u keeren, tot weldoen De Waterschans nr. 2 1994 Afb.2. De Mariagrot. Uiterst rechts op de tweede rij de latere stadarchivaris Cornelis Slootmans die toen als onderwijzer aan de St. Franciscusschool verbonden was. Broeders. Voor de Bergse Broeders van de Congregatie van Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen van de Broeders van Huijbergen betekende dat na precies 70 jaar het einde van het Rooms-Katholiek onderwijs op de Hoogstraat. Bij aanvang van de zomervakantie werd met de hulp van een groep leerlingen de inboedel van de school overgebracht naar de Petrus Canisiusschool in de Wassenaar straat. Grotendeels leegstaand, bleven de schoolgebouwen nog tot 1977 in gebruik voor velerlei doeleinden totdat ze gesloopt werden. De voormalige behuizing van de Broeders, die inmiddels ook waren verhuisd, werd deels gesloopt, deels gerestaureerd. Jammer genoeg verdwenen daarbij de kapel en de Mariagrot in de tuin. Op het vrijgekomen terrein verrees het appartementenkomplex 'De Franciscusberg'. Rond de eeuwwisseling stichtten de Broeders hun eerste onderwijsin stellingen in Breda en Oosterhout. Op 1 oktober 1901 volgde die te Bergen op Zoom. Voor het zover was moest echter eerst een lokatie in de stad gevonden worden. Hiertoe voerde de algemeen-overste van de congregatie overleg met Deken Muskens en burgemeester Hulshof van Bergen op Zoom (1). Zij wisten of meenden te weten dat een zekere Wolters zijn huis op de Hoogstraat wilde verkopen. Het overleg resulteerde erin dat de woning en enige aangrenzende panden werden aangekocht. Een van de panden, dat na de beschieting van 1747 verrezen was op de plaats waar eertijds de St. Petrus- en Pauluskapel had gestaan (2), werd vernieuwd. Aan de voorgevel prijkte vanaf dat moment het opschrift 'Sint Franciscus-gestichf. In dit pand (de huidige doorgang naar het apparte mentenkomplex) werd op de eerste verdieping een kapel gebouwd. Op de begane grond werden een rekreatieruimte en een eetzaal ingericht. Achter het pand werd het nieuwe schoolgebouw opgetrokken. Voor het ontwerp tekende de Bergse architekt Q. Horsten, die nog vele jaren voor de Broeders zou blijven ontwerpen. Opvallend is wel dat de opzichter der gemeentewerken, die ter plekke de situatie en de bouwplannen moest beoordelen, dezelfde Q. Horsten was. De bouwvergunning voor het vernieuwde pand op de Hoogstraat, het schoolgebouw en een overdekte speelplaats met privaten werd op 22 februari 1901 afgegeven, onder de voorwaarde dat al de zinkputjes van de riolering moesten worden voorzien van vaste ijzeren roosters, waarvan de spijlen ten hoogste 1 cm uiteen mochten staan. De bouwaktiviteiten werden uitge voerd door het aannemingsbedrijf Gebr. van Pul uit Ossen-drecht en Huijbergen (3). Op 23 september 1901 kwamen de eerste Broeders uit Huijbergen te voet door het mulle zand van de Huijbergsebaan naar Bergen op Zoom. Zij werden op de Hoogstraat verwelkomd door leden van het komité dat de stichting van de school had ondersteund (finan cieel?) (4). Wel zeker is dat de Vincentius- vereniging de school financieel ondersteunde (5). Vanuit de stad bestond er veel belangstelling voor de school. Volgens de Kroniek van het huis '...kwamen veel meer men- schen met hun kinderen, dan aangenomen konden worden'. Dit kwam omdat de onderwijs voorzieningen in de stad pover waren (1). De bouw was nog niet gereed, de gang was niet geplaveid en de speelplaats lag nog overhoop. Toch moest het onderwijs op 1 oktober beginnen. Op 4 november van dat jaar werd ook nog begonnen met een bewaarschool, waarop 90 kinderen werden geplaatst (6). Toen begin december de gebouwen werden opgeleverd, werd op 2 december nog gestart met de le en 2e kursus van een kweekschool (1). Op 4 december werden school en kapel plechtig ingezegend door rector A. Maes in naam van Mgr. P. Leijten. Hij werd hierin bijgestaan door Zijne Eerwaarde Heer van de Pol, direkteur van het Instituut St. Marie te Huijbergen, geassisteerd door vijf kapelaans uit de parochie (5). Het feestlied dat gezongen werd door de leerlingen van de eerste klas bij gelegenheid van deze plechtige inzegening van het Sint Franciscusgesticht op 4 december 1901 luidde: 70 De Waterschans nr. 2 1994 Wij voelen de liarljei van dankbaarheid daan. IdJant Cjod, onze \Jader, zoo goed en zoo teer, Wt} zulhn ^Jdem minnen in uroondieid en deugd. Wij zullen aan ijver kier paóien t gebed, Qod, Li. bereid, Ook u wordt dil feestlied zoo danllaar gewijd. Op 30 april 1902 werd de kweekschool uitgebreid met de 3e en 4e kursus (1). Op 1 mei daaropvolgend vingen de lessen aan. Het bleek al gauw dat er voor de kwekelingen te weinig speelterrein was. Op 16 oktober 1902 werd er vanuit Huijbergen een speelweide in het 'Balschen Laag' aangekocht van mej. Helena Weijs (van het ontvangstkomité (zie 4) (7). Omdat de wei te laag lag, moest deze eerst worden opgehoogd. De wei, groot 42 are en 59 centiare, werd in de zomer van 1903 in gebruik genomen (1). Men ondervond al snel dat het schoolgebouw te klein was. Er moest dan ook dringend uitgebreid worden. Hiertoe moest men aangrenzende percelen aankopen, omdat het eigen terrein te klein was. Een viertal huisjes gelegen op de hoek van School- en Keizerstraat werden eind oktober 1902, medio november nog een vijfde huisje, aangekocht. Nadat de bouwver gunning op 20 maart 1903 was afgegeven (8), had onder leiding Ajb.3. In mei 1945 vierde meester P. F. van Bragt zijn zilveren onderwijsjubileum. Op de eerste rij van links naar rechts: J. P. P. van den Boom, Broeder Salesius (A. C. Huijben), P.F van Bragt, Broeder Hendricus (Kriesels) en Th. Daane. Op de tweede rij van links naar rechts: N.N., Broeder Antonio (J.S. de Cluster), Broeder Guibertus (Gabriëls), Broeder Alberik (Van Rijckevorsel), P. Gevonden, Broeder Lucius (Verraes), Broeder Sigbertus en N.N. van Q. Horsten de aanbesteding van het werk plaats. Er waren veel kandidaten, maar het werk werd wederom aan de Gebr. van Pul gegund. Na sloop van de als krotten beschreven huizen werd een nieuwe vleugel bij de 'oude' school aange bouwd. Bovendien werd de overdekte speelplaats uitgebreid, inklusief het aantal privaten en werd er nog een woonhuisje in de Keizerstraat gebouwd naast de nieuwe, maar smalle ingang van de school. Toch was deze nieuwe in gang in de Keizerstraat een grote verbetering. Tot dan was de ingang in de Schoolstraat gelegen en de toenmalige leerlingen moesten via lastige trapjes vanuit de Schoolstraat omhoog klimmen. Op 15 september 1903 overleed op 30-jarige leeftijd de eerste overste van het gesticht, die tevens direkteur van de kweekschool was (9). Hij werd opgevolgd door broeder Seraphinus, die zich reeds in augustus 1904 wegens ziekte terugtrok. Hij werd op zijn beurt vervangen door broeder Pacificus die vele jaren zou aanblijven (1). In de eerste jaren zou de school blijven groeien. Het pand Hoog straat 25 werd op 1 februari 1906 op verzoek van het R.K. Weeshuis ingericht als weeshuis voor jongens. Eind juni 1906 verbleven hier 3 jongens. In maart 1908 werd be gonnen met nieuwbouw voor de bewaarschool, die achter in de tuin van de Broeders was gepland (10). Dit nieuwe gebouw bestond tijdens de eerste jaren slechts uit één bouwlaag. De vergunning om dit gebouw met een verdieping te verhogen werd op 13 oktober 1911 verleend (11). Deze eerste verdieping kwam in gebruik als gymnastieklokaal voor de kweekschool. Met uitzondering van het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914 lagen kalme jaren in het vooruitzicht. Het 12-jarig bestaan van de school werd op 1 april 1914 gevierd. Het leken-personeel, het waren niet alleen Broeders die onderricht gaven, en de leerlingen schonken bij die gelegenheid een buste van Paus Pius X aan de Broeders (1). Deze buste zou gedurende het gehele bestaan van de school de gang blijven sieren (12). Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vonden 500-600 Belgische vluchtelingen onderdak in 71 J(oml heffen wij iatnen een vreugdelied aan. zond over deez idolen 2ijn zege hier neer. Wij danken dien \Jader den vriend onzer jeugd. I3ij tvetenóchap leeren (jodi heilige wet. tidij danhen ook innig ld prieileri van ie zooveel belanq itelt in oni aller

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 16