr. 4 1 993
Een door V en D beschikbaar gesteld busje heeft dag en nacht gereden
om de getroffenen af te halen aan de verzamelpunten. Hier zien we de
bus op het vliegveld Woensdrecht, waar hij direkt uit een helicopter eva
cués en een gewonde overneemt.
diensten van het Rode Kruis aan.
De burgemeester greep het aanbod
met beide handen aan. Hij had om
half vier drie brandweerlieden de
polder ingestuurd om de mensen
te waarschuwen en nu maakte hij
zich grote zorgen over deze drie.
Niet ten onrechte zoals later zou
blijken, twee van hen verdronken.
De burgemeester zelf was ook
maar amper aan de dood ont
snapt.
Terug in het rodekruisgebouw trof
fen Kole en Besling een tiental ko
lonneleden aan en konden de eer
ste taken worden opgedragen. Om
7.45 uur reden de twee terug naar
Halsteren. Intussen was het licht
geworden en zagen ze pas goed,
hoe verschrikkelijk de natuur te
keerging. Op daken stonden men
sen die smeekten om redding. Bo
ten! Boten! was het wachtwoord,
gauw boten charteren. Een half
uur later voeren de eerste boten de
polders in. Bergse en Thoolse vis
sers en een enkele niet-visser
waagden het de storm te trotseren
om verkleumde mensen van da
ken en zolders te halen.
Haastig reden Besling en Kole an
dermaal terug naar het centrum.
Daar had men niet stilgezeten. Het
aantal kolonneleden was weer ge
groeid en een Bergse firma stelde
een vrachtwagen beschikbaar. Zo
kon om acht uur een groep onder
leiding van groepscommandant
Van der Kreek naar de plaats des
onheils rijden. Eikhuizen bood
twee scholen in de Dorpsstraat
aan: de jongensschool verander
den de kruismensen in een nood
ziekenhuis en de meisjesschool in
een opvangcentrum voor evacués.
Ook had men al gauw een mortua
rium nodig, want om 8.30 uur
spoelde de eerste drenkelinge aan,
een dame van 87 jaar, liggend in
een linnenkast.
Een half uur later arriveerde Ha-
gens met een groep kolonnisten in
Halsteren. Daar waren helpsters
bij. Die gingen het opvangcentrum
leiden (drogen, wassen, voeden,
kleden en registreren van de bin
nenkomenden) en namen het
noodziekenhuis voor hun reke
ning. De rodekruishelpster eerste
klas mejuffrouw Schetters kreeg
nadat ze het ziekenhuisje geordend
had de leiding over alle helpsters in
Halsteren, terwijl Hagens het op
vangcentrum kreeg toegewezen. In
het dorp begon het Rode Kruis met
het inzamelen van kleding en
handdoeken en kreeg daarbij de
steun van de omroeper. De burge
rij reageerde royaal en spontaan.
Het leger liet zich ook niet onbe
tuigd en schonk duizend unifor
men, duizend stel ondergoed en
duizend overjassen. Dankzij een
uitstekende administratie kon later
alles zonder mankeren terug naar
de kazerne. De Bergse garnizoens
koks hielpen bij het bereiden van
een warme hap.
In drie dagen ving het Rode Kruis
ongeveer vijfhonderd evacués op.
Bootjes brachten de meeste vluch
telingen bij de Thoolseweg in
Halsteren aan land. Daar stonden
de rodekruismensen klaar om te
helpen bij het uitstappen. Per
vrachtwagen ging het dan naar het
opvangcentrum in de Dorpsstraat.
Iets later kreeg men de beschikking
over een echte ambulancewagen.
Bij het reddingswerk onderscheid
den zich volgens Lodders de heren
Oirbans en Nijssen, alsmede de
vissers uit Bergen en Tholen.
De zusters van de meisjesschool
schonken warme koffie en een so
ciaal werkster van de gemeente
Halsteren registreerde alle eva
cués. Lijsten met namen kwamen
aan de schooldeur te hangen. Ern
stige zieken en gewonden bracht
men naar het ziekenhuis in Bergen
op Zoom. Het waren ook kolonne
leden die de doden borgen in het
Halsterse lijkenhuisje en toen dat
vol was in het St. Elisabethgast-
huis. Mevrouw Eikhuizen nam de
zware taak op zich, de overledenen
piëteitvol op te baren, daarbij ijve
rig geholpen door zuster Van We-
sel.
Het was nog voormiddag toen Ko
le en Besling een inspektietocht
ondernamen op het grondgebied
van de gemeente Bergen op
Zoom. Daarbij ontdekten ze dat de
spoorlijn naar Goes grotendeels
was weggeslagen en dat in het
baanwachtershuisje ter hoogte van
de Duintjes de familie Pieterse in
nood verkeerde. In het huis dat
midden in het water stond waren
vijf mensen: vader en moeder Pie
terse met hun twee kinderen en
een oma van die kinderen. Het
ene kind was twee jaar oud, het
andere een dag. Twee schippers
uit Nieuw-Borgvliet en rodekruis
helpster Elly van de Linde waag
den zich met een bootje op de
woeste baren en slaagden er in het
gezin op te halen en onder te bren
gen in het ABG, het ziekenhuis
van Bergen op Zoom.
4.3. de middag en avond van 1 fe
bruari 1953
's Middags opende het Rode Kruis
een tweede opvangcentrum en wel
in Lepelstraat. Drie mannen bezet
ten elf dagen lang permanent deze
post.
Bolwerk 6 groeide uit tot een waar
zenuwcentrum. De drukte nam
met het uur toe. Dokter Kole gaf
de tip om een beroep te doen op
de rooms-katholieke EHBO-ver-
eniging. Voorzitter mr. Ad Assel-
bergs reageerde meteen positief en