De medaillons van de Beloften van het Heilig Hart in de Grote of Sint-Gertrudiskerk De Waterschans nr. 1 1994 dieren en produktievermogen. Op zijn iniatitief werden er ook nauwkeurige kaarten gemaakt van de bezittingen van de Compagnie op Java's Noord-Oostkust. Fel bestreed hij de immigratie van de Chinezen; hij beschouwde ze als 'bedervers van den Javaan'. Slechts met de meest vertrouwde elementen onder hen werden overeenkomsten aangegaan. Door dit alles werd Van Overstraten bij velen een zeer gezien man. Vermeldingswaard is nog dat er door de gouverneur behoorlijke politie-maatregelen werden geno men voor de handhaving van rust en orde. Een goede marine vond hij zeer noodzakelijk en hij had een bijzondere belangstelling voor de marineschool te Samarang, een kweekschool voor zeevaartkundigen en artilleristen. Leraren en leer lingen brachten voor hem het gourvernement en de wateren er om heen in kaart. gouverneur-generaal Door de inmiddels in Indië opge treden Commissie der Commissa rissen Generaal werd hij 16 augu stus 1796 tot opvolger van Alting benoemd, die 16 jaar Gouverneur- Generaal in Batavia was geweest en als zodanig tevens in het college van de Commissarissen-Generaal opgenomen; op 17 februari 1797 aanvaardde hij deze hoge funktie. Tevens ging hij toen optreden als commissaris-generaal samen met de conservatieve Nederburgh. De benoeming van Van Overstraten werd door zeer velen toegejuicht. Het gaf de rust bij de ambtenaren van de Compagnie terug. Van Overstraten stond immers bekend als een van de gunstelingen, maar door zijn afwezigheid van de hoofd plaats was hij gedurende de laatste jaren van alle partijtwisten en intri ges vrij gebleven. Bovendien was hij eerlijk, wat ten opzichte van de onbetrouwbare en baatzuchtige Alting een vooruitgang betekende. Ook als gouverneur-generaal deed hij zich kennen als een recht schapen en doortastend man. Hij nam bijvoorbeeld tal van maat regelen ter bescherming van de inlanders tegen de toenemende knevelarijen van hun hoofden en verbood de ambtenaren het aan nemen van geschenken. Van Overstraten was reeds begon nen het ongezonde Batavia als woonstad te mijden en verhuizing naar de hoger gelegen buitenwijken aan te moedigen, wat later door de volgende gouverneur Daendels ge heel voltooid zou worden. Het vierjarig bestuur van Van Overstraten was een tijdvak van grote nood en er kon dan ook niet verwacht worden dat er grote her vormingen en verbeteringen zouden plaatshebben. Hij kon niet meer doen dan proberen de interne vrede te bewaren, de vijand buiten de deur te houden en op financieel terrein de eindjes aan elkaar te knopen. Maar wat hij moest doen, ook al was het niet steeds spectacu lair, deed hij blijkbaar prima. aanslag verijdeld Veel waardering kreeg hij toen hij, in het belang van de inlanders, een aanslag wist te verijdelen. Tengevolge van de verovering van Nederland door Frankrijk kwamen sinds 1795 namelijk geen schepen meer uit het vaderland in Indië aan, terwijl de Engelsen (Van Over straten noemde ze 'de onverdrage- lijkste natie'), aangemoedigd door de brieven van de ex-stadhouder Willem V uit Kew, verschillende pogingen deden om zich van de bezittingen van de Compagnie meester te maken. In augustus 1800 kwam een Engels eskader van vijf oorlogsschepen op de rede van Batavia aan. De Engelsen bezetten de eilanden Onrust en Kuiper en vernielden de daar liggende sche pen, maar een eis tot capitulatie van Batavia wees van Overstraten manmoedig af. Toen de vijand na enige tijd op verschillende punten landingen beproefde, kon dankzij de getroffen maatregelen de aanval worden afgeslagen, waarop het eskader 9 november de rede verliet. Van Overstraten wist dankzij door tastende maatregelen leger en vloot met inlandse manschappen te ver sterken en door het kweken van een goede verstandhouding met de in heemse vorsten deze aanslag te verijdelen. Toen richtten de Engelsen zich naar het oosten van de Archipel en slaagden er in 21 juni 1801 het eiland Temate te bezetten. Het bericht hiervan verhaastte de dood van van Overstraten die sedert geruime tijd ziek was. een Bergenaar in Indië begraven In 1796 had Van Overstraten reeds tijdens een reis een ontsteking aan zijn voet opgelopen; hij kon er erg moeilijk door lopen. Dankzij medische tussenkomst genas dit wel en een heel lange tijd had er ook geen last meer van. Maar onverwachts werd hij eind 1800 tengevolge van die oude kwaal toch ernstig ziek. Begin 1801 voelde hij zich zelfs geheel on geschikt om de gewone vergadering van de Regering bij te wonen. Van Overstraten overleed op zater dag 22 augustus 1801 te Weltevre den, een stadsdeel ten zuiden van Djakarta, dat zijn naam ontleende aan een landgoed door Van Over- staten zo genoemd. Twee dagen later werd hij met grote statie, begeleid door 68 kanonschoten, begraven in een grafkelder op het kerkhof te Tanah-Abang dat hij zelf had laten aanleggen (3). een bijzondere Bergenaar Van Overstraten heeft een schit terende en merkwaardige loopbaan doorlopen. In politiek en ekonomisch opzicht was hij een prima bestuurder; maar ook op militair gebied heeft hij zeker ook zijn sporen verdiend. De uitgesterkte en winstgevende be zittingen van de Compagnie moes ten immers verdedigd worden tegen buitenlandse vijanden. Tevens moest in het binnenland de open bare rust en orde gehandhaafd blijven. Hij had een uitvoerig plan ontwikkeld voor de verdediging van het land. Centraal in dat plan stond het zich terugtrekken zonder daarmee de vijand een voordeel te bieden. Hij liet bovendien een aantal forti ficatiën aanleggen. Een door hem ingestelde landmilitie droeg zeker ook bij tot de inlandse veiligheid. Het is zijn verdienste dat hij zich tegen de geest van verwarring en ontbinding, die de Franse Revo lutiejaren kenmerkten en die ook Indië dreigde aan te tasten, met 36 De Waterschans nr. 1 1994 door: Willem van Ham geduld en standvastigheid heeft verzet en geen duimbreed is afge weken van eenmaal aangenomen regeringsbeginselen die hij zelfs nog krachtiger dan zijn voorgangers wist te handhaven. Uit deze gegevens valt reeds op te maken dat Van Overstraten een man was van de Verlichting. Zijn zuster die heel wat gedichten heeft geschreven, behoorde tot de patriot tische kring van Bernardus Bosch en de blinde dichteres Petronella Moens, oprichters van het Nut te Bergen op Zoom dat zich intensief bezig hield met het volksonderwijs, opleiding tot democratisch staats burger en opvoeding in een christe lijke geest van verdraagzaamheid en liefde voor het vaderland. Meerdere Van Overstatens waren blijkbaar vaderlandslievend. In 1802 werd, na een plechtige bijeenkomst, in het stadhuis van Bergen op Zoom een portret van Gerhardus van Overstraten opge hangen, geschilderd door Joseph Gillis. Naar aanleiding van deze gebeurtenis werd er een oorkonde vervaardigd, die bij Brands te Bergen op Zoom gedrukt werd en waarvan er één, gedrukt op wit satijn, bestemd was voor de nog in leven zijnde vader van Gerhardus van Overstraten. Heel terecht wordt er in Bergen op Zoom ook een laan genoemd naar deze mr. Pieter Gerhardus van Overstraten. Een man die zoveel goeds in zijn leven gedaan heeft verdient deze eer. In de Gertrudiskerk te Bergen op Zoom bevinden zich sinds 1991 twee houten panelen, waarop tien in hout gesneden, deels vergulde, medaillons zijn bevestigd. Omdat ik enige jaren tevoren een gids voor die kerk had geschreven werd mij gevraagd wat deze voorstellingen betekenen. De enige informatie die ik kon verkrijgen leerde mij dat de medaillons afkomstig waren van de stralenkrans die zich eertijds be vond rond een heilighartbeeld in de parochiekerk van de H.H. Martela ren van Gorcum alhier, die in 1987 werd afgebroken. Aangezien niet alle taferelen thuis te brengen waren, heb ik mij ge wend tot de kunsthistorici drs. T. Graas te Utrecht en drs. J. Op 't Hoog te Nijmegen. Beide maakten mij duidelijk, dat het thema niet in de vakliteratuur te vinden is. Het is zeldzaam in Nederlandse kerken. Om iets van het onderwerp te begrijpen dient men eerst te weten hoe de verering voor het H. Hart van Jezus ontstond en wat deze voor de rooms-katholieken beteken de. Ik schrijf in de verleden tijd, omdat ondanks enige pogingen tot herstel in de jaren vijftig deze verering vrijwel uit de kerk van Nederland is verdwenen om plaats te maken voor andere vormen van godsdienstig beleven. De beloften van het H. Hart Verering voor het Hart van Jezus kwam reeds in de Middeleeuwen voor: vermoedelijk meer inciden teel. Van een afzonderlijke en wijdverbreide cultus was toen nog geen sprake. Het klimaat voor het ontstaan van een dergelijke verering was in het zeventiende-eeuwse Frankrijk gunstig door de grotere belangstelling voor de menselijke natuur van Jezus van Nazareth, mede dankzij enige vrome schrij vers. Er kwam voor het eerst een H.Hartfeest met een eigen mis en getijden (1). De verering kreeg een grotere verbreiding door de visioe nen van de Franse kloosterzuster Margaretha Maria Alacoque (over leden 1690, zalig verklaard 1864, heilig verklaard in 1920). In het klooster van Paray-le-Monial, waar zij was ingetreden, kreeg zij name lijk meermalen verschijningen van Jezus, die haar gebood de verering van zijn Hart te bevorderen. De voornaamste verschijning vond plaats op 16 juni 1675 (2). Ondanks de snelle verbreiding van de ver ering bleven de officiële bestuursor ganen van de roomse kerk nog lange tijd terughoudend. In 1729 werd een broederschap van het H. Hart te Rome opgericht, die nadien tot aartsbroederschap werd verhe ven; dit ziet men als een eerste stap tot kerkelijke erkenning. Pas in 1856 schreef paus Pius IX het jaarlijkse H. Hartfeest aan de gehele kerk voor en dezelfde paus riep in 1875 alle rooms-katholieken op zich aan het H. Hart toe te wijden. Paus Leo XIII droeg in 1899 de gehele aarde aan het H. Hart op. Ook in Nederland vond de H. Hartverering aanzienlijke verbrei ding. Wij denken o.a. aan de heilig- hartbeelden, die in vele steden op openbare pleinen zijn opgericht (3). Ook te Bergen op Zoom werd in 1927 een dergelijk heilighartbeeld geplaatst voor de toenmalige Sint- Josephkerk (thans Pastoor Jooren- 37 noten: 1-Adriana van Overstraten in haar lijkzang op het afsterven van mr. P.G. van Overstraten; 2- in diverse publicaties wordt Gerardus vaak ook als Gerhardus geschreven; 3-project tot de plechtige uitvaart van Zijn Hoog-Edelheid, de Hoog-Edele Gestrenge Heer mr. Pieter Gerardus van Overstraten. Bergen op Zoom. 1802. geraadpleegde literatuur: Slootmans K. Bergse straten schrijven geschiedenis. In: sociale gids voor katholiek Bergen op Zoom. 1963; Slootmans C. In Bergen op Zoom op het eind der XVIIIe eeuw. Bergen op Zoom. z.j.; Rhede van der Kloot M. De Gouverneur-Generaal en Commissarissen- generaal van Nederlandsch-Indië. 1610-1888. 's Gravenhage. 1891; Juten A. De familie van Overstraten. Taxandria. 37e jrg. 1930. blz. 210- 218.

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 20