De Waterschans nr. 2 1994 Karei Theodoor en zijn markiezaat Na al deze positieve daden van Karei Theodoor - en dit is lang niet alles, Rail vermeldt er nog veel meer - komt wel de vraag op: wat heeft die goede vorst nou voor zijn bezittingen in Nederland gedaan en met name voor Bergen op Zoom? Hij regeerde er van 1742 tot 1795, dus meer dan vijftig jaar. Het antwoord is bekend: 'praktisch niets'! Dat kwam allereerst door de omstandigheid dat hij hier weinig had te vertellen. De eigenlijke macht lag in Den Haag bij de Staten-Generaal en bij de Raad van Brabant. Die hielden deze Bergse Heer met zijn twee afwijkingen, hij was een buitenlander en bovendien katholiek, nauwgezet in de gaten. Zijn bezit in de Republiek was voor Afb.5. Karei Theodoor en Elisabeth Augusta op latere leeftijd. (In: KurfiXrst. a.w. blz. 91). hem een bron van inkomsten en daar bleef het in feite bij. Een andere ongunstige omstandigheid was dat hij het met zijn zes andere landen te druk had om veel aandacht te kunnen schenken aan deze voor hem ver weg gelegen uithoek. In het Markiezenhof zetelde een domeinraad en die nam hier de taken van de markies waar. Het ligt voor de hand dat, naarmate Karei zich minder met zijn markiezaat bemoeide, de macht van de Heren van de domeinraad toenam. Toch heeft de laatste markies kans gezien zijn bezit uit te breiden. Hij kocht bijvoorbeeld in 1761 Hoogerheide plus de helft van Ossendrecht. Het was ook onder zijn bewind dat er enkele drijvende polders opnieuw bedijkt werden. Hun namen herinneren aan het heerlijk echtpaar: prins Karelpolder (Woensdrecht), Augustapolder (Borgvliet) en Theodoruspolder (Bergen op Zoom). Hans Rail vertelt bijzonder weinig over het markiezaat. Van de 430 bladzijden die het boek telt zijn er geen tien aan Bergen en het bijbehorende gebied gewijd. De lijst van geraadpleegde werken en archieven vermeldt wat het markiezaat aangaat maar één boek, namelijk: Het Doorluchtig Huis van Bergen op Zoom. Een overzicht van de geschiedenis van de heren en markiezen van Bergen op Zoom, hun verwanten en hun bezittingen (1287-1795), geschreven door de Bergse archivaris W. van Ham (Zaltbommel 1977). De auteur is dus in goed gezelschap zou je zo zeggen, maar helaas, hij heeft het boek niet (goed) gelezen, want anders zou hij nooit hebben durven schrijven, dat Bergen op Zoom tot 1709 deel uitmaakte van de Oostenrijkse Nederlanden (blz. 5). Op pagina 14 en 15 zet Rail uiteen hoe het bestuur hier was geregeld. Ook wat deze materie betreft is Van Ham een betere gids. En hoewel de schrijver op bladzijde 369 beweert, dat hij voor de plaatsnamen de huidige schrijfwijze de voorkeur geeft, komen we namen tegen als: Offendregt, Hoogerheyden, Stand Daerbuyten, Bymoer, Wornsdregt (elders Voensdregt) en Voerens Eyunde. Van de door Karei Theodoor aangestelde funk- tionarissen noemt Rail slechts een enkele bij naam en daar blijft het dan bij. Zo vernemen we dat graaf Karei Theodoor von Vieregg gezant was in Brussel en tevens commissaris-generaal voor het markiezaat Bergen op Zoom. Hij volgde als zodanig Karei Joseph Lambaert op na diens dood in 1791 of 1792 (p. 247). Martin Joseph von George was toen controleur-generaal van de markiezaatsdomeinen en -financiën. Aan de 'Kurpfalzische Hof- und Staatskalender von 1867' ontleent Rail dat Friedrich Christian in dat jaar intendant was, Joannes Drabbe de hoogste belastinginner en Isac von Meinertshagen de drossaard, (p. 50) Het blijft bij magere vermeldingen, ook op ekonomisch terrein. Op p. 134 deelt Rail mee, dat de markies aan de inwoners van Gulik en Berg, van de heerlijkheid Ravenstein en van het markiezaat Bergen op Zoom onbeperkte vrijheid schonk inzake nijverheid en handel. Als gevolg daarvan ontstonden er in Gulik en Berg talrijke fabrieken voor ijzer, staal en textiel. In Bergen op Zoom was een dergelijke maatregel echter ondenkbaar voor 1795. Voor de markies ontbrak de speelruimte daartoe ten enenmale. Van Kareis vele initiatieven op het gebied van kunsten en weten schappen heeft Bergen al evenmin iets gemerkt. Zijn andere hoofdste den, vooral Mannheim, München en Düsseldorf, hebben nog heel wat tastbare herinneringen aan deze cultuurminnende heerser. Zelfs de fraaie Engelse Tuin in de Beierse hoofdstad is te danken aan onze laatste markies. Luitenant-generaal graaf Rumford (sir Benjamin Thompson) gaf in deze tuin een groot feest ter ere van de nieuwe keurvorstin aartshertogin Maria Leopoldine, met wie Karei Theodoor op 16 februari 1795 trouwde, kort nadat hij zijn Nederlandse gebieden had verloren. Zeven maanden eerder was zijn eerste vrouw Elisabeth Augusta overleden. soep van Rumford De naam van graaf Rumford is verbonden aan een soep, sociale soep, bestemd om uit te delen aan de armen en behoeftigen. Rumford zocht naar een gezond, voedzaam en gemakkelijk te bereiden gerecht. Ook in ons land is het 'heerlijke' eten bereid en uitgereikt. Ingrediënten: men neme parelgerst, erwten, aardappelen, tarwebrood, zout, bierazijn en water. (p. 295) Smakelijk? Het mocht natuurlijk niet al te lekker zijn. Karei Theodoor op bezoek in Bergen op Zoom? Is de laatste markies na zijn jeugdjaren nog terug geweest in Bergen op Zoom? Volgens Rail is 64 De Waterschans nr. 2 1994 Afb.6. Het paleis van Mannheim, herbouwd en uitgebreid door Karei Theodoor. (In: Kurfürst. a.w. blz. 109). dat inderdaad zo geweest. Uitgerekend in 1747 zou Karei Theodoor de stad hebben bezocht. Daar was alle reden toe na de verwoesting van een groot gedeelte van Bergen door de Fransen. Merkwaardig is echter dat Rail totaal niets vermeldt over de verovering van de stad en het daaraan voorafgegane beleg. Het blijft bij de vaststelling: 'Zweifellos war Karl Theodor öfters in Bergen op Zoom, wo seine Eltern getraut worden waren und worn it er 1729 belehnt wurde. Auch der Student in Leiden und Lowen durfte dort gewesen sein. 1747 laszt sich sein Aufenthalt dort nachweisen." (p. 16) Geen bronvermelding. En de markiezin, bezocht zij wellicht Bergen op Zoom? Hertogin-markiezin Elisabeth Augusta maakte in 1771 onder de naam van Gravin van Grevenbroich een reis naar de Republiek en deed daarbij Amsterdam, Scheveningen en Den Haag aan. Vast en zeker is ze volgens Rail toen doorgereisd naar Bergen op Zoom. (p. 136) Daar blijft het dan weer bij. Geen gegevens over de ontvangst, geen impressies, niets. De markiezin (1721-1794), een volle nicht van de markies, moet een kordate dame zijn geweest. Zeker in het begin nam zij een dominerende positie in en betrok haar man haar bij alle beslissingen. Clemens Augustus von Wittelsbach, keurvorst-aartsbisschop van Keulen maande Karei Theodoor enkele keren tot meer zelf standigheid. Toen Elisabeth bij de aartsbisschop twee balletmeesters weglokte met een hoger salaris, was Monseigneur danig verstoord. Als echtgenote schoot de markiezin in zoverre te kort, dat zij geen opvolger ter wereld bracht. Na de geboorte van een zoon die daags daarna overleed (29 juni 1761) zette zich bij Elisabeth de idee vast, dat ze alleen maar kinderen kon baren, die weldra zouden sterven, net als bij haar zuster Maria Anna in München. Karei Theodoor leverde het bewijs dat het niet aan hem lag. Reeds in 1750 schonk Christine von Hauer uit Düsseldorf hem een zoon. Kareis kabinetssecretaris was bereid vrouw en kind als de zijnen tot zich te nemen. Acht jaar later had de markies een heuse maitresse, een danseres van zijn schouwburg, dochter van een bakker. Zij zorgde voor een dochter. Weldra moest de danseres wijken voor een collega. Ook van haar kreeg Karei een dochter. De volgende in de rij kwam eveneens van het toneel. Tussen januari 1768 en november 1770 bracht ze vier kinderen ter wereld. Allen, ook moeder, werden in de adelstand verheven, want Karei zorgde goed voor zijn kroost, (p. 68-69) Elisabeth Augusta bleef lang een aantrekkelijke vrouw, knap genoeg, om het hoofd van baron Von Eberstein op hol te brengen. Toen de hertogin niet op zijn avances inging gooide hij het over een andere boeg. Gewapend met een pistool drong hij 's nachts haar slaapkamer binnen om haar te dwingen op zijn wensen in te gaan. Hij kreeg zijn zin niet en werd veroordeeld tot levenslang. De baron overleed in 1795 maar was toen al weer 31 jaar op vrije voeten. Zo beroerd was Karei nou ook weer niet (p.69-70). Was hij het niet die de rechtspraak veel humaner maakte? nog een enkele opmerking over het boek Dit zijn zo enkele indrukken en bijzonderheden naar aanleiding van het jongste boek van Hans Rail. Natuurlijk staat er veel meer in het boek. De politiek van de keurvorst komt uitgebreid aan de orde. Zijn houding in de diverse oorlogen tijdens zijn leven zoals de Oosten rijkse Successieoorlog, de Zeven jarige Oorlog, de Amerikaanse Vrijheidsoorlog, de Aardappel oorlog en de oorlogen in het kader van de Franse Revolutie krijgt de nodige aandacht. Wat de auteur evenwel mist is een boeiende verhaaltrant. Zijn verhaal is zo droog als archiefpapier. En dan die lange namen met die lange titels. Zo is er sprake van paltsgravin Maria Anna von Birken- feld-Gelnhausen, geboren paltsgravin Von Birken- feld-Bischweiler-Rappoltstein (1753-1824), vanaf 1799 hertogin van Beieren. En wat te denken van een Oberappellationsgerichtsprasi- dent in De Palts? Het Heilige Roomse Rijk der Duitse natie telde zo'n 300 vorstendommen en vorstendommetjes. Iemand van adel kon zo aardig wat titels verzamelen. Ook de verschillende staats instellingen in de diverse landen van Karei Theodoor vormen taaie stof. Dit als waarschuwing vooraf. Moge het de geïnteresseerde lezer niet weerhouden dit toch in vele opzichten degelijke boek ter hand te nemen. het einde van het markiezaat Bergen op Zoom Als zeventigjarige moest Karei Theodoor meemaken dat hij alle gebieden en bezittingen links van de Rijn verloor aan de Franse legers. Die bezetten in 1795 ook Bergen op Zoom en namen het hele markiezaat in beslag ten gunste van Frankrijk. Nog hetzelfde jaar wist de nieuwbakken Bataafse Republiek 65

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 13