16 17 De Waterschans nr. 1 1995 2. Overleg met de gemeente over een betere huisvesting Op 3 januari 1958 kwamen de beide OLB-besturen met ambte naren van gemeentewerken en afgevaardigden van museum en muziekschool bijeen om te overleggen wie in het geres taureerde Markiezenhof huisvesting zou krijgen en in welke zalen en ruimten. Men ging er daarbij vanuit dat er twee bibliotheken in zouden komen, dus zowel de katholieke OLI3 als de algemene. Na enig beraad vroegen de genodigden om ingekleurde tekeningen, om beter te kunnen beoordelen, welke ruimten elk van hen waren toebedacht. Die wens vervulde de gemeente al op 9 januari 1958. Het bestuur van de Kortemeestraat legde alles voor aan de CV, de Centrale Vereniging voor Openbare Leeszalen. Die bracht op 7 februari een afwijzend rapport uit dat begon met de opmerking 'dat de tegenwoordige huisvesting aan de Kortemeestraat wat uitleenruimte betreft, zowel voor volwassenen als voor de jeugd (die toen nog niet was verhuisd naar de Gevangen poort), geheel niet aan de gestelde eisen' voldeed. Iets verder lezen we: 'de ruimten in het Markiezenhof, die u nu beschikbaar worden gesteld, zijn niet aanvaardbaar voor Uw bibliotheek. Men zal op gelijkvloers gelegen lokalen moeten aandringen, die een oppervlakte zoals boven berekend moeten bevatten'. Die berekeningen gaven als uitkomst dat in een stad van 40.000 zielen honderd vierkante meter uitleenruimte voor volwasse nen nodig was. Verder een magazijn van 30 vierkante meter, de jeugduitleen 60, de jeugdleeszaal 42, de lees- en studiezaal 50, werkkamer personeel 36, directie kamer 20 en tenslotte 60 vierkante meter voor garderobe, keukentje en toiletten. Slootmans briefde de gegevens door aan 'de Heer Directeur van de Gemeentewerken', aangevuld met praktische voor stellen en uitwerkingen. Daar bleef het bij. We vernemen er verder niets van, maar kom, alles van waarde heeft zijn dossier. De plannen moesten wijken voor andere plannen. De algemene bibliotheek zal wel soortgelijke bemerkingen hebben gemaakt om daarna dezelfde ervaring op te doen. Een voordeel was dat er tussen de twee besturen meer kontakt kwam. Nood verbroedert. De kontakten schiepen een gunstig klimaat voor samenwerking. 3. De weg tot elkander De voordelen van een grote openbare leeszaal en bibliotheek spraken de beide besturen steeds meer aan. In 1961 overlegden ze samen hoe een betere subsidie regeling van de gemeente moest zijn. Wel opende elk van hen een eigen filiaal in Oost, de katholieken in een vrijgekomen winkel/kan toorpand in de Meidoornlaan 109, terwijl de openbare lieden uit de tram stapten en een ruimte huurden in het toen (1960) in aanbouw zijnde winkelcentrum aan de Kastanjelaan. Op 13 december 1962 had de feestelijke opening van dit laatste plaats, een jaar later dan gepland. De gemeente gaf het jaar daarop een extra subsidie van f3.250 ter bestrijding van de inrichtingskosten. In dat jaar verloor de Hoogstraat haar correspondentschap in Dintel- oord. Meer dan tien jaar was deze buitenpost zorgvuldig beheerd door een vrijwilligster: mevrouw M. Sprong-Schiffer. De Algemene Provinciale Biblio theekcentrale 'Zuid' van Noord Brabant nam de zorg voor Dinteloord over (27-12-1963). In hetzelfde jaar organiseerden de twee bibliotheken samen voor de De katholieke OLB opende eveneens een fdiaal in Oost; zij nestelde zich in een vrijgekomen winkel/kantoorpand in de Meidoornlaan 109 (foto: GAB). De Waterschans nr. 1 1995 jeugd een vakantiekinderspel. Daarvoor verdeelden ze de stad in vier wijken en elk nam er twee voor haar rekening. Samen maakten beide OLB's een begin met de invoering van het SISO-systeem. SISO betekent: Schema voor de Indeling van de Systematische Catalogus in Openbare bibliotheken. Doel hiervan is meer eenheid te brengen in de wijze van catalogise ren van boeken, nationaal en inter nationaal. Een echte verademing was het dat de gemeente met een nieuw subsidiesysteem kwam, roya ler dan het oude, maar voor de algemene toch nog te krap. Die sloot de jaarstukken over 1963 af met een tekort van f2741,20. In 1964 weer samenwerking tussen de jeugdafdelingen. Het motto van de kinderboekenweek was in dat jaar: De jonge Muiderkring. Gezamenlijk stelde men een 'kunst'-programma op. De belangstelling was geweldig. Maar liefst 450 kinderen bezochten de feestmiddagen en groot was de respons op de georganiseerde wed strijden. 4. Een nieuwe secretaris in het bestuur van de katholieke OLB Het bestuur van 'Geloof en Weten schap kende als bibliotheekbestuur weinig mutaties. We komen sinds 1920 maar vier voorzitters tegen, vijf secretarissen en zes penning meesters. In 1965 volgde de heer A. Mertens de bekende archivaris Korneel Slootmans als secretaris op. Hij werd daarmee de laatste secreta ris van het r.k. bibliotheekbestuur en tevens de eerste van de Stichting Bibliotheek Erasmus. Nog steeds neemt hij die zetel in en schrijft hij trouw de verslagen van de bestuurs vergaderingen in een groot notulen boek. Hij is op weg om het record van zijn voorganger, dat op 31 jaar staat, te evenaren, wellicht voorbij te streven. Toen Slootmans zijn functie neerlegde bleef hij nog jarenlang als adviseur aan het be stuur verbonden. Met name m de contacten met de gemeente, vooral tijdens de nieuwbouwperiode, bleek hoe waardevol zijn inbreng nog altijd was. Er as mus. 5. Een directeur voor twee biblio theken Het was een gelukkige omstandig heid dat de twee OLB's tegelijker tijd een nieuwe bibliothecaris zoch ten. Wat lag meer voor de hand dan samen op zoek te gaan naar een geschikte kandidaat voor de beide bibliotheken. Op die manier zou er al bij voorbaat een belangrijk fusie probleem zijn opgelost. Bovendien kon de leiding tijdig beginnen met het inspelen op en het voorbereiden van de nieuwe situatie: één biblio theek. Het was in die jaren erg moeilijk om geschikte assistenten te vinden, laat staan een goede direc teur of directrice. Een periode van onderling overleg tussen de beide besturen brak aan. De secretaris van de algemene OLB, A.J. te Kiefte, typeerde het contact als prettig en noteerde: 'De eerste pijlers (zijn) geslagen voor een te verwachten vruchtbare en harmonische samen werking'. Gelukkig meldde zich een sollicitant, de heer Johannes Martin Verhoeven. Hij was niet bevoegd, maar studeerde ijverig voor het directie-diploma, dat hij in 1967 wist te behalen. De twee besturen benoemden hem per 1 oktober 1965. Van elk bestuur kreeg hij een aan stelling als hoofd van de biblio theek in een halve baan.

Periodieken

De Waterschans | 1995 | | pagina 18