De Waterschans nr. 4 1994
Haven omstreeks 1899 (GAB).
En het kon om heel wat personen
gaan. In 1790 en 1795 werden
respektievelijk 85.657 en 63.987
personen van Haarlem naar Amster
dam vervoerd!
brievenpost
Beurtveren namen ook brieven mee,
die bij aankomst diezelfde avond
nog bezorgd moesten worden. Het
bezorgen van brieven was dikwijls
het initiatief van de schipper zelf.
Het bestellen gebeurde oorspron
kelijk door vrijwillige bestellers die
zich hiervoor aanboden; ze kregen
voor hun werk een vergoeding van
de schipper. Er kwamen natuurlijk
klachten voor omdat deze bestellers
te hoge bedragen vroegen, met het
dreigement de brieven voor de ogen
van de geadresseerde te verscheuren
als deze niet betaald werden.
Schippers hingen op verschillende
plaatsen in de stad bussen op om
brieven te verzamelen. Vaak hingen
die bussen aan het paalhuisje bij
een brug.
bezorging van de pakjes
De knechts van schippers bezorgden
dikwijls de pakjes die door een
schip vervoerd waren. Zij mochten
beslissen of ze anderen of andere
middelen voor dat vervoer zouden
inschakelen: paard, slee, wagen of
'kruy wagen'.
Sommige vrachten vroegen om
extra zorg. Fruit, boter, olie en
traan, siroop, verfvaten, zware
artikelen, bier en wijn moesten vaak
door speciale bestellers bezorgd
worden (32). Was dat bezorgen
oorspronkelijk een nogal vrije
aangelegenheid, later kwamen er
allerlei bepalingen dat bezorgen
alleen mocht gebeuren door de door
de stedelijke overheid aangestelde
bezorgers.
vergunningen
De overheid eiste al spoedig
vergunningen voor het uitoefenen
van een vervoersbedrijf en dus ook
voor de beurt- en wagenveren.
Voor iedere beurtveer werden door
de beide overheden van de steden
waartussen het beurtveer voer, de
nodige ordonnantiën opgesteld.
Daarin treft men aan bepalingen
over het beurt om beurt varen, de
aanstelling van de schippers, de
eisen aan de schippers gesteld, de
vrachtlijsten en de uitsluitende vaart
(een monopoliepositie t.a.v. een
bepaald trajekt). Ook in Bergen op
Zoom was dat het geval, zoals
blijkt uit een keur uit 1730: 'In de
somermaanden sal er alle weeken
des deijnsdags een schipper van
dese stad op Amsterdam moeten
afvaren, ende alle weken des
vrijdags een van Amsterdam, ende
inde wintermaanden sal eiken
schipper (vaarbaar weer sijnde) om
de maant een reijs moeten doen'
(33). Alle tochten werden door de
plaatselijke overheden bepaald,
zoals uit diezelfde keur wat
verderop blijkt: 'Van de twee
schippers op Rotterdam sal er alle
weeken maar een van dese stad
afvaaren, namentlijk des maandags,
welken donderdags wederom van
Rotterdam sal moeten komen' (34).
Maar burgemeester en schepenen
konden zich ook bemoeien met de
inrichting van de schepen en met de
tarieven. Dit blijkt bijvoorbeeld uit
een veerbepaling van Reimerswaal
op Bergen op Zoom. Het monoplie
had als keerzijde de verplichting
van de veerman tot vervoer. Wilde
deze een reiziger niet vervoeren dan
114
De Waterschans nr. 4 1994
mocht die reiziger een ander schip
huren op kosten van de veerman.
Wat hij meer diende te betalen
mocht hij in tweevoud verhalen op
de veerman die bovendien nog een
boete verschuldigd was (35).
regeling van vele zaken
Als twee steden een beurt-
vaartovereenkomst sloten werden er
dikwijls vele zaken tegelijk gere
geld: het aanstellen van de schip
pers en de voorwaarden verbonden
aan die aanstelling, de morele en
technische eisen waaraan de schip
pers moesten voldoen; het ver
plichte lidmaatschap van het gilde,
het aantal schippers (vaak via loting
vanuit het schippersgilde), de eisen
aan de schippers te stellen. Dikwijls
kwam een beurtveerovereenkomst
pas tot stand na vele moeilijkheden
tussen steden (36). Er moest soms
regelend worden opgetreden tussen
schippers, bijvoorbeeld wat betreft
de vrachtlonen: 'Alzoo voor mijne
Ed. heeren vande magistraat deser
stadt Bergen opten Zoom proces
ware gereesen tusschen deeken ende
gesworens vande schippersgilde
binnen deser stadt ter eenre, en de
Anthonij Hendrikse schipper op
s'Hage ter andre sijde, ter cause
van den vervoeringe ende vracht-
Ioonen vande passagiers van alhier
op s'Hage voorschreven soo is bij
mijne Ed. heeren goetgevonden
ende geresolveert parthijen voor
hen luijden te ontbieden omme te
nemen een preuve van accoort
ende geordonneert dat de voors.
Anthonie Hendrikse ende conse-
quentelijk alle andere die namaels
die van alhier op s'Hage sullen
vaaren, voortaan schuldig ende ge
houden sullen sijn aen den beurt
man alhier te betalen van ijder per
soon die sij alhier sullen willen in-
neemen ende overvoeren na den
Hage voors. tien stuijvers, des soo
sullen sij van elke persoon ende
pasagier voor de vragt mogen eijs-
schen inde plaets van 15 stuijvers
achtien stuijvers (37).
Er kwamen ook bepalingen voor
dat reizigers alleen maar mochten
gebruik maken van het veer dat
door hun stadsgenoten onderhouden
werd, maar ook het feit dat
beurtschippers uit een andere stad
de slechtste ligplaatsen kregen,
wijzen nog op dergelijke problemen
tussen de steden (38).
Het aantal keuren en ordonnantiën
dat in de zeventiende en achttiende
eeuw is opgesteld betreffende
beurtveren, is dan ook zeer groot.
Was immers eenmaal besloten dat
er een beurtveer zou worden aange
legd dan werden voor dat veer
tevens de nodige ordonnantiën op
gesteld, die enerzijds in het belang
van de handel, anderzijds in het
voordeel van de schippers waren. In
deze voorschriften is een bepaalde
eenheid te vinden. De keuren zijn
dikwijls gelijkluidend of tenminste
gelijksoortig. Het gaat ook om be
palingen omtrent de plaatsen waar
tussen het veer moest varen; het
bevorderen van een goede commu
nicatie; de borgstelling en het in
beurs varen; de zorg voor het goed
en de passagiers; de keuring van de
schepen; de dienstregeling; de laad-
en losplaatsen; de vertrektijden; de
vervoers- en de registratieplicht; de
tarieven; de sociale maatregelen; de
uitsluitende vaart en de aanstelling
van commissarissen en bestellers.
Er was altijd wel een oplossing te
vinden voor zaken die nog niet
geregeld waren, ook in Bergen op
Zoom, zoals blijkt uit een toe
voeging op een keure uit 1730:
'Ende aangaande het reguleren der
vragten ende andere saken ofte
verschillen, welke nu niet voorsien
worden, dogh egter mogten opko
men, dien aangaande reserveren
haar Edele wel Agtbare aan haar
soodanige beschickinge, ende or-
donnancien te maken, ende te doen
observeren als tot welweesen ende
aanwas van den koophandel ten
dienste der generale borgerije, ende
het welwesen van het schippersgilde
sal bevonden worden te behooren
(39).
De plaatselijke overheid trad in het
algemeen streng op tegen schippers
die zich niet aan de voorschriften
hielden, zoals o.a. blijkt uit een
'actum Bergen opten Zoom' uit
1752, waarin een vonnis werd
uitgesproken: is komen te
gebeuren dat Hendrik Lapesse,
beurtschipper van dese stad op de
stad Goes, moetende vaaren op
maandag den 16e augustus dese
jaars 1745, niet tegenstaande hem
ernstig een en ander maal is aan-
gesegt door Deken en Gesworens
van het voors. schippers gilde, egter
wijgerig gebleven omme sijne ordi
naire beurt als beurtman op de stad
Goes waar te nemen ende de goede
luijden die daar in belang hadden te
helpen, en dus voom. Deken en Ge
sworens, genootsaakt sijn geworden
daar over aan den Heer Borge-
meester buijten der banke te klagen
(40). Hendrik Lapesse kreeg een
boete van vijfentwintig gulden.
Op enkele van die regelingen, die
een aardig beeld geven van het wel
en wee van de beurtvaart, gaan we
hier nader in.
aanstelling van de schippers
Schippers werden aangesteld door
de stedelijke overheid. Bij een
tweezijdige regeling stelde iedere
overheid meestal een gelijk aantal
schippers aan.
Een kandidaat-beurtschipper diende
een verzoekschrift in om op het
door hem gekozen trajekt tot beurt
schipper te mogen worden be
noemd.
De Heerlijke schippers dienden bij
de Heer zo'n verzoekschrift in. Een
voorbeeld van zo'n aanstelling is de
brief van het stadsbestuur van Mid
delburg aan het stadsbestuur van
Bergen op Zoom: 'Hoewel wij sints
eenige jaren herwaerts hebben toe
gelaten, dat het veer van dese stad
op Bergen opden Zoom, bij Beurt
schippers door Ued. Agtb. aange
steld, alleen wierd waargenomen, is
egter bij ons altijt overgebleven het
voornemen om bij een gunstige ge-
legentheijt het gedagte veer in zijn
vorige stand aan onse zijde te
herstellen, waartoe ons verder als
genootsaakt hebben de geduerige
klagten die ons wegens de onor
dentelijkheden en onbescheijden-
heijt der beurtschippers op het
gezegde veer varende, zijn voorge
komen; wij hebben derhalven, om
daartegen, zoo veel mogelijk was,
aan onse zijde te konnen voorsien,
goetgevonden gunstige reflectien te
maken op het gedane versoek van
Adriaen Janssen, binnen Ued. Agtb.
stad gebortig, en hebben den zeiven
(nadat wij wegens zijne bescheij-
denheijt en bequaamheden grondig
waren geinformeert) tot Beurt
schipper van hier op Bergen opden
Zoom aangesteld; gelijk wij hem
115