Verslag van een kruisweg tussen 1856 en 1995. 58 59 De Waterschans nr. 2 1995 middelen (quotisatie) en/of inkwartiering van soldaten. Hierna worden die aangeduid als wijklijsten. Zoals reeds eerder vermeld zijn deze lijsten niet compleet, er ontbreken diverse jaren en van sommige wijken zijn er geen gegevens bewaard gebleven. In de periode 1736-1779 was het huis eigendom van de niet onbemiddelde Laurents Engel Gastelaar. Hij kocht het huis op 27 januari 1736 van Elisabet Lam- bregts voor een bedrag van 650 (4). In deze koopakte vinden we de vermelding dat het huis tot Pinksteren 1736 was verhuurd aan Aegje N.N. Met deze summiere vermelding moest in de wijklijsten worden gezocht naar eventuele nadere gegevens. Het ontbreken van haar achternaam was een grote handicap en personen met de voornaam Aegje kwamen er niet in voor. Hoewel de kans van slagen klein was, is er in de overlijdensregisters vanaf 1736 ge zocht naar de datum van haar overlijden. Deze werd niet gevonden en daarna is geprobeerd om (zij kon als inwoonster van de stad elders overleden zijn) haar overlijdensdatum te vinden via de in het archief van Stadssecretarie berustende stukken zoals de Memorien ofte staten', registers bevattende de staten van erfenissen; de protocollen van taxaties; de staten van erfenissen; het archief van de Weeskamer en het archief van het Stads-, Wees- en Arm- kinderhuis, doch de gehoopte toevalstreffer bleef uit. Zeker is dat Laurents Engel Gaste laar daar niet zelf heeft gewoond. Vermoedelijk woonde hij in het huis St. Eloij, gelegen aan de westzijde van Korte Bosstraat (34) in de wijklijst van 1741 ook wel omschreven als zuidzijde van de Antwerpsestraat (5). Deze lokatie paste beter bij een man van 'standing' die Laurents Engel Gastelaar ongetwijfeld was dan het gedeelte van de stad wat de naam Vuijlbeek droeg. Nu dit onderzoek niets had op geleverd werd geprobeerd om via de nieuwe eigenaar een aankno pingspunt te vinden. Dat werd gevonden in de akte van publieke verkoop van onroerende goederen uit de nalatenschap van Magdalena Baks, de weduwe van Laurents Engel Gastelaar (zij overleed op 6 september 1779). Het huis kwam toen in bezit van de reeds eerder vermelde Huybregt Schoep. De koopsom bedroeg 600 en de akte vermeldt dat het huis tot primo mei 1780 was verhuurd aan de weduwe Koppens voor 42 per jaar (6). We hadden in ieder geval weer de naam van een bewoner en zaak was het om te achterhalen of wij haar omstreeks 1761 in de wijklijsten konden terugvinden. Ditmaal was er meer succes. De naam Koppens kwam enige malen voor. In 1754 (7) een Anth(ony) Koppens; in 1775 (8) een weduwe Koppens; in 1776 (9) nog een Anth(ony) Kop pens met zijn vrouw en drie kinderen (deze Anth. was afkomstig uit Middelburg en woonde toen vier jaren te Bergen op Zoom) en in 1784 (10) wederom een weduwe Koppens. Met het jaartal 1761 in gedachten leek het dus logisch dat de weduwe Koppens, ingeschreven in 1775, de weduwe was van Anth. Koppens die in 1754 werd aangetroffen (de andere Anth(ony) komt dan niet in aanmerking omdat hij pas in 1776 wordt vermeld). Genoemde Anth(ony) zou dus overleden moeten zijn tussen 1754 en 1775. Was dit overlijden te vinden dan kon met die datum gezocht worden naar wellicht een testament of boedelbeschrijving en zouden we mogelijkerwijs dicht bij de oplossing van het raadsel kunnen zijn. Helaas, tussen 1754 en 1775 was er geen inschrijving ten name van Anth(ony) K(C)oppens in de overlijdensregisters te vinden. Ook hier was de kans aanwezig dat hij elders overleden is en werd de procedure 'Aegje' afgewerkt, met dito resultaat. De volgende stap was te trachten achter de overlijdensda tum van de weduwe Koppens te komen. Omdat in de klappers op de overlijdensregisters de overledenden op eigen naam werden ingeschreven (in de registers zelf vinden we soms de vermelding vrouw van....) was de moeilijkheid hierbij haar naam: als zij inderdaad de weduwe was van Anth., was Koppens haar mansnaam, maar wat was dan haar meisjesnaam? Mocht Anth. te Bergen op Zoom zijn gehuwd of mochten er hier kinderen zijn geboren, dan was dit probleem opgelost. Maar dit was niet het geval. Ook verdere naspeuringen in de reeds eerder vermelde bronnen en in de overlijdensregisters lever den niets op. Toch moet niet helemaal worden uitgesloten dat Huybregt Schoep en/of zijn vrouw het spaarpotje hebben aangelegd. Zij voldoen aan alle criteria genoemd in het rapport van heer Jacobi. Alleen het tijdstip komt niet overeen. Hij komt pas voor in de wijklijst van 1784 (11). Maar het is heel goed mogelijk dat hij in de loop der jaren, ook na 1761, gouden munten als 'appeltje voor de dorst' opkocht om in minder goede tijden de recentste munten in te wisselen voor gangbare munt of te gebruiken voor zijn uitgaven. Van Huybregt Schoep en zijn vrouw, Anna Maria Slooven, weten we meer. Buiten de aangetroffen gegevens over hun bezit weten we dat hij was alhier gedoopt 10 au gustus 1719 (12) als zoon van Johannes Schoep en van Digna Mattheeuwse. Hij was boer van beroep en stierf te Bergen op Zoom op 19 november 1795 aan borst ziekte. Het huwelijk van Huybregt en Anna Maria is niet Bergen op Zoom, noch te Woensdrecht aange troffen. Gevoeglijk is aan te nemen dat zij te Woensdrecht zijn gehuwd. Aantoonbaar is dit niet omdat er hiaten in de huwelijksregisters van Woensdrecht zijn. Anna Maria Slooven was gedoopt te Woensdrecht 26-11-1734 als dochter van Pieter Aertse Slooven en van Janna Mevissen van der Moer. Zij is alhier overleden op 22 december 1822 in de ouderdom van 92 jaren. Anna Maria kwam uit een niet onbemiddelde familie die in 1760 ca. 10 ha land bezaten onder Korteven, waarvan zij later een deel erfde (13). In het cijnsregister van de Zuidgeest vinden we verkopen van grond door Huybregt Schoep aan Adriaan Adriaanssen (14). We zullen ons tevreden moeten De Waterschans nr. 2 1995 Het kruis van de Maagdkerktoren nu bij de Gertrudiskerk. Door Kees Booij stellen met het gegeven dat waarschijnlijk de onbekende Anth(ony) Koppens, de weduwe Koppens (al dan niet zijn vrouw) of Huybregt Schoep de pot met gouden munten kunnen hebben verstopt. De vinder kennen we in ieder geval wel: Marco Vermunt. noten Gebruikte afkortingen: SA:Archief van de Stadssecretarie; ARR:Archief van de Raad en Rekenkamer van de markiezen van Bergen op Zoom. (1) Notarieel archief, notaris C. Lach de Bère, inv.nr. 1167, akte 251. (2) SA 5058 Protocol van 'opdrachten', akten van overdracht van onroerend goed, folio 195, d.d. 31-3-1628. (3) SA 5062 idem, folio 59v, d.d. 29-4-1644. (4) SA 5079 Protocol van 'opdrachten', akten van onroerend goed, folio 193v, d.d.27 januari 1736. (5) SA 2888 Lijsten van inwoners van de stad en Buitenpoorterij, opgemaakt door de wijkmeesters in verband met de heffingen op de middelen (quotisatie) en/of de inkwartiering van soldaten (biljettering). (6) Notarieel archief notaris P. de Geep, inv.nr. 933, akte 23 d.d. 25- 10-1779. (7) SA 2895 Lijsten van inwoners van de stad en Buiten poorterij, opgemaakt door de wijk meesters in verband met de heffingen op de middelen (quo tisatie) en/of de inkwartiering van soldaten (biljettering). (8) SA 2916 Lijsten van inwoners. (9) SA 2902 Lijsten van inwoners van de stad en Buitenpoorterij, opgemaakt door de wijkmeesters in verband met de heffingen op de middelen (quotisatie) en/of de inkwartiering van soldaten (biljettering). (10) SA 903 idem. (11) SA 2903 Lijsten van inwoners van de stad en Buiten poorterij, opgemaakt door de wijk meesters in verband met de hef fingen op de middelen (quotisatie) en/of de inkwartiering van solda ten (biljettering). (12) Met dank aan dr. F. Wierckx, Bergen op Zoom. (13) Info de heer P. Sloven, Prinsenbeek en streekarchief Nas sau-Brabant, C.C.J. Abels. (14) ARR 1366. Op 20 juni 1994 is tegen de uit Gobertanger natuursteen opge- rokken westgevel van de zuidelijke arm van het zogenaamde tweede transept van de Sint Gertrudiskerk in Bergen op Zoom een ijzeren kruis geplaatst. Het gaat om een kruis met de horizontale lengtemaat van 153 en een verticale van 227 cm zonder de bol die 56 cm hoog is. Het horizontale kruisijzer bevindt Kruis van Maagdkerktoren tegen gevel tweede transept Gertrudiskerk. Foto: P. Michielsen, augustus 1994.

Periodieken

De Waterschans | 1995 | | pagina 13