110 111 De Waterschans nr. 4 1994 Luchtfoto van de nieuwe Theodorushaven van Bergen op Zoom. 1964. Slagboom Peeters. Luchtfotografie. Teuge. vervoersbediening. Dit ligt aan het feit dat rivieren en meren op vele plaatsen in de wereld natuurlijke verkeerswegen vormen die de mens zelfs bij een zeer lage stand van de techniek kon gebruiken om zijn vervoersbehoefte te bevredigen. Over het geheel genomen is trou wens watervervoer goedkoper dan landvervoer. Niet alleen moest de landweg gemaakt worden, wat veel arbeid en geld kostte, maar de weg moest ook onderhouden worden. Grote hoeveelheden vracht kunnen bovendien gemakkelijker te water dan te land vervoerd worden. De voortbewegingsmogelijkheden te water, zeilvaart, vervoer per vlot, afzakken van een rivier, zijn veel goedkoper. Waterverbindingen zijn eerder van eonomisch belang geweest dan landwegen. Daar kwam nog bij dat zelfs nog in het begin van de 19e eeuw de straatwegen uitermate slecht waren. Als men de keus had tussen een landweg of een waterweg gaf men meestal de voorkeur aan laatstgenoemde. Waterwegen waren slechts in beperkte mate aanwezig. In het tijd perk van het vroeg-kapitalisme bleef in Europa de vervoers capaciteit en vervoersmogelijkheid toch ver achter bij het wegtransport; de voornaamste middelen van ver voer waren de toen bestaande weg- vervoersmiddelen. Alleen Holland vormde hierop een uitzondering. Hier was zowel voor het goederen als voor het personenvervoer de waterweg de meest aangewezen weg door de natuurlijke gesteldheid van het land. De Hollandse bin nenscheepvaart is zo oud als het land zelf. De vele waterwegen wa ren hier van oudsher voor de bewoners natuurlijke verbindings wegen. Reeds in de dertiende eeuw was er sprake van een belangrijke binnenvaart door Holland. Ook in later eeuwen werd van deze waterwegen in Holland veel gebruik gemaakt, belangrijk in een gebied dat voor kanalisatie uitstekend ge schikt was. In de zeventiende en achttiende eeuw zijn de waterwegen in Holland veel belangrijker dan de landwegen. Er zijn dan al: '...soo veel grachten ende waterloopen ghemaeckt (hebben), dat men niet alleen van d'een stadt tot d'andere, maer oock van het een groot dorp tot het andere, soo gerieffelijck ofte gherieffelijcker als te lande can reysen' (1). Reden voor het gewest Holland om samen met andere gewesten diep in de buidel te tasten en de vaarroute van Holland naar Zeeland langs Bergen op Zoom door de aanleg van de fortenlinie Steenbergen-Bergen op Zoom veilig te stellen. Het later opkomende geregelde ver voer te water van goederen, per sonen en berichten door middel van beurtveren in de zeventiende en achttiende eeuw werd dan ook van grote betekenis (2). wilde vaart Vroeger voeren tussen bepaalde, plaatsen de zogenaamde wilde schippers. Oorspronkelijk voeren, De Waterschans nr. 4 1994 ERÜHE op zoow Gravure, waarschijnlijk naar de kaart van Jac. van Deventer. Auteur F. Hogenberg. Keulen. 1581 (GAB). reden of liepen de vervoers middelen namelijk niet geregeld. In de Middeleeuwen was iedere schipper of wagenvervoerder nog bereid zijn schip of wagen te verhuren aan degene die hem daarvoor een bepaalde prijs wenste te betalen. Eigenlijk waren daar alleen vermogende personen of rijke kooplieden toe in staat. In het 17e eeuwse Bergen op Zoom betrof het hier in de winter vaak werkloze weervissers. het ontstaan van de beurtveren Schippers uit een bepaalde stad voeren oorspronkelijk dus als 'wilde' schippers op onbepaalde tijden op verschillende plaatsen. Ze vertrokken pas als ze voldoende lading hadden; niet altijd bevor- delijk voor de lading! Er was geen sprake van enige regelmaat. Toen echter de handel toenam bleken vaste verbindingen nood zakelijk. De overheid verleende daar sanctie aan: ze stelde schippers aan op een bepaalde plaats op hun daartoe gedaan verzoek. Ze hadden zich dan te houden aan vastgestelde vertrektijden. Maar ook de tijden van laden en lossen, plaatsen van afvaart en aankomst, de gemeenten die uitsluitend tijdens de tocht aangedaan mochten worden, het maximum aan vrachtprijzen, werden in de vorm van instruktie duidelijk vastgelegd. Sinds het einde van de 16e eeuw was er reeds sprake van een ontwikkeling van enkele schip pers die beurt om beurt gingen varen tot een dicht net van beurt veren. In vele ordonnantiën, keuren en gildebrieven werd dit op de beurt varen (zoals dat vroeger heette) geregeld (Rotterdam-Am- sterdam 1597). Soms was vastgelegd dat de ene partij meer beurten mocht varen dan de andere (Amsterdam-Harder wijk 1617). Soms werd om de beurt geloot en over de vraag op welke dagen van het jaar beurtlieden dienden te varen. We hebben dan te maken met 'beurtvaart' die dus gericht was op regelmatig vervoer tussen steden die over de binnenwateren gemakkelijk te bereiken waren. Er moest geva ren worden, of er lading was of niet. Zo werd er op 30 december 1654 te Bergen op Zoom een additie goedgekeurd waaruit duidelijk dat verplicht varen blijkt: dat bij weer en wint alle dins- daeghs, ende des donderdaeghs een beurtschip, tsij oft daer vracht is ofte niet, gehouden sal wesen te varen op de stadt Dordrecht '(3). Afspraken werden steeds beter ge regeld. Tussen steden werd meestal een beurtvaartovereenkomst ge sloten waarin twee of meer steden bepaalde afspraken maakten over hun onderlinge verbinding. Die afspraken betroffen ook het aantal schepen dat de steden lieten varen. De schepen waren overigens wel eigendom van particulieren. Schippers kochten zich tegen een bepaalde som in de 'beurt'. Uit het bovenstaande is reeds naar voren gekomen dat beurtveren vooral in de 16e eeuw ontstonden. De ontwikkeling van beurtveren is ongetwijfeld bevorderd door de aanleg van kanalen vanaf die tijd. De schuiteveerdienst tussen Arnhem en Nijmegen schijnt een van de oudste beurtveren te zijn geweest (4). Het merendeel van de beurtveren in Holland zijn in de laatste decennia van de 16e en in de 17e eeuw ontstaan (5). De hoogste bloei bereikten de beurtveren in de 17e en 18e eeuw. Begin 19e eeuw wer den er overigens nog steeds nieuwe beurtveren opgericht. openbaar- en beroepsvervoer Het vervoer kreeg een grote uitbreiding toen de mogelijkheid van openbaar vervoer werd gescha pen; vervoersmiddelen stonden niet meer ter beschikking van één bepaalde persoon, reiziger of verlader, maar in principe voor allen. De ontwikkeling van eigen vervoer naar beroepsvervoer was een ander belangrijk historisch feit. Eeuwenlang was er immers slechts eigen vervoer geweest. Maar op een bepaald moment zien we dat onder nemingen er een beroep van gingen maken om goederen voor anderen te vervoeren. Met name de binnenvaart werd reeds vroeg als zelfstandig beroep uitgeoefend (Florence 13e eeuw; gilde van beroepschippers op de Loire 14e eeuw). Eind 14e eeuw zien we in Holland binnenschippers als beroepsvervoerders optreden (6). regelmatige vaarten Van grote betekenis werd de regelmaat in de vaart, hét kenmerk van de beurtvaart. Zo leidden week markten tot een zeker weekritme en meer en meer kwamen de regel matige, periodieke vaarten met marktschepen op. Het zou uitgroei en tot het verschijnsel dat twee schepen zelfs dagelijks tegen elkaar in voeren, wat de continuïteit voor de verbinding verzekerde (7).

Periodieken

De Waterschans | 1994 | | pagina 4