O p De Waterschans nr. 1 1994 Afb. 2 Detail van een spreeuwpot van het langs-gevel type' uit het verdronken land van het Markie- zaat, thans de Plaatvliet (coll. Van Gerwen, Ossendrecht). de literatuur en in museale collec ties. Langzamerhand komen er steeds meer spreeuwpotten te voorschijn: na bombardementen, bij bagger en graaf-activiteiten en archeologisch onderzoek (3). In Vlaanderen, vooral rondom Antwerpen, blijken ze dan zelfs nog gewoon aan de gevels van boerde rijen en stadswoningen te hangen. Ook in stad en land van Bergen op Zoom kende men ooit spreeuwpot ten en bij graafwerkzaamheden zijn ze in de loop der jaren op vijf verschillende plaatsen te voorschijn gekomen: op de hoek Westersin gel/Rijkebuurtstraat, achter een huis aan de Hofstraat, tussen pottenbak- kersafval nabij de Lindebaan, achter een huis aan de Weverskat en buitendijks op het verdronken land van het Markiezaat ter hoogte van de zuidrand van de Bergse plaat (4). Uit de omgeving van Bergen op Zoom kennen we ook spreeuwpot ten van de verdronken plaatsen Reimerswaal en Nieuwlande en het exemplaar dat in het Museum De Ghulden Roos (het Tongerlo-huis) in Roosendaal wordt geëxposeerd (5). In de loop van 1990 werden fragmenten van spreeuwpotten gevonden ter plaatse van het Huis Moerendaal bij Nispen (6). En onlangs kreeg ik een spreeuwpot in handen die een aantal jaren geleden bij de familie Kuijlen in Woens- drecht werd opgegraven (7). Uit westelijk Noord-Brabant zijn voorts verschillende vondsten bekend uit het afval van Oosterhoutse potten bakkers (8). In Breda tenslotte werd een halsfragment gevonden, dat vermoedelijk eveneens deel uit maakte van een spreeuwpot (9). Beter een in de hand dan tien in de lucht... Bij het gebruik van de spreeuwpot liet men zich vroeger niet drijven door de liefde voor de natuur, zoals bij het gebruik van nestkastjes door de hedendaagse mens. Men hield weliswaar van de spreeuw maar niet uit genegenheid voor deze vrolijke rakker. Wel als lekkernij: verwerkt in pasteien, in de soep, of op andere wijze bereid. En men was vanouds uiterst vin dingrijk in het bedenken van allerlei manieren om vogels te lokken en te vangen. In zijn gedicht 'Galathea ofte Harders Minne-klachte' noemt Jacob Cats een aantal van die methoden: 'Met een netjcn, met een stricki Met ten uyltjen op een kriek, met een boge, met een buys, met den spreeuwpot (10) oen het fuiys, Met den slagh, of vogellijm, op den misthoop, in den rijm, Met een weynigh kruyt en (oot, llanght men vogels klcyn en groot De spreeuwpot is dan ook onmis kenbaar een van die handige hulp middelen uit het arsenaal van de vogelvanger. Van Benthem Jutting schrijft, anno 1942, dat ook 'heden ten dage' het nuttigen van jonge spreeuwen nog in gebruik is en wel voornamelijk in de provincies Noord-Brabant en Limburg (o.a. Waalre en Valken burg). In plaats van spreeuwpotten laat men - zo schrijft zij - de vogels 'thans' onder andere nestelen in bloempotten, welke met de wijde kant tegen de muur worden gehan gen en waarvan het onderste gat groter is gemaakt. Van Benthem Jutting schrijft voorts, dat ook oude jeneverkruiken wel worden aange wend, nadat de toegang door het uitbreken van de hals vergroot is'(10). Er bestaan nog meer alternatieve spreeuwpotten. Zo komt men op boerderijen in Midden Delfland nog wel 'spreeuwpotten' tegen in de vorm van oude melktrechters, die aan de muur hangend als nestel plaats dienst doen (11). De 'spreeuw' in de pot vinden- Het was natuurlijk wel zaak om de jonge spreeuwen - want die zijn immers het lekkerst!- door hun ouders te laten grootbrengen en pas te vangen wanneer zij op het punt staan het ouderlijke nest te verlaten. Afb. 3 Bodemvondst Plaatvliet: langs-geveltype' met bijbehorend dekseltje; lengte 28 cm.; rood-bruin aardewerk met enkele spatjes loodglazuur; 15' eeuw (coll. Van Gerwen, Ossendrecht). In het tweede deel van het 'Houwe- lijck jonckvrouw en Rosette, jonghe vrijster', vergelijkt Jacob Cats jonge dochters met jonge spreeuwen, wanneer hij waarschuwt: 'k Tn spreeck. niet van het fruyt alleen, Mijn leer is over het algemeen: Uleeft iemant duyven op het kot, Of spreeu wen in een vogel-pot hy dient gewis, met alle vlijt, 2 De Waterschans nr. 1 1994 Te passen op den vluggen tjt, Want soo hy 't wat te lange maeckt, Pot eens de rappe jeught genaeckt, My sal voorseker op het lest, Ifiet vinden als het (zege nest; En siet, dan is 't te loet gesucht, P)e vogels swieren in de lucht'. Of jonge spreeuw werkelijk ooit een rol van betekenis heeft gespeeld bij de voedselvoorziening valt te betwijfelen. Exacte gegevens daarover ontbre ken maar een aanwijzing daarvoor vinden we in Eindhoven. Afb. 4. Bodemvondst Plaatvliet. Kopse type met bijbehorend dekseltje; lengte vermoedelijk 28 a 30 cm.; aardewerk; roodbakkende klei met spatjes loodglazuur; 15' eeuw (coll. Van Gerwen, Ossen drecht). Bij archeologisch onderzoek van de grachten van het voormalige Kas teel van Eindhoven werden meer dan zes spreeuwpotten aangetroffen en ook een heleboel resten van slacht- en jachtwild. Onder de in totaal 19.061 verzamelde dierlijke overblijfselen bevonden zich de fragmenten van 26 verschillende wilde vogelsoorten, in totaal 67 vogels. Onder die 67 vogels bevon den zich de overblijfselen van slechts 7 spreeuwen. Het waren onmiskenbaar onvolgroeide spreeu wen, jonge vogels dus en vast en zeker afkomstig uit spreeuwpotten! (12) In verschillende oude kookboeken komen we recepten tegen voor het bereiden van spreeuwen. Vaak werd dergelijk klein gevogelte gestoofd in aardewerken kookpotten, of zachtjes in boter gebraden. Maar ook jonge spreeuwen aan een spies geregen en geroosterd, of een spreeuwen-paté met een saus van gedroogde pruimen of kersen, waren in ons land niet te versmaden lekkernijen (13). Met enige culinaire fantasie zijn trouwens ook volwassen spreeuwen op smakelijke wijze te bereiden. Zo wonnen in 1986 twee Antwerpse koks in Luxemburg een zilveren medaille tijdens de Culinary World Cup. Hun creatie heette 'Huwelijk tussen spreeuwen en citrusfruit'. De beestjes werden op Japanse wijze uitgebeend, binnenste buiten ge keerd en weer teruggeplooid over kumquats (kleine citrusvrucht). Vervolgens werden de gebraden spreeuwen overgoten met een heldere saus op basis van siroop en citroen essence, koriander en ge bonden met zelfgetrokken pectine uit klokhuizen van appels. Het geheel werd gegarneerd met citrus vruchten (14). De spreeuwpot: een 'Inventione de Flaminghi'? De oudst bekende aanwijzing voor het gebruik van spreeuwpotten dateert uit de jaren 1485-1489 en vinden we op de uitbeelding van de vrouw uit Kana in het getijdenboek 'Les trés riches heures du Due de Berry'We zien op dit fraaie miniatuur van de hand van Jean Colombe meer dan tien vogelpotten hangen in aan de topgevel van een huis op het platteland van Savoie in Frankrijk (15). Deze oudste is tevens de enige afbeelding van vogelpotten buiten de Lage Landen. Omstreeks dezelfde tijd maakt Jeroen Bosch zijn schilderij 'Chris- tophorus' met een kruik opgehan gen in een boom (16). Uit de zijkant van de door hem afgebeelde kruik is een gat uitgebroken, dat via een laddertje bereikbaar is; binnenin brandt een haardvuur en een be baarde man kijkt door de mondope ning van de kruik naar buiten. Volgens sommigen wordt ook hier een spreeuwpot uitgebeeld. Dat is evenwel niet juist. Specifieke spreeuwpot-kenmerken, zoals het roest-stokje en het roofgat ontbre ken, terwijl de trechtervormige hals en de aangeknepen standring duide lijk weergeven dat we hier met een schenk- of drinkkruik te maken hebben. De enkele omstandigheid dat de pot aan een oor in de boom hangt, maakt van de kruik nog geen spreeuwpot. Afb. 5. Bodemvondst Westersingel:' Langs- geveltype' oorspronkelijke lengte vermoedelijk 28 d 32 cm; aarde werk; roodbruin; enkele spatjes loodglazuur; datering 1520-1540 (collectie in Gemeente-museum Markiezenhof Bergen op Zoom). Moeten we nu concluderen dat de oudst bekende vogelpotten uit zuid-oost Frankrijk (Savoie) ko men? Of uit midden-Frankrijk (Berry), vanwaar Jean Colombe afkomstig is. Of mogen we in deze afbeelding ook de hand van de gebroeders Pol, Jan en Herman zien, zonen van de Nijmeegse houtsnijder Arnold van Limburg? Deze broers hadden immers een belangrijk aandeel bij de realisatie van het befaamde getijdenboek (17). Na 1500 zien we spreeuwpotten afgebeeld op tal van schilderijen van Vlaamse en Hollandse mee sters: er zijn uit de zestiende en zeventiende eeuw zelfs maar weinig afbeeldingen van dorpsgezichten bekend waarop geen spreeuwpotten terug te vinden zijn. De oudst bekende en bewaard gebleven spreeuwpotten zijn alle in zuid-west Nederland teruggevonden, zoals in het verdronken dorp Nieuw lande (Zeeland): deze dateert van omstreeks 1400. Met uitzondering dus van de afbeel ding in 'Les trés riches heures' 3 O 9 Oen

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 3