De Sint Franciscusschool 68 70 jaar Rooms-Katholiek onderwijs op de Hoogstraat 69 De Waterschans nr. 2 1994 schade op. Dat wordt geweten aan de gebeurtenissen van die tijd, waardoor de nalatenschap kort nadien snel staatkundig uiteenviel. De Keurpaltz aan de rechteroever van de Rijn werd aan Baden toegevoegd, waardoor Mannheim en Heidelberg onder een nieuwe heerser kwamen. Gulik en Berg kwamen in handen van de lands heren van Pruisen, respectievelijk van Hessen. Bovendien wordt er op gewezen dat destijds bevoorrechte groepen, waaronder de burgers van München, zich ergerden aan de politieke hervormingen die Karei Thedoor in hun nadeel had doorgezet. In de aan Baden, Pruissen en Hessen toegevoegde landen deed men er alles aan om het vroegere Beierse bewind in een kwaad daglicht te stellen. Alleen Mannheim, dat onder Karei Theodoor een bloeiperiode had doorgemaakt, bleef zijn nage dachtenis eren. Maar ook tijdens zijn leven was er kritiek, niet alleen van degenen die zich benadeeld voelden. Tamelijk streng opgevoed, o.a. door paters Jezuïten, was hij een overtuigd rooms-katholiek en voerde Karei Theodoor een autoritair bewind. Toch had hij kontakten met minder orthodoxe figuren uit zijn tijd, onder andere de beroemde Franse filosoof Voltaire en de minstens zo beroemde musicus en componist Wolfgang A. Mozart. Dat de keurvorst een flink aantal bastaarden verwekte, wat allerminst verborgen bleef, ging men in die tijd minder apreciëren. De eeuw van de libertijnen liep op zijn einde en een periode van meer preutse opvattingen diende zich aan. Een deel van zijn onderdanen vervreem dde hij van zich door zijn plannen met Oostenrijk delen van Beieren te ruilen tegen de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België). jeugdjaren Het boek bevat waardevolle gegevens over de jeugd en opvoeding van Karei Theodoor, waarvan sommige tot dusverre niet bekend waren. De schrijver steunt daarbij o.a. op gegevens uit een niet gepubliceerd geschrift van K. T. von Traitteur, de latere hofbiblio- thecaris van de keurvorst. Karei Theodoor was geboren in het kasteel van Drogenbosch bij Brus sel, de zomerresidentie van zijn grootmoeder Maria Anna, hertogin van Arenberg en Aarschot. Zijn moeder kon hem geen borstvoeding geven, dus men behielp zich met een 'min' (een andere vrouw die wel borstvoeding kon geven). Zijn vader Johan Christiaan Jozef van Paltz-Sulzbach leed aan waterzucht, waardoor hij een 'beleibter Herr' (zwaarlijvig heerschap) was, maar hij moet ook een flinke eter zijn geweest (blz. 10). Hij overleed reeds op 33-jarige leeftijd; de moeder van Karei Theodoor overigens nog jonger, bijna 20 jaar oud. Na het overlij den van Maria Henriëtte werd het kind naar Brussel gebracht waar het werd opgevoed door zijn overgroot moeder, Maria Henriëtte Theresia del Caretto, hertogin-weduwe van Arenberg en Aarschot. Zij ging namens Karel-Thedoor ook in Bergen op Zoom regeren. Toen zijn vader op 25 januari 1731 opnieuw trouwde, nu met Eleonora van Hessen-Rheinfels-Rotenburg, verhuisde het gezin naar Sulzbach. Zijn stiefmoeder voedde hem in de Franse taal op. Vader en stiefmoeder voorkwamen dat het kind overgevoelig zou worden, onder andere door hem voedzame en zelfs harde spijzen te eten te geven (blz. 9). Reeds in 1733 werd het toekomstig huwelijk geregeld van de toen achtjarige jongen met zijn nicht Elisabeth Augusta van de Paltz. Na het overlijden van zijn vader moest Karei Theodoor opnieuw verhuizen, nu naar Mannheim. Daar regeerde keurvorst Karei Filips van Paltz- Neuburg, die de jongen als zijn opvolger beschouwde en daarom persoonlijk de voogdij op zich nam; daarmee kwam tevens een einde aan de rol van de stiefmoeder als opvoedster van de toekomstige vorst. De regering over de Neder landse bezittingen van Karei Theo door stond de nieuwe voogd aan de meergemelde overgrootmoeder af. Rail noemt de jongen knap en zachtaardig, wat hij wel van de biografen uit die tijd zal hebben overgenomen (blz.11). Interessant is ook de vermelding van de studies aan de universiteiten van Leiden en Leuven die de toekomstige keurvorst enige jaren volgde (blz. 13). De jeugdjaren gingen snel voorbij: op 17 januari 1742 vond te Mannheim de huwelijksvoltrekking plaats tussen de toen net 17 jarige Karei Theodoor en de reeds lang uitgezochte bruid. De vele gegevens over de jeugdjaren en de opvoeding van de keurvorst vormen een positief element in dit boek. Minder gelukkig zijn wij met de deels foutieve, deels onduidelijke familiegegevens in dit hoofdstuk. Op blz. 6 en 7 worden van de opvolging in het Markiezaat twee verschillende versies gegeven, waarvan vooral eerstgenoemde ernstige vergissingen bevat. De schrijver verwart Maria Margaretha van Merode (derde markiezin van Bergen op Zoom) met haar opvolgster Maria Mencia van Wittem en slaat dus een generatie over. Graaf Willem IV van den Bergh, vader van Herman van den Bergh, die was gehuwd met Maria Mencia, wordt diens zoon genoemd. Ook heet Willem (overleden in 1586) de vader te zijn geweest van Frederik Maurits II de la Tour d'Auvergne (geboren in 1642). Laatstgenoemde was in werkelijk heid een zoon van Frederik Maurits I de la Tour d'Auvergne. 'Duitse' toestanden in het Markiezaat? Nog opvallender is de schildering van de politieke verhoudingen in stad en land van Bergen op Zoom. Zo beweert Dr. Rail dat Bergen op Zoom, Breda en 's-Hertogenbosch tot 1709 tot de Oostenrijkse Nederlanden (het tegenwoordige België) behoord zouden hebben. Hij spreekt zichzelf duidelijk tegen door een pagina verder te vermelden dat de Staten-Generaal in 1688 Willem III beleenden met het Markiezaat (blz. 5-6). Overigens vind ik het niet nodig hierover in details te vervallen. Men vergelijke wat hier aan informatie wordt geboden met de inleiding van de inventaris van de archieven van de Raad en Rekenkamer te Bergen De Waterschans nr. 2 1994 door: dr. F. J. van Overveld op Zoom of het meer populair gehouden overzicht Het Doorluchtig Huis van Bergen op Zoom. De beschrijving van de bestuurs- en rechtsstruktuur van het Markiezaat vertoont opvallende gelijkenis met de autoritaire situaties in de Duitse vorstendom men van die tijd en komt weinig overeen met de werkelijke situatie in onze regio. Uit de spelling van de plaatsnamen blijkt dat de schri jver uitsluitend gebruik heeft gemaakt van enige Duitse ar chiefteksten, zodat van de spelling van de plaatsnamen weinig klopt: Offendrecht voor Ossendrecht; Wornsdrecht voor Woensdrecht; Eyudwe of Voonseyude voor Voornseinde; Altenbusch voor Oudenbosch enz. Klaarblijkelijk beschikt men te München niet over goede kaarten van het naburige Nederland. Dat achter de eigen aardige functie 'Krippenmeister' of 'Krippenintendant' het goede Nederlandse ambt van 'dijkgraaf schuilgaat, leert pas de raadpleging van een oud Duits woordenboek. Het boekdeel vormt zeker een aanwinst voor een ieder die van de levensgeschiedenis van een tot dusverre weinig bekende persoon uit de rij van markiezen kennis wil nemen. Over het Markiezaat zelf, over stad en land van Bergen op Zoom dus, zal hij uit dit boek echter weinig te weten komen en het weinige dat vermeld wordt is onvolledig en niet helemaal correct. Wat van blijvende waarde is zijn de vele portretten van Karei Thedoor, zijn echtgenote, verwanten en andere tijdgenoten die de tekst verluchten. Toen de 6e klas in 1971 de Sint Franciscusschool verliet, betekende dat een grote verandering voor zowel de leerlingen als voor de Afb. 1. Het St. Franciscusgesticht op de Hoogstraat. In het pand rechts op de foto woonden de Broeders. noot Terwijl deze recensie werd vervaardigd schreef drs. G. A. Huijbregts een uitgebreide samenvatting van het boek. De tekst kan dienen ter aanvulling van zijn bijdrage.

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 15