6 7 De Waterschans nr. 1 1995 dat de directeur op een der carnavalsdagen zich met me juffrouw Kerstens op een manier had gedragen 'die niet strookte met zijn positie'. Het ontslag moest meteen ingaan, omdat Juten al was begonnen met het terughalen van het door hem geschonken meubilair uit de bibliotheek. Het bestuurslid Jan Vlekke, leraar Nederlands aan het Mollerlyceum, zou zich voorlopig belasten met de directie. Voorlopig, want als onbevoegd bibliothecaris had hij verlof van de minister nodig voor het uitoefenen van deze functie. Dat verlof kreeg hij op 11 september 1924. Het was ook voor hem een bijbaantje dat zeer bescheiden werd gehonoreerd. Uit de notulen komt naar voren dat het bestuur de hele affaire het liefst met zo weinig mogelijk ophef wilde afwerken, maar daar gaf de strijdlustige Juten geen kans toe. De zaak deed in een stadje van circa 20.000 inwoners natuurlijk heel wat stof opwaaien. Juten had tegenstanders op politiek terrein. Hij was enige tijd voorzitter van de R.K. Kiesvereniging Bergen op Zoom en wilde dat graag opnieuw worden. Het waren waarschijnlijk zijn politieke tegenstanders die de affaire 1924 in 1926 weer oprakelden om de kansen van Juten afbreuk te doen. Op de jaarvergadering van '26 was het plots ongewoon druk. Normaal kwam er bijna niemand. Het jaar 1926 is echt een uitzondering. En waarom kwamen die leden dat jaar? Ze wilden nou wel eens precies weten waarom Juten destijds zijn congé had gekregen. Juten ging zelf ook niet vrij uit, want in 'De Avondster' van 12 mei was hij in het offensief gegaan. Dit artikel zette kwaad bloed bij het bestuur en het wilde dan ook de affaire maar eens duidelijk uit de doeken doen in zijn jaarvergadering van 26 mei 1926. Onder de aanwezigen zag men burgemeester Stulemeyer, pater Van Mansfeld, pastoor Van Eekelen van 't Fort, kapelaan Wolters en een mijnheer Willems, lid van de R.K Kiesvereniging en secretaris van een katholieke conservatieve groepering die zich 'Orde en Gezag' noemde, maar door Juten voor fascistisch werd uitgemaakt. Bij de rondvraag begon het pas echt. Voorzitter Laane was wat eerder weggegaan en waarnemend voorzitter J. Asselbergs zag zich genoodzaakt opening van zaken te geven. De notulant legde het als volgt vast: 'De hr. Juten is sinds de oprichting der Leeszaal op onverantwoordelijke wijze omge sprongen met de gelden. Hem werd inzage verzocht van de administratie. Dit is eindelijk met moeite gelukt. De hr. Asselbergs kon er echter niet uit wijs worden. Tenslotte is de hulp van een accountant ingeroepen. Ook die is er niet in geslaagd. Daarna is uit het bestuur benoemd een boekencommissaris die te beslissen had over de aanschaffing van nieuwe werken. De hr. Juten ging desondanks zijn gangTenslotte stelde hij handelingen die een directeur van een R.K. vereeniging niet betamen. Daarna bleek dat hij gelden die hem voor de Leeszaal ter hand waren gesteld niet had afgedragen. Toen heeft het bestuur de bekende maatregelen getroffen. De hr. Juten is herhaaldelijk ter vergadering gedaagd, maar echter nooit verschenen. Dat het zo lang heeft geduurd voor de schuld aan de hr. Juten is afbetaald lag aan hem. Onzerzijds bestond volle bereidheid om ze terstond te voldoen'. Tot zover het verslag. Juten nam niets terug, integendeel. Hij deed gal in zijn vulpen en schreef fris van de lever al zijn frustraties van zich af. De kolommen van 'De Avondster' stonden tot zijn beschikking. 'De Avondster' van donderdag 27 mei 1926, dus daags na de vergadering, telt maar liefst drie artikelen in verband met de affaire. Maar zoals meestal: de zaak bloedde dood. 10. Een gloriedag in een jubeljaar Tijd om wat verheffenders te vertellen. Daartoe leent zich het jaar 1925 uitstekend. Er leefde bij het bestuur al spoedig de opvatting: we zitten niet op de goede plaats met onze boekerij. We moeten weg uit de Van Hasseltstraat. Die ligt te ver uit het centrum en daarom groeit het aantal bezoekers niet meer. Men zocht een onderkomen in het De katholieke OLB verhuisde in 1925 naar het pand Kortemeestraat 18 (foto: Rijksdienst Monumenten zorg). centrum en vond dat in het gebouw Kortemeestraat 18, midden in 't Vierkantje', waar het oude postkantoor vrij kwam. Kontakt met het gemeentebestuur leidde tot een huurkontrakt. Pastoor Jooren deed niet moeilijk over het te vroeg opzeggen van het huurkontrakt met de Josephgezellen. Adrianus de Kok, meester-timmerman, nam op zich de noodzakelijke aanpassing volgens tekeningen en bestek van J. Th. Gieles voor f3.385 uit te voeren. De verhuizing verliep zo vlot dat de uitleen maar vijf dagen hoefde te sluiten, de volksuitleen negen dagen en de leeszaal van 20 juli tot 8 augustus. Op 17 september vonden de plechtige inzegening en de officiële opening plaats. De dag begon met een H. Mis in de katholieke kerk op de Markt, thans schouwburg De Maagd. Deken dr. Ch. van Dam was celebrant. Om half elf volgde de inzegening van het nieuwe onderkomen, wederom door de deken en in aanwezigheid van heel wat notabelen. 's Middags om 15.00 uur arriveerde burgemeester Stulemeyer om te midden van geestelijke en wereld lijke autoriteiten de OLB te openen. Voorzitter Laane was de eerste spreker gevolgd door de burge- De Waterschans nr. 1 1995 meester. Die zei blij te zijn met deze aanwinst omdat Bergen op Zoom zoveel voelde voor ontwikke ling. Hij constateerde onder de burgerij veel zin voor kunst, weten schap, historie en oudheidkunde. De volgende spreker was dominee Van der Meulen. Als secretarispenningmeester van de algemene OLB in de Hoogstraat 28 dankte hij voor de uitnodiging en bracht hij vervolgens met genoegen de gelukwensen over van zijn OLB-bestuur. Hij kende het gebouw van vroeger toen hel nog distribu tiekantoor was tijdens de Eerste Wereldoorlog en sprak de hoop uit dat het nu even druk zou worden als toen en dat de beide Bergse OLB's onder Gods zegen de geeste lijke belangen van de stad zouden dienen. Meer sprekers volgden. Twee dagen achtereen bracht 'De Avondster' een uitvoerig verslag (17 en 18 september 1925). Het ging direct beter met de OLB op de nieuwe locatie. Het ledental groeide van 247 naar 312 en de leeszaal telde 5150 bezoekers tegen onge veer 4800 het j aar daarvoor. Boven dien opende de bibliotheek dat jaar kleine zogenaamde correspondent schappen in Halsteren, Nieuw Borgvliet en bij de R.K. Werklie- denbond. Ook de volksuitleen trok meer belangstelling, mede doordat het leengeld van vijf cent werd teruggebracht tot drie cent per boek en de vooraf te storten garantie van een gulden verviel. Vele redenen dus tot jubelen. II. De jaren dertig 1. Gebrek aan geld en bevoegde krachten De moeilijkheden waarmee de Bergse leeszalen in de jaren dertig worstelden lagen vooral op het gebied van de financiën en het personele vlak. Geldgebrek, dus te weinig middelen om het boekenbe stand op peil te houden. Personeel: bevoegde krachten waren zeer schaars. In hoofdzaak waren het dames en als die trouwden zegden ze hun baan op. De belangstelling voor de OLB's nam snel toe in de jaren dertig. Er waren veel werklo zen die de weg vonden naar de leeszaal waar ze gratis konden studeren in een verwarmde zaal. Minder goed draaide de katholieke volksuitleen, zodat het bestuur deze afdeling in 1930 ophief. De vrijko mende ruimte was zeer welkom voor de OLB. Ook de Hoogstraat heeft op zeker moment de volksuit leen afgestoten en kreeg zo de beschikking over de benedenverdie ping. In 1930 liep de belangstelling voor de OLB's tijdelijk terug. Het was een algemene trend die werd toegeschreven aan het oprukken van de radio in de gezinnen en ook aan 'de groeiende uithuizigheid en genotzucht'. Wegens huwelijk diende de eerste assistente van de r.k. OLB mejuffrouw E. Kerstens de leeszaal te verlaten. Ze was een medewerkster van het eerste uur. De voorzitter prees haar om haar kundigheid, inzicht, werkzaamheid en gemakkelijke omgang met mensen van allerlei slag. De katho lieke bibliotheek kreeg in 1930 een supplement bij haar gedrukte cata logus en de voltooide systematische catalogus vond een plaats in de hal. Het was in hetzelfde jaar dat er sprake was van nieuwe r.k. corre spondentschappen in Steenbergen en Wouw. In Halsteren mislukte het. Deze 'filialen' kwamen in aan merking voor subsidie dankzij het ijveren van de 'Bond van Openbare Leeszalen in NoordBrabant'. Zevenbergen en Ossendrecht kregen een correspondentschap in 1931, terwijl een poging in Woensdrecht Hoogerheide de mist in ging. In juni 1931 trad Laane af als voorzit ter van 'Geloof en Wetenschap'. Vanaf de oprichting in 1903 had deze bankier de kar getrokken met een kleine onderbreking tussen 1913 en 1915. Hem komt een ereplaats toe in de annalen van de katholieke OLB Bergen op Zoom. Nog in hetzelfde jaar overleed hij in de gemeente Ginneken, zijn laatste woonplaats. Zijn opvolger was de heer Johannes C.C. Asselbergs, directeur van de 'Was-, bad- en bleekmrichting De Zoom' aan de Buitenvest (1875- 1960). Het was ook in 1931 dat mejuffrouw M. Notermans het team kwam versterken. Zij was in het bezit van het directiediploma, maar te jong om de plaats van Vlekke in te nemen. Het leeszaalbezoek groei de weer en bereikte een jaar later Bankier E.E.M.C. Laane was de eerste voorzitter van 'Geloof en Wetenschap'. In 1931 nam hij afscheid (foto: GAB). de 10.000. 'Dat ook enkele niet- katholieken zich aanmeldden pleit voor onze reputatie' vermeldt Vlekke met zonder trots in zijn verslag over 1932. Tot de service van een OLB behoort ook het aanvragen van studieboeken uit andere bibliotheken, meestal de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag of een universiteitsbiblio theek. In 1932 kwamen er op deze wijze 243 boeken aan in de Korte meestraat. Het waren in hoofdzaak boeken voor leden die bezig waren met een MO-studie in een van de talen. Met de correpondentschappen liep het niet zo best. Er was gebrek aan geschikte vrijwilligers en de betrokken gemeenten hadden wei nig zin om subsidie te geven. Nieuw-Borgvliet en Ossendrecht kenden een kort bestaan. Steenber gen draaide aanvankelijk moeizaam. 2. De crisis slaat toe Tot 1933 ging het redelijk en de Bergse OLB's waren niet ontevre den over de binnenkomende gelden. Maar in '33 begonnen de bezuini gingen. Het rijk verminderde zijn

Periodieken

De Waterschans | 1995 | | pagina 13