De Waterschans nr. 2 1994 Afb. 3. Riviergezicht van J. Schoeff, gesigneerd en gedateerd: 1647. Paneel: 70.5 x 117 cm. Kunsthandel Schweitzer. New York, var 1974. (foto: R.K.D. Den Haag). aan de armen van de stad een bedrag van twaalf gulden. Ingeval Johannes kwam te overlijden, zou Anna de twee voorkinderen van haar man, met name Pieter en Anneke Schuijff, verwekt bij zijn eerste vrouw Cornelia Milanen, opvoeden en hen na het bereiken van de volwassen leeftijd, of bij hun huwelijk, het gerechte moeder en vaderspart uitreiken. Anna verplichtte zich ook hun beider zoon Jacobus en de moeder van Johannes: Johanna Dernaeu (Dernauw) te onderhouden. Overleed de testatrice als eerste, dan zou Jacobus door Johannes worden opgevoed (16). Johannes Schuijff ging niet dood. Wel begon hij zijn goederen in Stabroek af te stoten. Vorster Balten Staijmans van Putte kreeg in april 1660 van Schuijff het verzoek om bij Jan Jansen Pellens aldaar te gaan informeren of deze nu wel of niet het land van Schuijff, wilde kopen en hem te dreigen met het betalen van de kosten, als hij de 'palmslach' niet wilde accepteren (17). Enkele weken later machtigde Johannes zijn vrouw Anna om aan de meest biedende te verkopen 'sijne stede lants gelegen onder Stabrouck int quartier van Antwerpen, groot sijnde 22 geme ten'. 18) het Wapen van Delft De bezittingen in Stabroek werden door Schuijff waarschijnlijk verkocht om het nieuwe huis op de Hoogstraat in Bergen op Zoom te kunnen betalen. Het huis het 'Wapen van Delft', dat Johannes in maart 1660 voor 1750 gld. (1250 gld. plus een hypotheeklast van 500 gld.) had gekocht van luitenant Nicolaes Hamel, stond tegenover het huis van raadsheer Turcq (19). Twee jaar later, op 13 januari 1662, verkocht Schuijff het huis aan schepen Adriaen van Alphen. Het werd bij die gelegenheid omschreven als 'seeckere huijsinge metten hoff, grondt ende erve, gestaen ende gelegen inde hoochstraet alhier, genaempt het Wapen van Delft, tusschen dese gemercken: oost de voorschreven hoochstrate, zuijden het huijs ende erve van jonkheer Wielandt, west ende noorden den hoff ende thuijs vande erffgenamen dominee Lambertus de Rijcke Verkoper Schuijff had bedongen dat hij nog tot 1 maart 1662 in het huis mocht blijven wonen (20). De verkoop geschiedde overigens niet zonder problemen, omdat op het huis nog een verborgen rente van ruim zesentwintig gulden bleek te rusten (21). Het huis op de Hoogstraat moest worden verlaten. Schuijff huurde daarom in mei 1662 van chirurgijn mr. Jaspar van Axel voor een jaar - tot Pinksteren 1663 - het huis de 'Ballance' in de Lange Meestraat (nu de Fortuinstraat) (22). Daarna verhuisde hij naar het huis 'St. Joris' op de Grote Markt, dat voor drie maanden werd gehuurd van Marinus Nerevelt, brouwer in de 'Fortune' (23). Schuijff bleef in Bergen op Zoom wonen, maar waar de kunstschilder verbleef nadat hij het huis op de Grote Markt had verlaten, weten we niet. Evenmin is bekend in welk huis hij woonde vócr hij het pand het 'Wapen van Delft' kocht. Pieter Schuijff In september 1663 gaf zoon Pieter zijn ouders te kennen dat hij de wijde wereld in wilde trekken, 'opde reijse na Engelant ende maghschien van daer verder in andere quartieren..'. Voor zijn vertrek naar Engeland maakte hij een testament - geen ongebruikelijke gewoonte in die dagen - waarin hij zijn vader Johannes Schoeff, stiefmoeder Anna Maillaerts, zijn zuster Anna en zijn halfbroer Jacobus aanwees als zijn erfgenamen. Als getuigen tekenden de Antwerpse kunstschilders Pauwels Snellinks en Peter van den Velden (24). De aanwezigheid van de zeeschilder Peter van den Velden hier, is interessant. Hij is namelijk de maker van een schilderij dat de vernietiging van de Engelse vloot bij Chatham in 1667 voorstelt (25). Heeft Van den Velden voor de vervaardiging ervan alleen zijn fantasie gebruikt, of kan het zijn dat hij inderdaad iets van de slag op de Medway in juni 1667 gezien heeft? Het is niet onmogelijk dat Peter van den Velden, Pieter Schuijff en Pauwels Snellinks samen naar Engeland zijn gegaan. nieuw testament In oktober 1664 werd notaris Van der Creke wederom geroepen bij het bed van de zieke kunstschilder Johannes Schuijff; nu voor het opstellen van zijn persoonlijk testament. Schuijff bepaalde dat zijn vrouw Anna Maillaerts in het volle bezit van hun goederen zou blijven en dat deze eerst na haar dood zouden overgaan op de kinderen 48 De Waterschans nr. 2 1994 Afh.4. Landschap van J. Schoeff, gesigneerd en gedateerd: 1647. Paneel: 47 x 71 cm. Kunsthandel X. Scheidwanner. München. 1991. (foto: R.K.D. Den Haag). Pieter en Anna, verwekt bij zijn eerste vrouw Cornelia Milanen, en Jacobus, verwekt bij zijn huidige vrouw. Omdat de kinderen nog minderjarig waren, wees Schuijff Anna aan als voogd. Johannes verzocht Pieter en Anna tot aan hun trouwen bij hun stiefmoeder te blijven, haar alle hulp en bijstand te verlenen en haar alle eer en respekt te bewijzen 'soo veel al oft haere eijgen moeder waer'. Als Pieter dit zou doen, dan zou hij alle schetsen van Machiel van der Haeghen en alle 'printen' uit de nalatenschap van zijn vader mogen hebben. Uitgezonderd het portret van de testateur en dat van zijn vrouw Anna Maillaerts en het 'kleijn contrefaitselken', het kleine portretje van de vader van Schuijff: die moesten bewaard worden voor zijn jongste zoon Jacobus. De testateur verzocht zijn vrouw ook de armen in de stad te gedenken 'voor soo veel Godt de Heer haer sal int herte seijnden'. Aan de bij hen inwonende Jan van der Moesen schonk Schuijff al zijn kleding, uitgenomen zijn beste mantel, en aan Jacobus van der Creke 'het boeck van Ovidii Nasonis transformatien bij Tempesta met figuren uijtgedruckt' (26). Pieter werd 'hertelijck' verzocht voorlopig thuis te blijven. De oudste zoon van Johannes lijkt dus al vrij snel van zijn in 1663 voorgenomen tocht naar Engeland te zijn teruggekeerd. Johanna Der- neau, de hoogbejaarde moeder van de schilder - in 1657 was zij vierentachtig jaar oud - wordt in het testament niet genoemd. Vermoedelijk is zij tussen 1657 en 1664 (in Stabroek?) overleden. in geldnood Johannes kreeg ook nu weer enig respijt van zijn Schepper; hij knapte weer op. In maart 1665 zond hij Anna Maillaerts naar Gorkum (Gorinchem). Anna moest bij Hans Pieterssen de Hondt, of desnoods bij iemand anders, een bedrag van vijfhonderd gulden trachten te lenen op een legaat dat de 'oude moeije' van Anneke Schuijff, wijlen Cornelia Milanen (de overleden vrouw van De Hond) aan Anneke Schuijff had nagelaten en dat weduwnaar De Hondt nu in 'tochte' bezat (27). Over het resultaat van Anna's missie en de reden waarom Schuijff zo dringend geld nodig had, worden we enkele weken later geïnformeerd. Johannes Schuijff en Anna Maillaerts verklaarden op 17 april 1665 voor notaris Van der Creke dat zij voor enige jaren, op 21 maart 1663, van de Middelburgse arts mr. Johannes de Larore vijfhonderd gulden hadden geleend, waarvoor zij hem 'als pandt metter minne 17 stucken schilderien'(l) hadden gegeven. Omdat het voor hen onmogelijk was het geleende bedrag aan de heer Larore terug te betalen - Anna's trip naar Gorkum had dus niets opgeleverd verklaarden zij de zeventien schilderijen aan de Zeeuwse arts te cederen en in vrije eigendom over te dragen: mr. Larore kreeg toestemming om de schilderijen pu bliekelijk te verkopen. Of dit ook inderdaad is gebeurd, weten we niet (28). overleden in Bergen op Zoom? Op 5 april 1666 liet Johannes beslag leggen op de schilderijen van de weduwe van Jacob Smits: 'Heeft Jacob Mathijssen ten versoucke van Johannes Schoeff gearresteert de stucken schilderije aencomende de weduwe wijlen Jacob Smits'(29). Daarna wordt het stil rond de schilder. In het notarieel archief van zijn zwager Adriaen van der Creke wordt hij in 1666, 1667 en 1668 niet meer genoemd. In de doop-, trouw-, en begraafregisters in Bergen op Zoom komt de naam Schuijff, of Schoeff na 1666 evenmin voor. Is Schuijff met zijn gezin misschien naar elders getrokken: naar Stabroek of Antwerpen, of naar Gorkum waar familie van zijn eerste vrouw woonde? Of is hij in 1666 (of later) in Bergen op Zoom overleden? We weten dat de stad dat jaar werd geteisterd door de pest. We weten ook dat de bevolking het met de maatregelen die uitbreiding van de gevreesde ziekte moesten voorkomen, niet zo nauw nam: dat eenige van de geene welckers huijsen Godt Almachtich met dese plage gelieft te besoecken, sich niet en ontsien de straten te frequenteren ende visiten te geven ende te ontvangen..', schreef de markiezin in een brief aan het stadbestuur, dat door haar 'ernstelijck' werd vermaand 'de abuijsen te weiren' (30). Mogelijk is toen ook schilder Schuijff gestorven. Anna Maillaerts woonde in 1681 in Den Haag (31). Wat Johannes Schuijff achterliet zijn zijn schilderijen. Het werk van J. Schoeff, waaronder ook enkele zeegezichten van hangt nu in musea verspreid over heel Europa. 49

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 5