mm Lg?1^: v 128 129 De Waterschans nr. 4 1994 Station. Bergen op Zoom AFb 7. Voorgevel stationsgebouw SS te Bergen op Zoom, omstreeks 1905. Ansichtkaart: verzameling M.C.J. Broos, Roosendaal. water in de havens' werd toen specifiek in de vergunning ge noemd. 2.8. kabelspoorweg 'Wittouck' Sinds 1890 had de suikerfabriek 'Wittouck' vele uitbreidingen on dergaan. Men besloot in 1903 de aan- en afvoer van suikerbieten en pulp per schip aan de Zuidzijde Haven stop te zetten. De Vis- schershaven werd aangewezen als centrale los- en laadgelegenheid voor het vervoer over het water. De Visschershaven was reeds in 1882 ontstaan uit het Molenwater en kort nadien door de suikerfabriek in ge bruik genomen als tweede aan- en afvoerroute. Het aanvullende ver voer met paard en kar tussen de haven en de fabriek stuitte echter, zeker bij een toename van het vervoer, op allerlei bezwaren, zodat men zijn heil zocht in het transport met een hooggelegen kabelspoor weg naar het ontwerp van Adolf Bleichert Co te Leipzig-Gohlis van 14 november 1903. De twee kabelbanen zouden elk afzonderlijk worden aangedreven vanuit de fabriek met behulp van reeds aanwezige stoommachines. Voor de aanvoer van suikerbieten, kalksteen en steenkolen werd een kabelbaan met een lengte van 355 m aangelegd. Een gedeelte van 120 m lag parallel aan de westzijde van de Visschershaven, terwijl de rest op een hoogte van ongeveer 5 a 7 m precies boven een raccordements- spoor en de locomotievenloods naar de fabriek werd geleid. De rac- cordementssporen werden overigens voor een deel omgelegd om ruimte te scheppen voor de opslag van de grondstoffen. De tijdelijke opslag van suikerbieten op eigen terrein bleek steeds een moeilijke zaak te zijn. Jaarlijks moest de suikerfa briek tijdens de campagne voor 5 cent per m2 terreinen van de gemeente aan de Visschershaven huren. Voor de afvoer van pulp werd een kabelbaan met een lengte van 185 m aangelegd. Een gedeelte van 50 m liep parallel aan de westzijde van het fabrieksgebouw, terwijl de rest parallel aan de eerstgenoemde ka belbaan tussen het fabrieks-gebouw en de Visschershaven werd geplaat st. De pulp werd nabij de haven in een bunkerinrichting gestort en vervolgens via een demontabel smalspoor met kipkarren naar de kade aan de zuid- en de oostzijde van de Visschershaven gereden. Speciaal ten behoeve van het stor ten in een schip was de steiger aanvankelijk alleen aan de oostzijde verhoogd. Al vóórdat de campagne van 1904 begon, had de suikerfa briek echter aan het gemeentebe stuur toestemming gevraagd om ook de steiger aan de zuidzijde van de Visschershaven van een verho ging te mogen voorzien. 'Doel daarvan is ook aan de Zuidzijde dier haven gelegenheid te hebben tot het laden van pulp en alzoo de Binnenhaven daarvan te ontlasten, alsmede het karrenvervoer van pulp in den nacht zooveel mogelijk te beperken'. De Opzichter van Ge meentewerken had geen bezwaren, mits de verhoogde steigers met het oog op het lossen en laden van vissershout buiten de suiker bietencampagne steeds zouden worden verwijderd. Na de aanleg van het kabel spoorwegsysteem werd de stalling voor paarden en karren aan het Wagenpleintje afgebroken. Ter plaatse werd toen in 1904 'een schaftlokaal voor mannen en vrouwen' opgericht. 'Dit locaal wenschte zij te plaatsen tusschen de ijzeren bokken van haren bieten transporteur en uit te voeren in gegolfd gegalvaniseerd plaatijzer op een steenen voet.' Twee jaar later werd dit schaftlokaal nog uitgebreid met een smalle aanbouw. Deze smalle aanbouw kende aan de zui dzijde een iets afgeschuinde kant om doorgang te verlenen aan één der raccordementssporen. In 1906 werd de onder één der kabelbanen staande locomotievenloods ver plaatst in zuidelijke richting naar de Wittoucksingel. 2.9. concentratie suikerfabrieken Rond de eeuwwisseling brak ook het tijdperk van reorganisaties in de suikerindustrie aan. De een na de andere particuliere suikerfabriek met een verouderd fabricageproces moest toen haar poorten sluiten, mede als gevolg van de slechte prijzen voor suiker op de wereld markt en de toenemende schaalver groting in de bedrijfstak. Uit onte vredenheid over de betaalde prijzen door de particuliere bedrijven ont stonden vanaf 1899 ook nieuwe fabrieken op coöperatieve grond slag. Zij beschikten al vanaf het begin over een grote verwerkings capaciteit, zodat de reeds bestaande ondernemingen wel gedwongen wa ren om met hun tijd mee te gaan of fusies aangingen met levensvatbare zusterbedrijven. De Waterschans nr. 4 1994 1 iliiL! Afb 8. Emplacement SS te Bergen op Zoom, omstreeks 1905. Het spoor op de voorgrond leidt naar het raccordementsbedrijf van 'Wittouck'. Ansichtkaart: verzameling M.C.J. Broos, Roosendaal. Op 10 augustus 1905 werd te Princenhage bij Breda de 'N.V. Suikerfabrieken van Breda en Bergen op Zoom' opgericht. De 'S.A. Sucreries de Breda et Berg op-Zoom' werd geliquideerd en droeg haar bezittingen over aan de nieuwe onderneming. Naast gebouwen en gronden (totaal 83.320 m2 in Breda en 10.473 m2 in Bergen op Zoom) behoorden ook tot de overdracht de 'spoor- of tramlijnen, zelfs die gelegen zijn op gronden van derden en verbindende de voorzegde fabriek met de lijnen van spoor- en tramwegen benevens draaischijven, zijsporen, loskaden, locomotieven, materieel voor ver voer'. Een laatste uitbreiding van het fabriekscomplex te Bergen op Zoom vond plaats in 1907, toen nog twee bebouwde percelen ter grootte van 515 m2 voor 3000 aan de Zuidzijde Haven werden aangekocht. Het doek zou spoedig vallen voor de eigen onderneming van Paul Wittouck in Bergen op Zoom. Op 11 januari 1908 werd te Amsterdam de 'N.V. Algemeene Suiker Maatschappij' (ASM) met fabrieken te Breda, Bergen op Zoom, Oudenbosch en Stampersgat opgericht. De verwerking van biet en in de suikerfabriek 'Wittouck' te Bergen op Zoom zou enige jaren later sterk worden ingekrompen ten gunste van de verwerkingscapaciteit in andere vestigingen. Het spoor wegbedrijf van de 'Wittouck' bleef echter volledig in werking. 2.10. nieuwe ontwikkelingen In de periode 1860 - 1910 werd door suikerfabrieken nagenoeg uit sluitend het halfprodukt 'ruwe sui ker' vervaardigd. Vervolgens bracht men deze suiker naar raffinaderijen, waar de bewerkingen werden uitge voerd voor het leveren van het zui vere en consumeerbare produkt 'witte suiker'. Rond de eeuw wisseling ontwikkelde men echter een produktieproces om de 'witte suiker' rechtstreeks uit te biet te winnen. De Bergse suikerfabriek 'Wittouck' begon in 1905 als eerste in Nederland te experimenteren met het maken van 'witte suiker'. Rond 1910 was de kwaliteit van de 'witte suiker' uit een beetwortelsuiker fabriek op gelijke voet gekomen met het produkt uit een raffinaderij. Al gauw besloten toen meer fabrieken over te gaan tot het maken van 'witte suiker'. 3.0. suikerfabriek 'Firma Laane, Rogier, Daverveldt Co' 3.1. vestiging bij spoorwegstation Op 21 april 1870 werd te Bergen op Zoom de vennootschap onder firma 'Laane, Rogier, Daverveldt Co' opgericht. De besturende ven noten (tevens geldschieters) waren C.A. Daverveldt, koopman en bur gemeester te Wouw, J.A. Laane, koopman te Roosendaal en C.P. Rogier, koopman te Bergen op Zoom. Samen met negen andere geldschieters brachten zij elk met 20.000 het totale maatschappelijk kapitaal van 240.000 bij elkaar. Het fabrieksterrein was op 4 april 1870 aangekocht voor 21.400 van de 'Dienst der Domeinen' op een veiling van geslechte vestinggron- den. Dit geld moest worden geleend en kon in 1876 geheel worden afge lost. Een extra hypothecaire schul dvordering van 120.000 werd in 1871 aangegaan om het tekort aan liquide middelen te dekken. Pas in 1895 kon deze schuldvordering worden doorgehaald. Het bij het spoorwegstation gelegen fabriekscomplex met de fraaie naam 'De Twaalf Apostelen' werd in gebruik genomen in 1871. Nog in 1870 had de onderneming een aansluiting op het spoorwegnet gekregen, want de aanvoer van suikerbieten per schip was immers onmogelijk. De vijf stoomketels hadden een gezamenlijk verwarmd oppervlak van 450 m2, terwijl het vermogen van de machines in totaal 66 pk bedroeg. Het bedrijfsterrein had bij de start van de produktie een oppervlakte van 11.760 m2. De aanleg van de tramverbinding tus sen Tholen en Bergen op Zoom in 1882 was ingegeven door de wens van de aandeelhouders van de fa briek om de aanvoer van suiker bieten uit de regio rond Halsteren te vergemakkelijken. De fabriek be schikte dan ook vanaf het prille begin van de stoomtram over een aansluiting. 3.2. reorganisatie De vennootschap was aangegaan voor 25 jaar. Op 6 september 1894 werd het gehele complex in 8 ka vels geveild. De grootste kavel werd gevormd door 'eene beet wortelsuikerfabriek, bijgebouwen, erf, vestinggracht en bouwland, ge legen aan de voormalige Wouw poort, met deszelfs completen in ventaris' met een totale grootte van 31.646 m2. De andere kavels wer den gevormd door percelen bouw en weiland te Bergen op Zoom en Oud-Vossemeer, waarop door de onderneming suikerbieten waren ge-

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 13