94
95
De Waterschans nr. 3 1994
Roose blijkt ook een verzamelaar,
bezig met het voorbereiden van een
tentoonstelling over de bevrijding
voor begin september. Een wel heel
schrijnend relict kan hij ons tonen,
de helm van soldaat M. C. Kenne
dy, legernummer A107068. In goed
leesbare witte letters gepenseeld
door Kennedy zelf, staat die naam
op de binnenrand van die helm. Hij
blijkt gesneuveld in de strijd om
Moerbrugge, in een woning waar
van voor- en achterdeur openstaan.
De familie schuilt in de kelder. Dan
valt Kennedy, door een sniper
dodelijk getroffen. Zijn helm stui
tert de keldertrap af en wordt als
een relikwie door de familie be
waard.
De strijd bij Moerbrugge kost
Stewart Force zware verliezen.
Moncel Force heeft het geluk dat de
Duitsers Brugge op 12 september
verlaten. Dat voorkomt ongetwijfeld
grote verliezen en spaart die oude
cultuurstad voor een ramp.
In deze week, die aan de start van
operatie 'Market Garden' op 17
september voorafgaat, geeft gene
raal Simonds de 4e Divisie de
opdracht alle kracht te blijven
richten op het zuiveren van wat de
'zak van Breskens' wordt genoemd.
Daaruit is het 15e leger van gene
raal Von Zangen dan bezig te
ontsnappen naar Walcheren. Het
opvolgen van deze bevelen leidt in
de nacht van 13 op 14 september
tot rampspoed. Hoewel alles er op
wijst dat de Duitsers een sterke
verdediging voorbereiden, worden
de Algonquins ingeschakeld bij een
aanval op Moerkerke, zo'n acht km
ten noordwesten van Maldegem, 'in
de verwachting dat een plotselinge
en verrassende oversteek van het
kanaal de vijand in beweging zal
houden'.
Het onvermogen van de legerlei
ding om de bedoelingen van de
tegenstander in te schatten in deze
streek komt de 4e Divisie duur te
staan. De Algonquins lijden een
verlies van 142 man aan officieren
en manschappen, verliezen veel
wapens en slagen er niet in een
bruggehoofd te vormen. Voor een
bataljon is de opdracht veel te
zwaar geweest, zeker wanneer men
rekening houdt met de verliezen die
in de voorafgaande weken geleden
De helm van soldaat M.C. Kennedy.
het leven liet. Toch lijkt het volgen
de citaat een goede indruk te geven
van de inzet van deze BREN-schut-
ter. (De Bren is een lichte mitrail
leur). Het staat voor de houding van
velen. 'Hij pakte gewoon zijn
wond raakte moest je er altijd voor
zorgen dat iemand jouw Bren
overnam'.
Snipers, mijnen, mortieren en
mitrailleurs. Het zijn telkens terug
kerende en rampzalige begrippen in
Het Canal de Dérivation de la Lys. Langs de bomenrij op de achtergrond
loopt het Leopoldkanaal, dat zich hier daarvan aftakt (Strooibrug).
BREN, klom uit de loopgraaf en
stond daar, midden op de weg.
en hij alleen stopte de hele tegen
aanval. Toen kreeg een sluipschut
ter hem van- opzij te pakken. Ik
rende naar hem toe en pakte hem
op en hij stierf in mijn armen. Maar
het laatste wat hij zei was: 'Zorgt
er iemand voor mijn Bren?' In
zoiets trainden ze die Bren-schut-
ters. Wanneer je getroffen of ge-
de periode, waarin het gebied ten
zuiden van het Leopoldkanaal
gezuiverd wordt. Dorpen en vlek
ken als Lekkerhoek, Steenbrugge,
Assebroek, Sijsele en Oedelem, ze
hebben allen hun plaats in de ver-
liezenlijst van L&W. In Oedelem
komen we tijdens onze speurtocht
in contact met de man, die, volgens
zeggen, van alle details over de
strijd hier op de hoogte is. Jan
De Waterschans nr. 3 1994
zijn. De compagnieën zijn immers
al behoorlijk verzwakt. Van L&W
heeft een afdeling van tachtig man
aan de onderneming deelgenomen,
o.l.v. Lt. Dickie, terwijl het mor
tierpeloton van L&W dekkingsvuur
afgaf. Met betrekkelijk geringe
verliezen keren deze 'Lines' terug.
Maar het tekort aan manschappen
heeft nu, eindelijk, invloed op de
beslissingen van het 2e Canadese
legerkorps. Generaal Simonds
beperkt de mate van betrokkenheid
van de Divisie met deze woorden:
'(De Divisie) moet contact houden
en enige druk blijven uitoefenen
zonder haar reserves te verspillen
bij het verdrijven van een vijand,
die zich al aan het terugtrekken kan
zijn'. Die reserves zijn heel klein
geworden, alle voorrang krijgt
'Market Garden'.
Zo'n verklaring gaat eigenlijk ook
voorbij aan wat voor L&W een
zeer groot probleem geworden is,
namelijk het tekort aan infanteris
ten. En dan is L&W nog niet eens
de zwaarst getroffen eenheid van de
Divisie. Bij het bereiken van de
Seine op 26 augustus is de sterkte
al gedaald van de normale 812 tot
603. Een verlies van 209 man,
ofwel bijna twee tirailleurcom
pagnieën. Van die 209 man behoren
er 196 (of 94%) tot de gevechtseen
heden. Op 28 augustus maakt een
rapport van het 2e Canadese leger
korps duidelijk dat de andere infan-
terie-bataljons van de 10e Brigade
soortgelijke verliescijfers kennen en
in aktie komen met maar 3 i.p.v. 4
compagnieën. Twee weken later is
de toestand verergerd. Op zaterdag
9 september daalt de sterkte van de
eenheid met weer 38 man tot 565.
De verliezen van L&W worden dan
vastgesteld op het totaal van 247,
95% daarvan (of 234 man) maakte
deel uit van het gevechtsgedeelte.
Wanneer de volle gevechtssterkte
van de eenheid tussen de 400 en
500 man moet liggen, dan betekent
dat, dat het L&W van Moerbrugge
maar de helft is van het L&W van
Bourguébus, nog geen vijf weken
daarvoor!
Op 12 september bereikt de sterkte
van ons regiment tenslotte haar
dieptepunt. Het telt tenminste 300
man minder dan op het moment
van de landing in juli. Op die dag,
op weg naar Sijsele, wordt de
B-compagnie van maj. McCutche-
on, met nog 19 inzetbare mannen,
samengevoegd met de C-compag-
nie. Gelukkig voor hen is de vijand
weg uit dat dorp en kan het regi
ment even op adem komen. De
broodnodige versterking komt nu
ook binnen. Tussen 12 en 16 sep
tember 1944 zijn dat 106 man, die
naar het oordeel van de veteranen
vaak elke behoorlijke training
missen. Na de 22ste september,
wanneer weer nieuwe reserves
binnenkomen, worden er wat dat
betreft verstandige maatregelen
getroffen. Daar is de eerste week
nog geen tijd voor.
Eeklo en het Leopoldkanaal
Op 15 september wordt L&W
onder bevel gesteld van de 4e
Canadese Pantser Brigade Groep.
Het trekt in konvooi oostwaarts,
richting Eeklo. Op weg daarheen
Eén van de 17 cm kanonnen van de
spoorwegbatterij, die door Lincoln
and Welland in Eeklo werd
buitgemaakt. Het werd later
voorzien van propagandateksten
voor de Canadese oorlogslening.
dient het afleidingskanaal te worden
gepasseerd bij Balgerhoek. Daar
hebben die morgen de Governor
General's Foot Guards over de
vernielde brug een klein brugge
hoofd gevormd. Een verkenningspa
trouille van 15 man heeft Eeklo al
verkend en kan overste Cromb het
goede nieuws doorgeven: de weg
naar Eeklo is veilig.
Deze overste, juist hersteld terug,
heeft de conditie van zijn regiment
beoordeeld en neemt het verstandi
ge besluit de bevelen van het leger
korps zo ruim mogelijk te interpre
teren.
Dat heeft tot gelukkig gevolg, dat
er die dag maar één man uitvalt. In
de buitenwijken van Eeklo meldt
zich een verzetsman bij Cromb met
de mededeling dat de Duitsers zich
aan de andere kant van Eeklo, bij
het station, voor vertrek klaar
maken. Haast is geboden! De reak-
tie van Cromb is boeiend: hij laat
halthouden en geeft opdracht eerst
te ontbijten. 'Wanneer we daar mee
klaar zijn zullen de Duitsers wel
vertrokken zijn'. Dat voorkomt dat
Eeklo in puin wordt geschoten door
zwaar Duits geschut, dat zich dan
nog bij het station bevindt. En
hoeveel slachtoffers zouden er
gevallen zijn in zijn toch al ver
zwakte regiment? De bevolking van
Eeklo is hem en haar bevrijders
hevig dankbaar. Die avond hoeft er
niet gekookt te worden, de vrouwen
van Eeklo nemen dat over, halen de
manschappen binnen om te eten en
bemannen, zegt het verhaal, op een
kruispunt intussen de mitrailleur.
En terecht. Een plaquette op het
stadhuis spreekt in 1994 nog van de
grote Eeklose dankbaarheid.
De hele volgende week drukt de
Canadese strijdmacht de Duitse
troepen verder terug, richting ka
naal Gent-Terneuzen. De bataljons
commandopost wordt voortdurend
verplaatst. Van Lembeke naar
Kaprijke, daarna naar Boekhoute.
Tegen het eind van september ten
slotte vinden we het weer in Malde
gem. De strijd om het Leopoldka
naal staat dan op losbarsten.
Van een vaste frontlijn kan in deze
week nauwelijks gesproken worden.
Talloze kleine gevechtsgroepen zijn
in aktie, vaak samengesteld uit
delen van verschillende regimenten.
Bovendien opereren onderdelen van
een regiment dikwijls kilometers
van elkaar verwijderd en overlap
pen de akties elkaar wel eens. Dat
heeft tot gevolg, dat 'de eer van de
bevrijding' van een gehucht of dorp
wel eens door twee partijen wordt
opgeëist. Boekhoute bijvoorbeeld
doet er goed aan het British Colum
bia Regiment en L&W uit te nodi
gen voor de herdenkingen in sep-