De Waterschans nr. 1 1994 Afb.14. Afbraak van de zuidvleugel (1989); duidelijk is hier de kapconstructie van 1924 te zien. zou gaan verhuizen. En hiermee samenhangend: dat er verlof zou worden gevraagd aan het ministerie om een nieuwe school te bouwen. 7.2. de communiteit verhuist. Toen het duidelijk was dat de communiteit zou gaan verhuizen, moest er veel geregeld worden. Gelukkig was in 1982 pater H.van Beurden de gelederen van de com muniteit komen versterken, juist met het oog op wat er allemaal geregeld moest gaan worden. Op de eerste plaats was er de zorg voor de mensen. Er waren nog 14 paters en broeders. Verschillenden gaven de wens te kennen naar een klooster bejaardenoord te gaan of elders te gaan werken en wonen. Er zouden er 7 achterblijven, voor wie een nieuw onderkomen moest worden gezocht. Daarbij werd niet gedacht aan nieuwbouw. Na een maanden lange zoektocht werd een huis gevonden aan de Buitenvest, dat echter ingrijpend moest worden aangepast en tevens toch te klein bleek -vandaar dat er een dépendan ce is aan de Wouwsestraatweg. De verhuizing vond plaats op 13 sep tember 1985. Bij de zorg voor de mensen moet ook worden gedacht aan de overle denen op het kloosterkerkhof van het Juvenaat: sinds 1900 waren paters, broeders, leerlingen en enige anderen -onder wie Janus Sio- daar begraven. Zij werden herbegraven op een apart gedeelte van de RK Begraafplaats aan de Mastendreef. Voor de verhuizing van de commu niteitsleden moest echter eerst gezorgd worden voor een goede bestemming van inventaris, meubili- air, apparatuur. Zo is er bijvoor beeld veel tijd besteed aan de bibliotheek, waarvan een gedeelte is overgenomen door de Gemeentelij ke Archiefdienst. Paters in Polen hadden belangstelling voor de inventaris van de kapel en de paramenten. Het orgel valt momen teel te beluisteren in de parochie kerk van Diemen. Intussen zocht men naar een koper van het terrein met 'opstallen', zoals dat officieel heet. Al snel bleek dat de Gemeente een gega digde was: men wilde er een woonwijk van maken waarbij zoveel mogelijk het groen bewaard zou blijven. Daarbij werd overeen gekomen dat een deel van het terrein zou worden bestemd voor de nieuwe school. Van de opbrengst van de verkoop is een groot gedeel te gebruikt voor SCJ-scholen in Chili en Kameroen. Het tempo waarin een en ander kon worden verwezenlijkt hing echter af van de toestemming om met de nieuwbouw van de school te begin nen. Om het Departement onder druk te zetten werd de huur op termijn opgezegd. Ook de Gemeen te zette zich in voor een snellere afwerking. Maar er was een bouw- stop voor scholen van kracht! Dat er toch in april 1987 verlof kwam om met de nieuwbouw te beginnen werd dan ook als een klein wonder ervaren. 7.3. de nieuwe school. Direct werd begonnen met de bouw. De school werd gebouwd op een van de oude sportterreinen, de 'Schapenwei'. Het gebouw lijkt in geen enkel opzicht op het oude Juvenaat, met zijn karakteristieke gangen, vele ruimtes, mogelijkhe den voor allerlei activiteiten (geoor loofd of niet...). Vandaar dat de leerlingen aanvankelijk niet zo gelukkig waren met de verhuizing! Die verhuizing vond plaats in april 1988. Het gebouw werd in oktober van dat jaar officieel geopend door staatssecretaris N.Ginjaar-Maas. Bij die gelegenheid werd ook de gevel plastiek onthuld, tevens het nieuwe logo van de school. Het meest eigene van de nieuwe school is de centraal gelegen ruimte die gebruikt kan worden voor allerlei activiteiten, maar die vooral in trek is als ontmoetingsplaats voor leerlingen en docenten. Vanaf het begin was het gebouw te klein en moest het noodgebouw van 1975 uitkomst bieden; het werd gedemonteerd en op het nieuwe schoolterrein weer opgebouwd. Degene die alle perikelen rond de nieuwbouw en de verhuizing al die jaren had moeten zien op te lossen was rector De Raaij, daarbij overi gens geassisteerd door een commis sie uit het bestuur en enige docen ten. Hoewel hij in 1987 met pensi oen had kunnen gaan, is hij toch aangebleven tot de nieuwbouw gereed was. In september 1988 heeft hij afscheid genomen van de school. Er was al ruimschoots tevoren gelegenheid om uit te zien naar een opvolger. Dat werd de heer A.Schneiders. Daarmee was de hele schoolleiding in handen van leken overgegaan; al sinds 1982 was rector De Raaij de enige pater in de schoolleiding geweest. 30 De Waterschans nr. 1 1994 De laatste pater-docent (de schrijver van dit artikel) nam afscheid in juli 1989. 7.4. het einde van het gebouwen complex. Vanaf 1980 werd het steeds moeilij ker om vandalisme op het Juvenaat sterrein te bestrijden. Aanvankelijk bleef het bij wat graffiti, maar toen gebouwen leeg kwamen te staan werd het erger: ramen werden ingegooid, vernielin gen aangericht, er werden hier en daar brandjes gesticht. Tevens begon het gilde van de anonieme dieven al toe te slaan. Dit verergerde toen de communiteit in 1985 niet meer in het hoofdge bouw woonde. Vrijwel elk weekend was het raak. Nooit is er een dader aangehouden of opgespoord. De verschillende huurders en ge bruikers van Juvenaatsruimten hadden intussen uitgezien naar een nieuw onderkomen. Het dekenaat was al vertrokken in 1984. Heel ingrijpend was dat voor de tafelten nisvereniging 'Het Markiezaat', die echter een goed nieuw thuis vond in Gebouw T van de Blokstallen. Na de verhuizing van de school werd het hele terrein en complex eigendom van de Gemeente (juli 1988). Rond die datum is er op een schandelijke wijze geplunderd; het is onbegrijpelijk dat men zelfs op klaarlichte dag met wagens vol van alles wat los en vast zat weg kon halen. De Gemeente was al eerder begon nen met de aanleg van wegen e.d. en de bouw van de eerste woningen op vrijgekomen gebieden. Nu werd snel verder gewerkt. Begin 1989 werd gestart met de sloop van het hoofdgebouw. De voorgevel werd echter gespaard: die wilde men behouden vanwege het karakteri stieke en vertrouwde beeld aan de Antwerpsestraatweg En daarmee begon de lijdensweg van dat gevelgebouw. Men wist er eigenlijk geen raad mee. Ook een nieuwe eigenaar niet. Voor apparte menten of kantoorruimten bleken geen kopers of huurders te vinden. Intussen verloederde het gebouw tot een ruïne, tot ergernis en verdriet vooral van de omwonenden. Uiteindelijk gaf de Gemeenteraad in februari 1993 verlof tot de sloop. Daar werd met bekwame spoed aan begonnen: in december. Een triest einde van een gebouw dat 90 jaar zo'n belangrijke plaats heeft inge nomen in de stad. 8. tot slot Het is echter niet goed om zo in mineur af te sluiten. Keren wij terug naar het begin in 1900: het plan van pater Dehon. Hij wilde een school stichten waar Nederlandse jongens zouden wor den opgeleid die als priester werk zaam zouden kunnen zijn op de terreinen waar zijn Congregatie vooral op was gericht: sociaal werk, onderwijs en missie. In de loop van de volgende 65 jaar is voor velen in het Juvenaat de basis gelegd voor hun latere leven als priester, de meesten van hen in de Congregatie van de Priesters van het H.Hart. Daardoor werd het sociale werk mogelijk dat door SCJ-ers is verricht in o.a. Amster dam, Rotterdam, Schiedam, Dor drecht en ook Bergen op Zoom ('Ons Bergen'), bij het zeeliedena- postolaat in Rotterdam, het opvoe dingstehuis voor jongens in Heer/Cadier en Keer, Nederlandse emigranten in Canada. Middelbare scholen werden opgericht in Den Haag en Amsterdam. Nederlandse SCJ-ers zijn uitgetrokken naar Latijns-Amerika, Belgisch-Congo (Zaïre), Kameroen, Nederlands- Indië (Indonesië), Finland. Daar naast werden parochies aangenomen waar soms moeilijk pastores voor te vinden waren: in afgelegen dorpen, in de havengebieden van Amster dam en Rotterdam. En er waren veel paters nodig voor de opleiding in zowel de klein- als groot-semi naries, alsmede voor de materiële en financiële ondersteuning van al de genoemde werkzaamheden. Ook zijn er veel (oud-)Juvenisten geen priester geworden. Dat wil niet zeggen dat hun opleiding daarom niet van waarde zou zijn geweest. Gezien de afkomst van nogal wat Juvenisten kan men zeker stellen dat het Juvenaat voor velen de enige kans is geweest om een middelbare school te volgen. Be kend is ook dat uit deze groep verschillenden zich hebben ingezet op terreinen waar leden van de SCJ-Congregatie voorkeur voor hadden. Het is moeilijker om iets te zeggen over de tijd na de grote veranderin gen, na ongeveer 1965. De afstand is nog te klein. Bovendien kunnen anderen daar objectiever over oordelen dan iemand die zo sterk persoonlijk bij die periode betrok ken is geweest. Ik laat dat daarom graag aan die anderen over. Verantwoording Dit artikel heeft geen enkele weten schappelijke pretentie, want het is niet gebaseerd op bronnen of syste matisch onderzoek. Het is het verhaal van iemand die sinds 1963 aan het Juvenaat verbonden is geweest, zelf enige aantekeningen heeft bewaard, veel gehoord heeft van en over vroegere bewoners, wat oude gegevens heeft geraadpleegd. Vandaar dat er ook geen literatuur- of bronnenlijst aan dit artikel is toegevoegd. Wél is de tekst voor de publicatie gelezen en hier en daar gecorrigeerd door anderen die (een deel van) deze geschiedenis hebben meegemaakt. 31

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 17