18
19
De Waterschans nr. 1 1995
6. De jeugd gaat voor
Een volgende stap in de richting
van een fusie was het samenvoegen
van de twee jeugdbibliotheken. Op
1 juli 1966 trok de jeugdafdeling
van de Hoogstraat in bij haar zuster
in de Gevangenpoort. En nog in
hetzelfde jaar kwam het katholieke
filiaal 'Oost' in de Meidoornlaan bij
het andere filiaal 'Oost' in de Ka
stanjelaan. Dat gebeurde op 1
november. Anderhalf jaar daarna
verhuisde dit filiaal naar Pastoor
Jutenlaan 1. In 1966 liet het ge
meentebestuur weten dat de twee
hoofdvestigingen samen voorlopig
terecht zouden kunnen in een van
de bijgebouwen van het Markiezen
hof, het omstreeks 1513 opgetrok
ken koetshuis, tevens voorraad
schuur aan de Hofstraat 2a, daar
waar nu de jeugdbibliotheek en
speel-o-theek zijn. Aan dit histori
sche pand is in de loop der tijden
heel wat verbouwd, zeker na de
brand van 1935. Het was iets an
ders dan de besturen zich in 1958
hadden voorgesteld. Van huisve
sting in het hoofdgebouw was geen
sprake meer. Men kwam niet in het
paleis, maar in de schuur terecht,
zij het dan een markiezenschuur.
Een promotie naar de paardestal lag
in het verschiet, aangevuld met een
gloednieuw gebouw op de funda
menten van een eerder gesloopt
deel van de stal.
7. Fusie van de besturen
Aan het samengaan van de biblio
theken ging een fusie van de bestu
ren vooraf. Beide bibliotheken
hadden als bestuursvorm de vereni
ging. Bij de katholieken was dat
nog altijd de vereniging 'Geloof en
Wetenschap', bij de algemene de
'Vereniging openbare Leeszaal en
Bibliotheek'. Beide verenigingen
zetten zich om in een stichting. Een
dergelijke rechtspersoon is wat
minder democratisch, maar kan
sneller en slagvaardiger opereren.
De twee besturen kozen voor het
ene bestuur dan ook de stichting als
rechtspersoon. Die persoon noemde
zich 'Stichting Openbare Biblio
theek Erasmus'. 'Vanwaar Erasmus?'
zal men vragen. We weten dat deze
beroemde Rotterdamse humanist
een geweldig liefhebber van boeken
was. Hij schreef ook zelf veel,
steeds in het Latijn, de taal die alle
mensen van ontwikkeling toen,
Erasmus leefde van 1469 tot 1536,
kenden.
Had hij nog iets met onze stad van
doen? Ja, hij is een tijdje secretaris
geweest van de bisschop van Kame-
rijk, een zoon van de Bergse heer
Jan II van Glymes, beter bekend
onder de naam Jan metten Lippen.
Erasmus kwam wel eens in Bergen
op Zoom en logeerde een keer op
het kasteel van Halsteren. De statu
ten van de nieuwe stichting vermel
den als geboortedatum 1 januari
1967. Volgens die statuten is het
doel van de stichting 'Het verwe
zenlijken en in stand houden van
een geïntegreerd, algemeen en
openbaar bibliotheekbestel in Ber
gen op Zoom, zulks ter verwerkelij
king van de doelstellingen van ieder
der beide stichtingspartners' (art. 2).
Voorwaar mooi gezegd en met een
eresaluut aan de ouders. Die ouders
moesten wel blijven voortbestaan,
want volgens artikel 6 van de statu
ten zou het bestuur Erasmus vijf of
zeven leden tellen, waarvan drie
(bij vijf) of vier (bij zeven) aan te
wijzen door de Stichting R.K.
Openbare Leeszaal en Bibliotheek,
de overige door de algemene stich
ting. Behalve dat aanwijzen van
stichtingsleden hadden de ouders
nog andere taken.
Zo kregen ze een soort voogdij-
recht, want volgens artikel 12
moesten ze toezicht houden op het
reilen en zeilen van de bibliotheek
Erasmus.
Dat toezicht kende zelfs een zware
sanctie, want zowel de Stichting
OLB als de Stichting R.K. OLB
konden een ontbinding van de
nieuwe stichting aanhangig maken
als 2/3 deel vam de bestuursleden
van mening was dat het nieuwe
bestuur ernstig tekortschoot.
Een definitief besluit tot opheffing
was evenwel aan heel wat voor
waarden gebonden, meer een theo
retisch geval dus. Interessant was
ook lid 6 van artikel 11. Dat luidde:
'Er wordt naar gestreefd, dat de
directeur/directrice R.K. is, de
hoofdassistent(e) niet R.K.' Er naar
streven bleek voldoende, gelukkig
maar, gezien de omstandigheid dat
het zo moeilijk was om een ge
schikte leider te vmden.
VI. De eerste tien jaren van 'Era
smus' 1967-1977
1. Samen in 'de schuur' van Hof
straat 2a
Op 24 december 1966 vergaderden
drie leden van de katholieke stich
ting en twee van de algemene in de
Kortemeestraat over de vorming
van een nieuw bestuur voor de ene
bibliotheek. Voor secretaris Mertens
een reden om een nieuw notulen
boek te openen. Het werd een korte
bijeenkomst op deze kerstavond. De
vijf aanwezigen verklaarden zich
bereid samen de Stichting Openbare
Biliotheek Erasmus te vormen. De
katholieke bloedgroep leverde de
voorzitter J.A. van Giels, secretaris
A. Mertens en het zeer ervaren lid
Korneel J.F. Slootmans. De algeme
ne stichting bracht de penningmee
ster drs. A.H. Aarnoudse in en het
lid A.J. te Kiefte. Nog een besluit
nam het kersverse bestuur die
avond: de heer A. Michael werd
benoemd tot administrateur (hij was
dat reeds in de Hoogstraat) op
part-time basis tegen een vergoe
ding van tweeduizend gulden per
jaar. De bestuursleden troffen el
kaar waarschijnlijk weer op 1 fe
bruari 1967, want op die dag open
de 'Erasmus' zijn poorten aan de
Hofstraat voor het publiek. Er was
een drukke tijd aan voorafgegaan.
Twee bibliotheken hadden hun
inventaris moeten overbrengen naar
dit ene pand. De stichting huurde
de ruimte met een nuttige vloerop
pervlakte van 480 vierkante meter
van de gemeente. Op 28 maart
1967 opende burgemeester drs.
L.J.M. van de Laar officieel het
gerenoveerde pand en onthulde hij
tevens een bronzen borstbeeld van
de beroemde Bergenaar professor
dr. W.J.M. A. Asselbergs, beter
bekend als de literator Anton van
Duinkerken. Anton was aanwezig
en kon zo meteen het product van
zijn Antwerpse jeugdvriend de
beeldhouwer Anton Damen bewon
deren. De vereerde schrijver schonk
de bibliotheek een tas vol overdruk
ken en brochures van werk dat hij
na de oorlog had gepubliceerd. Het
beeld was een geschenk van de
gemeente. De nieuwe ruimte her
bergde alleen de bibliotheek voor
de volwassenen en werkte van meet
af aan met het 'open-uitleensys-
De Waterschans nr. 1 1995
Op 28 maart 1967 opende burgemeester drs. L.J.M. van de Laar het pand
Hofstraat 2a en onthulde tevens een bronzen borstbeeld van de Bergse
literator Anton van Duinkerken. Links: drs. Van de Laar, rechts: dr.
W.J.M.A. Asselbergs (Anton van Duinkerken).
teem', dit ondanks het ook na de
fusie voortdurende tekort aan ge
schoolde krachten. De studiezaal
was elke werkdag open van 10.00
tot 17.00 uur en op woensdag en
vrijdag ook nog van 19.00 tot 21.00
uur. Op zaterdagen van 10.00 tot
12.00 uur. Naast de Hofstraat ble
ven het filiaal in Oost voor volwas
senen en jeugd en de jeugdbiblio
theek in de Gevangenpoort voortbe
staan.
De heer Verhoeven was de eerste
directeur van de gefuseerde boeke
rijen en mejuffrouw Bovee de
hoofdassistente.
Verder telde het personeel twee
assistenten, twee hulp-assistenten,
vier bibliotheekhulpen, drie leerlin
gen in opleiding, een administratie
ve kracht voor halve dagen, een
part-time administrateur en een
schoonmaakster voor part-time.
De bibliotheek had 40.000 delen en
op de leeszaal lagen 119 verschil
lende dagbladen en tijdschriften.
Het aantal leden groeide in het jaar
van de opening tot 1.053 en dat
betekende dat 7,9 procent van de
38.489 inwoners lid was. Landelijk
lag dat percentage toen op 7,2
Het eerste jaar leende Erasmus
120.657 boeken uit, ruim 13.000
meer dan het jaar daarvoor.
Van de leeszaal maakten 2.906
bezoekers gebruik.
Alles bijeen een veelbelovende
start.
2. De directeur is het niet eens met
zijn bestuur
Het verblijf in het zogenaamde
'Gebouw D' was als voorlopig
bedoeld. Een helder idee van de
definitieve huisvesting bestond er
toen nog met. De opzet van 1958
was achterhaald. Directeur Verhoe
ven wist wat hij wilde: een modern
gebouw, geheel volgens de eisen en
wensen van de CV (de Centrale
Vereniging is in 1972 opgevolgd
door het NBLC, het Nederlandse
Bibliotheek en Lektuur Centrum).
Plein XIII leek hem de meest ideale
plaats voor dat gebouw. De filialen
Oost en Gevangenpoort konden dan
worden opgeheven. Wat kosten en
personeel betreft zou dat een geluk
kige oplossing zijn. Een bibliotheek
in het Markiezenhof, in welk ge
deelte dan ook, zag de directeur
helemaal niet zitten. Zijn bestuur
keek er anders tegenaan en dat
leidde tot een min of meer gespan
nen verhouding tussen werknemer
en werkgever. Het geschil escaleer
de toen de directeur de kwestie in
de openbaarheid bracht via een
artikel in De Stem van 2 juni 1971.
Dat artikel wekte wrevel bij zijn
bestuur en bij het gemeentebestuur.
Van Giels zag zich verplicht om de
visie van het bestuur eveneens
wereldkundig te maken (De Stem 3
juni 1971), dit mede ter geruststel
ling van de vroede vaderen. Toch
liet burgemeester Van de Laar in de
raadsvergadering van 26 juni een
waarschuwing horen. Een biblio
theek buiten het Markiezenhof zou
voor Bergen op Zoom een verlies
betekenen van zes ton subsidie van
het rijk. De gemeente kreeg name
lijk 600.000 gulden extra voor de
restauratie van het hof, mits in dat
cultureel centrum ook de biblio
theek Erasmus zou worden onder
gebracht. De burgemeester vond het
in dit perspectief best verantwoord
het gebrek aan outillage nog maar
enige jaren voor lief te nemen. Het
bibliotheekbestuur stelde hem ge
rust.
3. De directeur gaat boos weg
Reeds op de bestuursvergadering
van 13 mei 1971 was Verhoeven
met zijn bestuur in botsing geko
men. Die vergadering begon met
een onprettig bericht. Administra
teur Michael liet schriftelijk weten
dat hij niet langer zijn taak am
bieerde. Een dringend verzoek van
het bestuur om vócr 5 mei de finan
ciële afwikkeling over 1970 in te
leveren was door hem als een
ultimatum opgevat en daar paste hij
voor. Dit tot grote teleurstelling van
het bestuur, dat er alles aan deed
om de zaak recht te zetten, ver
geefs! Er moest naar een nieuwe
administrateur-penningmeester wor
den uitgezien. Verhoeven gaf het
bestuur de schuld van deze ontwik
keling. Het bestuur, zoals bekend
bestaande uit vrijwilligers die pro
Deo vrije tijd besteedden aan het
welvaren van de biliotheek, was
volgens de directeur veel te passief
en had daardoor al veel mis doen
gaan. De voorzitter wees de be
schuldiging verontwaardigd van de
hand. Wel gaf hij toe dat er soms
kortsluiting was tussen bestuur en
directie. De directeur verweet zijn
werkgever verder dat hij niet alert
genoeg was om de gemeenten
Halsteren en Woensdrecht voor de
Bergse biliotheek te behouden. Van
Giels zou burgemeester Van de
Laar moeten bewegen om over deze
kwestie zo spoedig mogelijk kon-
takt op te nemen met de Halsterse
burgervader. Volgens Verhoeven
was het vrijgekomen zusterklooster
van Lepelstraat geschikt voor een
filiaal. Van daaruit kon men Halste
ren bedienen, zo lang er in dat dorp