De Heren en Markiezen van Bergen op Zoom 76 De Waterschans nr. 2 1994 door: Ben Daeter In verband met de aandacht in deze Waterschans-aflevering voor de laatste Markies van Bergen op Zoom, Karei Theodoor, is het voor de lezers wellicht prettig een over zicht (met hier en daar wat bijzon derheden) te hebben van alle Heren en Markiezen die de stad in de loop der tijd heeft gekend. 1287-1353 geslacht Wezemaal 1340-1349 huis Voorne (tussentijds) 1353-1419 huis Boutersem 1419-1567 huis Glymes 1567-1671 geslachten Merode, Wittem en van den Bergh 1671-1795 geslachten Hohenzollern, La Tour d 'Auvergne en Palts- Sulzbach. Uit deze families volgen nu in chronologische volgorde van opvol ging alle personen die beleend werden met de stad Bergen op Zoom en bijbehorende gebieden en die de titel' Heer'of 'Vrouwe', na 1533 'Markies' of' Markiezin' van stad en land van Bergen op Zoom mochten voeren. De zoon van Arnold II, Heer van Wezemaal en Beatrix van Breda was Gerard van Wezemaal (1287- 1309). Hij was de eerste Heer van Bergen, maar voerde op zijn groot zegel de titel Heer van Wouw. Hij blonk uit door dapperheid in de Slag bij Woeringen. Hij heeft het oudste gedeelte van de O.L. Vrou wepoort laten bouwen als front dekking voor zijn hoeve die hij vanaf 1287 bewoonde naast zijn kasteel te Wouw. Arnold van Wezemaal was van 1309 tot 1312/13 Heer van Bergen op Zoom. Na zijn dood volgde een periode van neergang voor de Bergse Heerlijkheid. De vererving ging driemaal over op vrouwen (deze erfdochters werden pionnen in het politieke schaakspel tussen Brabant, Holland en Zeeland). Mathildis van Wezemaal regeerde als Vrouwe van Bergen van 1312/13 tot 1340. De grote schul denlast leidde tot een hertogelijk ingrijpen en Johanna van Voorne kreeg de titel, maar haar huwelijk bleef kinderloos zodat de titel weer terug ging naar Mathildis van Wezemaal van 1351 tot 1353. Een einde aan de verwarring in het Bergse Huis bracht Hendrik I Boutersem. Hij werd in 1353 be leend met Bergen op Zoom (stierf 1370/71). Hij verleende de stad het Groot Privilege van 1365 en gaf zo rechtskracht aan de pogingen van de Bergenaren hun stad tot markt plaats te maken voor vreemde kooplieden. Tevens werden er veel gronden ontgonnen vooral ook de moergronden ten behoeve van de turfwinning. Het Zuidkwartier bleef nog jaren versnipperd en een haard van geschillen. Van 1371 tot 1419 was zijn zoon Hendrik II van Boutersem als Heer met het gebied en de stad beleend. Hij schonk voorrechten aan de stad zodat deze zich weer kon herstellen van de grote brand in 1397. Ook was hij toegetreden tot het verbond van edelen en steden van Brabant dat in 1372 gesloten was en ook trad hij op als bemiddelaar in ge schillen tussen Holland en Brabant. Met Jan I van Glymes, Heer van 1419 tot 1430, begint het geslacht dat Bergen op Zoom de grootste voorspoed zou brengen. De Glymes waren een Brabants geslacht, af stammend van Jan, Heer van Gly mes, natuurlijke zoon van Hertog Jan II, in 1344 gewettigd. De nako melingen zouden verscheidenene heerlijkheden in Waals-Brabant gaan verwerven. In de 15e eeuw vond de eindstrijd om de macht in de Nederlanden plaats. Dat uitein delijk de Hertog van Bourgondië als overwinnaar uit de strijd te voorschijn zou komen, kon niemand vermoeden. De Heren van Bergen dienden vol overtuiging het Huis van Bourgondië. Van belang was dat Bergen een vooruitgeschoven post in het hertogdom Brabant was en verder speelde mee dat zij de Engelse partij vertegenwoordigden aan het Bourgondische hof. Door deze positie aan het Bourgondische hof konden de Heren van Bergen nu ook op nationaal gebied een grote rol gaan spelen. Jan I zelf werd benoemd tot drossaard van Brabant. Jan II van Glymes, ook wel Jan Metten Lippen genoemd, regeerde als Heer van 1431 tot 1494. Zijn populariteit is meer legendarisch dan historisch. Wel was hij een geducht strijder die deelnam aan alle oorlogen van Phillips van Bourgondië en Karei de Stoute en kreeg als diplomaat veel privileges van de Bourgondische vorsten los: tolvrijheid, jaarmarktvoorrechten. Hij zorgde ook voor herstel na de stadsbrand van 1444. Hij liet de Geertrudiskerk verheffen tot kapit telkerk en verleende de stad voor rechten, zoals bijvoorbeeld het zogenaamde Privilege van Zale in 1485 (overkluizing van de Grebbe door poorters en Heer toegestaan). De geschonken financiële bijdragen werden besteed aan de bouw van een nieuw hof te Bergen (gebouwd door Anthonis Keldermans). Jan III van Glymes, Heer van 1494 tot 1532, zorgde voor een aan zienlijke vergroting van het hof (eveneens door de bouwfamilie Keldermans). Ook werd het aantal domeinen vermeerderd en vonden er inpolderingen plaats (bijvoor beeld Standaarbuiten). Hij was raadsman en kamerheer van Phillips de Schone, keizer Maximiliaan en keizer Karei V. Hij was ook als De Waterschans nr. 2 1994 vertrouwensman van de land voogdes Margaretha van Savoye de aanvoerder van de pro-engelse en antifranse partij aan het hof. Als eerste der Heren van Bergen werd hij opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies (1481). Schraal afstekend tegenover de figuur van zijn vader is Anthonis van Glymes (1532-1541). Karei V verenigde zijn zuidbrabantse bezittingen tot het graafschap Walhain. Stad en land van Bergen werden verheven tot markgraaf-schap met de titel Markies (1533). Toch zette de neergang van Bergen in omdat de stad niet kon concurreren met Antwerpen. Zijn weduwe (hij stierf in 1541) Jacoba van Croy voerde tot 1550 nog het bewind. Zij was twistziek en streng katholiek en steunde de contra-reformatorische beweging (inpolderingen: Vrouw Jacobsland, Heer Jansland). Jan IV van Glymes, in 1541 al beleend met Bergen op Zoom, werd in 1550 als Markies ingehuldigd (bedijkingen de Kleine Fynaart en Ruigenhil). Hij speelde een vooraanstaande rol als lid van de oppositie tegen de koning en zijn vertegenwoordiger kardinaal Granvelle. Tegenover andersdenkenden bepleitte hij een grote verdraagzaamheid, daarom vertrok hij met de Heer van Montigny naar Spanje om de zaak van de Nederlanden aan het hof te bepleiten. Hij overleed daar in mei 1567 aan een voor zijn vertrek opgelopen verwonding; hij werd begraven in aanwezigheid van Hertog Alva en daarop postuum veroordeeld wegens majesteits schennis. Het hertogdom Brabant kwam door de ontstane scheuring in de Nederlanden op de breuklijn te liggen. Het bestuurscentrum verplaatste zich naar het Hollandse 's Gravenhage met een onder staatsbescherming staand, naar expansie strevend protestantisme. Het Huis van Bergen op Zoom bleef, ondanks wantrouwen tegen de roomse Markiezen, bestaan. De periode 1567-1648 was voor het Markizaat een crisistijd. De belang rijke vesting was van 1567 tot 1577 geconfisqueerd door de koning van Spanje. Daarna echter blijvend aan de kant van de Verenigde Ne derlanden. In 1577 werd Maria Margaretha van Merode door de Staten van Brabant beleend met het land en de stad Bergen op Zoom. Haar echtgenoot Jan van Wittem had partij voor de opstand gekozen. Door de komst van Parma werden er in 1580 enige Zeeuwse vendels als bezetting binnen de vesting toegelaten. Het gevolg daarvan was dat de Hervorming met harde hand werd ingevoerd. De Markies gaat naar Wouw en maakt gemene zaken met de Spanjaarden en onderneemt op 5 december 1581 een aanval op Bergen op Zoom; deze mislukt echter. De Staten Generaal verklaren hem vervallen van zijn markgraafschap (dit kwam in handen van prins Willem van Oranje, 1582-1584, van 1584-1585 in handen van de Staten van Brabant, tenslotte van 1585-1609 in bezit van prins Maurits). Er waren toen twee invloedssferen ontstaan: de Spaanse koning behield slot Wouw en een groot deel van het Oostkwartier, terwijl de prins van Oranje en Staten Generaal de stad en omgeving beheersten evenals Ruigenhil. Pas gedurende het 12-jarig Bestand kon de situatie in het Markizaat genormaliseerd worden. Markiezin Maria Mencia van Wittem was gehuwd met Herman van den Bergh en deed in 1609 haar Blijde Inkomst. In 1614 werd Maria Elisabeth I Clara van den Bergh met Bergen beleend (echter van 1621 tot 1625 bezat prins Maurits het markizaat en van 1625 tot 1647 was dit in handen van Frederik Hendrik). De Staten Generaal oefende de macht volledig uit. (Het dorp Ruigenhil werd de vesting Willemstad en Maurits bleef dit zelf behouden). Van 1647 tot 1649 was het gebied in handen van Willem II. Daarna (1649) kon Maria Elisabeth II van den Bergh haar intrede doen (zij was reeds in 1635 beleend met Bergen op Zoom). Er was ruzie tussen de erfgenamen omdat de Spaanse koning in 1641 graaf Albert van den Bergh en twee jaar later Beatrix de Cusance met Bergen beleend had. Maar na de Vrede van Munster betrok dus Maria Elisabeth II van den Bergh het markiezenhof als residentie. Zij was verplicht protestantse ambtena ren en bestuurders aan te stellen hoewel zij zelf roomskatholiek was. Toch wist zij het beheer van het Markizaat te herstellen. De laatste drie families die regeerden waren buitenlandse geslachten van vorste lijke stand. Gevolg was een groot wantrouwen van de Staten Generaal die deze machten aan hun zuidgrens goed in de gaten hielden en ook regelmatig ingrepen. Dat blijkt uit het feit dat het gebied tweemaal is geconfis-keerd, namelijk Henriëtte Francisca van Hohenzollern huwde met de fransman Frederik de la Tour d'Auvergne. Deze kon als fransman niet gehandhaafd worden tijdens het Rampjaar 1672 (confis catie door Willem III tot de vrede van Nijmegen in 1678) en in 1688 bij het uitbreken van de Negen jarige Oorlog (confiscatie tot vrede van Rijswijk 1697). Hiervan ge leerd hebbende stelde Markies Francois Egon de la Tour d'Auvergne zich in 1701 onder de bescherming van de Staten Generaal, toen de Spaanse Successieoorlog uitbrak. Hij herkreeg dan ook zijn bezittingen (beleend 1698, ingehuldigd 1707). Na zijn overlijden bekleedden twee broers vanuit Parijs het voogdij schap. In 1722 huwde Maria Hen riëtte de la Tour d'Auvergne met Johan Christiaan van Palts-Sulzbach en werden in dat zelfde jaar ingehuldigd (in 1713 beleend met Bergen). Doordat zij naar Duitsland (Beieren) vertrokken nam de macht van de domeinraad te Bergen op Zoom toe. Karei Theodoor erfde in 1728 van moeder o.a. het Markiezaat Bergen op Zoom. Hij werd de laatste Heer van dit Markiezaat. bronnen: Slootmans C. Bergen's groei naar stedelijke en heerlijke onafhankelijkheid.Herdenkingsuit gave 650 jarig bestaan. 1937; Ham W. van. Documentatiemap Stichting 700 jaar Heerlijkheid, Ham W. van. Het Doorluchtige Huis van Bergen op Zoom, een overzicht van de geschiedenis van de heren en markiezen van Bergen op Zoom, hun verwanten en hun bezittingen. 1287-1795. Bergen op Zoom 1977.

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 19