De Waterschans nr. 1 1994 plein). Afb.l. Het heilighartbeeld, zoals dat was geplaatst in de kerk van de H.H. Martelaren van Gorcum. Bij zijn verschijningen deed Jezus aan Margaretha Maria Alacoque een aantal beloften ten voordele van degenen, die Zijn Hart zullen ver eren. Deze luiden 1. Ik zal hun al de genade geven, die zij in hun levensstaat nodig hebben. 2. Ik zal vrede brengen in hun gezinnen. 3. Ik zal hen troosten in al hun moei lijkheden. 4. Ik zal hun een veilige schuilplaats zijn in het leven en vooral bij het sterven. 5. Ik zal overvloedige zegen uitstorten over al hun ondernemingen. 6. De zon daren zullen in mijn Hart een bron en een eindeloze oceaan van barm hartigheid vinden. 7. De lauwe zielen zullen vurig worden. 8. De vurige zielen zullen spoedig tot een hoge volmaaktheid geraken. 9. Ik zal de woningen zegenen, waar het beeld van mijn Hart zal staan en vereerd worden. 10. Aan hen, die aan het heil van de zielen werken, zal ik de gave verlenen om de meest versteende harten te treffen. 11. Zij, die deze godsvrucht ver spreiden, zullen hun naam in mijn Hart geschreven vinden, die daar nooit uitgewist zal worden. 12. Aan ieder, die negen maanden achtereen op de Eerste vrijdag ter communie gaat, beloof ik de eindgenade der boetvaardigheid. Hij zal niet in ongenade sterven, noch zonder de sacramenten te ontvangen. Mijn Hart zal een veilige schuilplaats zijn in zijn laatste ogenblik (4). De laatste belofte kreeg de grootste bekendheid en leeft bij velen in de herinnering voort. Welke rooms- katholiek kende niet de devotie van de 'Eerste Vrijdag van de maand' Ook belofte nummer negen werd in veel gezinnen vervuld door het plaatsen van een heilighartbeeld, waarvoor steeds een lichtje brandde, in de huiskamer. Voor dat beeld bad men gezamenlijk de rozenkrans of het avondgebed, eveneens vrij wel geheel verdwenen gebedsprak tijken. Wat is er op de medaillons afge beeld? Wie enigszins thuis is in de materie kan constateren dat hier geen spra ke is van een homogene serie bijbelse taferelen of van bekende series zoals de 'Geheimen' van de rozenkrans. Van deskundige zijde werd mij in dit kader gewezen op een godsdienstig boek, geschreven door pater P.J. Boubée S.J., waarin hij de beloften van het H. Hart toelicht. Daarin worden, voor het merendeel bijbelse, gebeurtenissen aangehaald om zin en betekenis van deze beloften duidelijk te maken. Hij spoort de gelovigen aan om de deugden na te volgen die als het ware kunnen leiden tot de belonin gen die het H. Hart heeft beloofd. De medaillons van de verdwenen stralenkrans uit de Martelarenkerk stellen soortgelijke taferelen voor, maar het zijn, op drie afbeeldingen na (de nummers 5, 7 en 9) niet dezelfde als de genoemde schrijver aanhaalt. Ook is er verschil in het karakter van de gebeurtenissen: bij Boubée zijn tien van de twaalf voorbeelden aan de bijbel ontleend; te Bergen op Zoom hoogstens zes (de nrs. 1-6). Pater Boelrijk van de Priesters van het H. Hart alhier deelde mij desgevraagd mede dat eertijds de priesters door hun oplei ding in staat waren vanuit hun kennis van de heils-of kerkelijke geschiedenis alternatieve, zij het gelijksoortige, gebeurtenissen te putten om de beloften op uiteenlo pende wijze te doen illustreren. De medaillons kunnen dus gemakkelijk door een parochiegeestelijke zijn besteld waarbij de keuze van de taferelen naar eigen inzicht plaats had. De medaillons uit de Martelaren- kerk Het onderzoek in de archieven van de voormalige Martelarenparochie levert enige globale gegevens op. De inventarislijsten van het kerkge bouw die waren opgesteld op voorschrift van het Bisdom van Breda en jaarlijks aangevuld wer den bevatten ook vermeldingen van het heilighartbeeld en zijn versie ring. De aanvulling d.d. 25 mei 1912 op de inventaris van 1907 vermeldt voor het eerst 'Een sier- krans rond het beeld van het H. Hart van Jezus met twaalf gebeeld houwde tafereeltjes (5). Een volgende aanvulling, uit 1915, vermeldt een 'gebeeldhouwde krans, waarin de twaalf beloften [in andere hand bijgeschreven] in eikenhout' (6). Het ligt gezien de stijl voor de hand dat zij zijn gele verd door het atelier Custers te Stratum dat ook andere beelden en altaren in de kerk produceerde. In de Sint-Gertrudiskerk zijn thans slechts tien medaillons te zien. Zij zijn losgemaakt van de sierkrans (mandorla) die rond het reeds vermelde heilighartbeeld was beve stigd. De twee overige medaillons zijn door het kerkbestuur geschon ken aan particulieren alhier uit dankbaarheid voor hun belangeloze medewerking, inzet en initiatief bij de inrichting van de Sint-Gertrudis- kerk. Die schenking had in het bijzonder plaats uit dankbaarheid voor het in veiligheid brengen van kerkelijke interieurstukken uit de voormalige kerk van de H. Maagd. Die hadden in de tijd tussen de sluiting van dat gebouw en de overbrenging naar de Gertrudiskerk geen directe bescherming. De tien overige medaillons zijn, zoals hiervoor reeds vermeld, op twee eikenhouten panelen beves tigd. Dit werk is verricht door de heer A. Kruf, meubelmaker alhier. De panelen hangen thans aan de oostelijke en westelijke zijmuren van het eerste (westelijke) transept van gemeld kerkgebouw (7). De Waterschans nr. 1 1994 De medaillons hebben niet alleen godsdienstige of historische, maar ook artistieke waarde. Omdat zij uit het tijdperk van de neogothiek dateren moeten wij er genoegen mee nemen dat het geheel wat braaf en zonder duidelijke bewogenheid is voorgesteld, ook als het onder werp zich voor meer emoties leent (bijvoorbeeld de gebeurtenissen rond Lazarus, Job of Franciscus). Maar door hun bijzonder fraaie en verzorgde snijwerk vormen zij thans een sieraad voor de Sint- Gertrudiskerk. De voorgestelde taferelen Dank zij de hulp van genoemde deskundigen is het gelukt na te gaan welke gebeurtenissen de afgebeelde taferelen voorstellen en waaraan die ontleend zijn. De beschrijvingen worden gegeven in de volgorde van de medaillons, zoals zij rond het heilighartbeeld voorkwamen. Deze corresponderen met de in de vorige paragraaf genoemde beloften. De volgorde van de medaillons zoals zij thans zijn aangebracht staat tussen haak jes, op ieder paneel gerekend van links naar rechts. Daarbij is afgewe ken van de oorspronkelijke volgor de (8). Erachter is vermeld of zij zich op het paneel aan oost- of aan de westwand van het transept bevinden. De twee eerstgenoemde medaillons bevinden zich niet in de kerk (9). 1. Jezus zegent het bruidspaar te Kana (in particulier bezit). In een door gordijnen verdeeld vertrek zegent Jezus het bruidspaar, dat rechts op kussens geknield ligt. Jezus staat links en strekt zijn handen naar hen uit. Bruid en bruidegom zijn te herkennen aan de bloemkransen op hun hoofd. Te Kana in Galilea veranderde Jezus tijdens een bruiloftsfeest bij een tekort aan wijn een aantal kruiken water in gemelde drank. Dat won der is niet afgebeeld (10). De wijnkruiken staan tussen twee opengeslagen gordijnen; op de achtergrond wordt de compositie door een gesloten gordijn afgesloten (afb.2). 2. Sint-Josef, de timmerman, met Jezus en Maria (in particulier bezit). Het evangelie vermeldt slechts, dat Jezus te Nazaret opgroeide bij Josef en Maria en dat hij hen onderdanig was (11). Op het medaillon staat Sint-Josef, de timmerman, op de voorgrond (12). 3. Job op de mestvaalt oost nr. 4). De man Job, die alles verloren heeft, zit voor zijn huis op de mestvaalt. Rechts van hem staan twee van de drie vrienden, die het bijbelboek Job noemt (13). De middelste strekt de rechterhand naar Job uit; de linker houdt hij voor de borst. De linkse, met een staf in de linkerhand, gaat gedeeltelijk achter de voorgaande schuil en kijkt over diens rechterschouder. Links achter Job staat in de deuropening zijn vrouw, gesluierd. 4. Opwekking van Lazarus van Betanië (oost nr. 2) Het lichaam van Lazarus staat, gehuld in windsels, in de deurope ning van een bovengronds in een grot gemetseld graf. Links staat Jezus, die de rechterarm zegenend naar het lichaam opheft, waardoor dit weer tot leven komt (14). Links achter hem een vrouw, die een doek voor de neus houdt (Marta, zuster van de overledene). Op de voor grond knielt een andere vrouw, waarschijnlijk Maria, de andere zuster van Lazarus. Beide vrouwen zijn gesluierd. 5. De wonderbare visvangst (oost nr. 1). Op het meer van Genézaret vaart een bootje, waarin links Jezus, rechts twee leerlingen. Op de ach tergrond links een bergachtige oever, waarop een gebouw. Jezus heft zegenend de rechterhand ter wijl zijn linkerhand op zijn knie rust. De middelste leerling, kenne lijk de apostel Simon (Petrus), knielt aanbiddend voor Jezus neer. Rechts haalt een leerling met beide handen een net op dat overvloedig vissen bevat (15). 39

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 21