90
^*V«I
91
De Waterschans nr. 3 1994
Boeiende uitleg aan de Seine-oever
door de plaatselijke historicus. Op
de achtergrond de noordelijke
Seine-oever met daarachter 'Heuvel
88'.
krijgen zou zijn, besloten we de
volgende morgen terug te komen.
Die avond verdiepten we ons in de
intrigerende vraag hoe de mannen
van L&W er in geslaagd zouden
zijn als eersten de noordelijke oever
van de Seine te bereiken. Antwoor
den kregen we de volgende morgen
op de Mairie. De burgemeester
bleek op zaterdagmorgen aanwezig,
belde enkele keren en stelde ons
even later voor aan de man, die de
herdenking van de bevrijding voor
bereidde. Enkele grote foto's van
de Baileybrug over de Seine wer
den met onze camera's vastgelegd.
We volgden hem naar de Sei
ne-oever. Daar vertelde hij ons het
volgende: 'Op 24 en 25 augustus
1944 bezetten de terugtrekkende
Duitsers onze woonplaats. Ze zijn
nerveus en zoeken naar een ge
schikte oversteekplaats. Daarbij zien
ze het bruggetje over de Eure aan
voor een Seinebrug, steken over
naar het eiland dat over die brug
ligt. Ze blazen die brug op. Dan
wordt er in Criquebeuf een Duits
geweer gestolen. Onmiddellijk
reageert de commandant met grove
terreur. 62 mannen uit het dorp
worden in de kerk samengedreven.
Ze zullen worden terechtgesteld als
het geweer niet boven water komt.
Volle benzinecans worden naast de
kerkdeur gezet. De burgemeester,
die het woord laat doen door een
duitssprekende inwoonster, afkom
stig uit de Elzas, tracht te bemidde
len maar wordt ook opgesloten in
de kerk.
In de paniek die dan in het dorp
heerst, gaat een 17 jarige jongen op
de fiets de kant uit waarvandaan de
bevrijders zouden moeten komen.
Hij ontmoet een US-artillerie-afde-
ling, die bereid is te helpen.
Ze vuurt enkele granaten af, die
misschien de haast van de Duitsers
om naar de overkant van de Seine
te komen hebben vergroot. De
gijzelaars blijven gespaard. Bijna
zou er sprake zijn geweest van een
klein 'Oradour sur Seine' maar die
terreur blijft Criquebeuf bespaard'.
(In Oradour-sur-Glane moordde de
SS-Divisie 'Das Reich' op 10 juni
1944 in een orgie van geweldadige
terreur de hele dorpsbevolking uit).
Zwijgend volgen we hem hierna
De Bailey-brug van Criquebeuf. Hij
werd, na de oversteek van Lincoln
and Welland m.b.v. ponten, door de
le Poolse Pantser Divisie gebouwd
(richting zuid noord).
naar kerk en plaats, waar de defini
tieve Baileybrug kwam te liggen,
gebouwd door de le Poolse Divisie.
Aan de overkant van de Seine
rijzen de heuvels steil omhoog. Wat
een plaats om onheil aan te richten
onder troepen die de Seine willen
oversteken!
Lincoln and Welland als eerste aan
de overkant
Elke beweging aan de zuidzijde van
de Seine moet waargenomen zijn
door de bezetting van de Duitse
verdedigingslinie op de noordelijke
oever. L&W mag een commando
post inrichten in de school van
Criquebeuf en het werk beginnen
aan het bouwen van een brug naar
het eiland. Het vuur wordt pas
geopend wanneer het hele bataljon
in het dorp is samengetrokken. Er
vallen nogal wat slachtoffers. In
dachtig de opdracht van generaal
Simonds om een bruggehoofd over
de Seine te vormen 'by coup-de
main', stuurt overste Cromb, na
terugkeer van een verkennings
patrouille, de D-compagnie van
L&W de Seine over met de op
dracht een bruggehoofd te vormen
bij Freneuse. Onder leiding van Lt.
Paillefer volbrengt een peloton de
eerste oversteek. Er gebeurt niets,
de rest van D-compagnie kan na het
invallen van de nacht volgen.
De vijand slaagt er bij toeval in
pelotonscommandant Paillefer, sinds
19 augustus bij L&W, samen met
een van zijn mannen tijdens een
nachtelijke patrouille gevangen te
nemen.
Maar ook deze gebeurtenis leidt
niet tot grote(re) vijandelijke aktivi-
teit. Het bruggehoofd houdt stand.
Op de zuidelijke oever is inmiddels
met de neven-regimenten contact
gelegd. Omdat het L&W-brugge-
hoofd het eerste is aan de overkant,
wordt een plan opgesteld om de
Argylls en Algonquins via Crique
beuf naar de overzijde te brengen
en de heuvels 88 en 95 te laten
aanvallen. Met behulp van zes
stormboten en een veerpont wordt
materieel overgebracht. Een uiterst
nauwkeurige beschieting, 'they laid
the artillery down on us like you
wouldn't believe', veroorzaakt
vertraging en verliezen zodat, tegen
De situatie rondom de oversteek
plaats van Lincoln and Welland.
26-28 augustus 1944.
het eind van de middag, de Algon
quins heuvel 88 niet meer kunnen
bestormen. Ook de Argylls hebben
pech: hun vrachtwagens rijden
tijdens de gevechten om Igoville
recht het dorp binnen. De Duitsers
maken heel wat krijgsgevangenen,
die niet meer te redden zijn na dë
gevechten. Wanneer Igoville ver
overd wordt blijken ze al afge
voerd. Ook L&W wordt per pont
overgezet.
De Waterschans nr. 3 1994
■Londen
Vlissirtaen
NOORDZEE
Duitse capitulatie t Breske
op 9 mei 1945 Zeebrug^^ Knokke
Oostend
werpen
4 sept.
ENGELAND
Duinkerken
Brussel
3 sept
Boulogne
6-22 sept.
Doornik
3 sept.
Het Kanaal
St. Valery
Abbeville
St. Valéry-en Caux
2 sept
IJ K
Frontlijn op 31 aug. 1944
Frontlijn op 4 sept. 1944
Frontlijn op 1 okt. 1944
Hoofdopmars van het Canadese 1e leger
Hoofdopmars van het Britse 2e leger
Boven: de parallelle opmars van het
Canadese le en het Britse 2e leger door het
noorden van Frankrijk en door West-België
in september 1944. Hoe razendsnel dit
oprukken verliep, blijkt uit de data waarop
de verschillende steden werden bevrijd.
Alleen Duinkerken bleef in Duitse handen.
Tegen middernacht is het regiment
aan de overzijde herenigd met zijn
D-compagnie.
De 17e Luftwaffe Velddivisie heeft
verdere opmars tot dan toe verhin
derd. Ze beschikt over nogal wat 88
mm kanonnen, die het de mannen
van L&W bij heuvel 88 en de
Argylls bij heuvel 95 heel moeilijk
zullen maken.
De aanval op beide heuvels begint
op 28 augustus om 14.00, na voor
afgaande beschieting en het leggen
van rookgordijnen. Dit blijkt niet te
kunnen voorkomen dat er drie uur
lang intens gestreden moet worden
onder een hagel van mortier-en
granaatvuur. Grootste nadeel voor
de aanvallers is het onbelemmerde
uitzicht dat de verdedigers hebben
vanaf de heuveltoppen. De heuvel
hellingen zijn kaal, elke beweging
van de aanvallers zorgt voor nieuwe
slachtoffers. Tegen 17.00 uur trekt
de vijand zich onverwacht toch
terug, al blijft hij nog een uur lang
de heuveltoppen met artillerievuur
bestoken. L&W verliest bij deze
aanval 30 man, waarvan er 8 ge
sneuveld zijn. De drie dagen aan de
Seine hebben L&W in totaal 53
man aan verliezen gekost. De regi
mentsgeschiedenis veronderstelt dat
dit aantal nog hoger geweest zou
zijn wanneer de vijand niet op de
terugtocht zou zijn geweest. Dat
lijkt ook ons, anno 1994, niet
overdreven. Vanaf de heuvels is elk
detail in wijde omtrek waar te
nemen.
de achtervolging
Tussen 29 augustus 08.00 uur en 30
augustus 20.00 uur liggen 36 uur en
evenzoveel kilometers in het oor
logsdagboek van L&W vastgelegd.
Dat weerspiegelt ook de hoop van
de mannen op enkele dagen rust,
wanneer ze aangekomen zijn in
Buchy. Twee uur later weten ze het
zeker: van rust komt niets. De
oorzaak ligt in de razendsnelle
opmars van de geallieerden, links
en rechts van de Canadezen. Het 2e
Britse leger heeft Amiens bereikt,
het 3e US-leger nadert de Duitse
grens. Parijs heeft op 25 augustus
de tanks van Leclerc toegejuicht!
Tegen de achtergrond van de totale
desorganisatie van het Duitse leger
vraagt Montgomery aan het 2e
Canadese legerkorps door te stoten
naar Abbeville aan de Somme.
Voor de vermoeide en uitgedunde
2e en 4e divisies van dit legerkorps
is rust dus niet weggelegd. Er
wacht hen een ononderbroken
opmars, die het uiterste van ze zal
vragen. De regimentskolonne ver
trekt uit Buchy om 01.00 uur op 1
september.
De eerlijkheid gebiedt ons te zeg
gen dat wij, reizigers op het spoor
van L&W in 1994, van hun route
zijn afgeweken. Dat heeft als oor
zaak, dat er op die weg van 320
kilometer, tussen Buchy en Brugge
weinig gebeurde. Van plaats tot
plaats geeft de regiments geschiede
nis de gebeurtenissen weer. Die zijn
evenwel niet anders samen te vatten
dan met het begrip voortjagen. Dat
vergt het uiterste van mannen en
materieel en, naarmate de afstand
met Normandië groeit, ook van de
bevoorrading.
Enkele bijzonderheden over deze
uitputtende tocht willen we u niet
onthouden. In Airaines maakt
overste Cromb, de bataljons
commandant, zich vermoedelijk niet
populair bij de bevolking. De
Duitsers hebben de stad verlaten, de
doortocht is veilig. Toch neemt hij
geen risico en laat een beschieting
uitvoeren met artillerie en mortieren
als hij hoort, dat eerder die nacht
een Britse officier op een mijn is
gereden. Sinds 31 augustus heeft
overste Cromb weer last van mala
ria-aanvallen. Enkele dagen later zal
hij het commando tijdelijk overdra
gen aan maj. Young. In de achter
hoede maakt hij per ambulance de
verdere opmars mee.
In Yaucourt wordt een reorganisatie
doorgevoerd. De 4e Canadese
pantserdivisie wordt gesplitst in
twee ongeveer gelijke groepen. Die
hebben de sterkte van een brigade,
waarvan de slagvaardigheid ver
groot is door een goed evenwicht
tussen tanks, artillerie en infanterie.
Zo ontstaan Moncel Force (4e
Pantserbrigade en de Algonquins)
en Stewart Force (10e Inf. brigade
en de Canadian Grenadier Guards),
genoemd naar de commandant van
de 10e Brigade. Hun doel is de