Rails in en om Bergen op Zoom (II) 62 63 De Waterschans nr. 2 1995 Hij mocht zijn werkzaamheden verrichten in de werkplaats en met gebruikmaking van gereedschap van installatiegroep van Buuren-van Swaay BV. Het gehele kruis moest uit elkaar worden genomen omdat zich aan zienlijke roest had gevormd tussen de verschillende onderdelen waaruit het kruis was opgebouwd en die moest worden weggekapt. Ten ge volge van de roestzwelling waren de in ijzer gegoten banden gebro ken en die zijn in gesmeed ijzer Veren, voetstuk, bol en deel van het kruis (zoals van de torenspits verwijderd) in de tuin bij de Ger- trudiskerk. Foto: K. Booij, decem ber 1989. vernieuwd. Daarnaast werden kapotte onder delen gerepareerd en verdwenen details weer gecompleteerd. Dat ge beurde allemaal op vakkundige wijze. De onhandelbare veren aan de on derzijde zijn vervangen door een ijzeren stelstaaf met voetplaat. Daardoor werd het toepassen van een eenvoudige bol mogelijk en die was voor het aanzicht ook nood zakelijk. Tevens werd door Janus van Geel een speciale beugel voor de bevesti ging aan de Gertrudiskerk gesmeed. Henk van de Water zorgde voor de koperen bol die hij maakte van een oude elektrische waterboiler en die hij aan de situatie aanpaste. Adrie Thielen voorzag het kruis van een fundering welke bestaat uit een oude natuurstenen slijpsteen. Het ijzer van het kruis is voor aanvang van het smidswerk blank- gestraald en na de herstelwerk zaamheden van een beschermlaag tegen roestvorming voorzien door Niebro BV. Schildersbedrijf Ad Cloin leverde de verf en schilderde het kruis. Medewerkers van Van den Bergh Bouw CV plaatsten en bevestigden het aan de gevel. Tussendoor verzorgde Meeüs Transport BV het vervoer naar de verschillende werklokaties. Door het kruis te plaatsen bij de St. Gertrudiskerk heeft het niet alleen opnieuw een waardige plaats ge kregen, maar gelukkig staat het ook weer bij een gewijd gebouw. Het is zichtbaar vanuit de Kerk straat bij het toegangshek in de tuinmuur dat uit 1859 dateert en dat ook van de Maagdkerk afkomstig is. Zowel kruis als hek zijn in de zelfde blauwe kleur geschilderd. Waardering en dank zijn zeker op haar plaats voor de mensen en bedrijven die aan deze klus mee hebben willen doen. Het eindresultaat mag gezien wor den Literatuur e.d. Van Ham, Willem e.a. Ter ere van 'De Maagd'. Studies uit Bergen op Zoom no. 8 (1990).; Stokroos, Meindert. Zink in Nederland. Het gebruik van het metaal zink in de 19e eeuw. Uitgave Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg Amster dam (maart 1983); De Water schans. Geschied-kundig tijdschrift te Bergen op Zoom Special 'De Maagd' no. 3, oktober 1990; Verster, A. Ijzer van vroeger. Amsterdam, 1964; Bijlsma,K en Kok P. Siersmeden, Deventer 1967. Dank komt toe aan Monique Raats van de Gemeentelijke Archiefdienst voor de informatie die zij verschafte. In Bergs Nieuws nr.26 (29 juni 1994) op pag. 3: Bij 50e Maria Ommegang; Torenkruis gerestaureerd. door: M.C.J. Broos Inleiding In de eerste aflevering van dit verhaal (zie De Waterschans 4 1994, 122-131) is de opkomst van trein en tram in en om Bergen op Zoom uitgelegd. De ontmanteling van de vestingwerken schiep moge lijkheden voor de vestiging van een drietal suikerfabrieken. De suiker fabriek 'Wittouck' kwam in 1863 in bedrijf. Zij werd per trein bereik baar in 1885 en per tram in 1889. Voor dit vervoer werd een eigen raccordementsbedrijf opgericht. Sinds 1903 werd het transport van suikerbieten en pulp van en naar de Visschershaven afgewikkeld per ka belspoorweg. In 1908 ging de fabriek van 'Wittouck' op in de 'N.V. Algemeene Suiker Maat schappij'. De suikerfabriek van de 'Firma Laane, Rogier, Daverveldt Co' werd in 1870 opgericht en stond in 1882 aan de wieg van de 'N.V. Stoomtramweg-Maatschappij Ber gen op Zoom-Tholen'. Gelegen bij het station was zij al vanaf het prille begin verbonden met het Nederlandse spoorwegnet. Als eer ste suikerfabriek in Bergen op Zoom moest zij haar poorten sluiten in 1902. In deze aflevering wordt aandacht besteed aan de suikerfabriek van de 'Firma Van der Linden Co' met haar raccordementsbedrijf en de uit de suikerindustrie voortgekomen spiritusfabriek en potasraffinaderij 4.0. suikerfabriek 'Firma Van der Linden Co' 4.1. vestiging op havenhoofd Op 5 april 1870 werd te Bergen op Zoom de vennootschap onder firma 'Van der Linden Co' opgericht. De besturende vennoten (tevens geldschieters) waren toen A. Assel- bergs, ijzerfabrikant te Bergen op Zoom, F.S. Hermus, geneesheer te Bergen op Zoom, H. van der Lin den, koopman te Bergen op Zoom, J.M. Swaan, kassier te Bergen op De Waterschans nr. 2 1995 SUIKERFABRIEK Firma Van der LINDEN Co (eigendom R.J. Galler en cons te BERGEN OP ZOOM, 1886 1. Gebouwencomplex van de suikerfabriek van de 'Firma Van der Linden Co' te Bergen op Zoom, 1886. De eigendomsgrens aan de noordzijde ontstond bij de omleiding van de 'Zoom'. Tekening: M.C.J. Broos, Roosendaal. Zoom en J.Th. van Bloemen Waan- ders, gepensioneerd artillerie-offi cier te Bergen op Zoom. Zij brach ten het gehele maatschappelijk kapi taal van ƒ200.000 bijeen. Het fabrieksterrein was voor 30.000 aangekocht van de 'Dienst der Domeinen' op een veiling van geslechte vestinggronden. Dit geld moest worden geleend. Het maat schappelijk kapitaal was nodig voor het oprichten van de gebouwen en het installeren van de machines in de fabriek. Het fabriekscomplex lag aan open vaarwater bij het 'Groot Arsenaal' aan de kop van de haven te Bergen op Zoom (Smidsvest) en werd in gebruik genomen in 1871. De vier stoomketels hadden een gezamenlijk verwarmd oppervlak van 240 m2, terwijl het vermogen van de ma chines in totaal 87 pk bedroeg. Het terrein van het bedrijf was aan vankelijk 22.771 m2 groot. Het complex bestond uit een suiker fabriek, kantoorlokalen, een stalling voor paarden en karren, drie dienst woningen met een portiersverblijf en een paar opslagplaatsen. Naast de eerste hypothecaire schuld vordering van f 30.000, die men in 1876 afloste, werd kort voor de aanvang van de campagne in 1871 nog een lening van f 120.000 aan gegaan voor het in werking brengen en houden van de fabriek (aankoop van suikerbieten, personeelskosten, onderhoud van machines). Deze hypothecaire schuldvordering kon in 1887 worden doorgehaald. 4.2. ontbinding vennootschap In augustus 1879 werd de ven nootschap echter ontbonden, waarna de werktuigkundige Renier Joseph Galler en enige voormalige aan deelhouders voor eigen rekening en risico de zaak overnamen met alle lusten en lasten. Bij de omleiding van de 'Zoom' in 1886 langs een diep uitgesneden kanaal kreeg het fabrieksterrein een andere vorm, terwijl de totale grootte uitkwam op 23.329 m2. Rond 1890 werd het fabrieksgebouw enigszins gewijzigd door de aanbouw van een magazijn ruimte. Tot dan toe had het gebouwencomplex nog maar nauwelijks uitbreidingen ondergaan. Pas na 1894 ging men de verwerkingscapaciteit van de sui kerfabriek aanzienlijk vergroten. 4.3. hinderwetvergunning Bij het plaatsen van een nieuwe stoomketel in 1894 werd de suikerfabriek door het Bergse ge meentebestuur gedwongen een hin derwetvergunning aan te vragen. In de vergunning van 21 augustus 1894 werden bepalingen opge nomen om de tijdens de campagne in de haven terecht gekomen 'ver hogingen' op kosten van de on derneming te doen opruimen. Evenals de 'Wittouck' moest de suikerfabriek jaarlijks een bedrag van f 300 storten als bijdrage in de kosten, die de gemeente moest maken voor 'het baggeren en vervoeren van slijk, aarde en vuilnis afkomstig van de fabriek in de binnen- en buitenhaven'. 4.4. reorganisatie Na het overlijden van R.J. Galler en J.M. Swaan werd op 6 januari 1899 een nieuwe vennootschap opgericht onder de naam 'N.V. Suikerfabriek vh Van der Linden Co' met een maatschappelijk kapitaal van f 300.000. De suikerfabriek, die tot dan toe uitsluitend afhankelijk was geweest van aan- en afvoer van grondstoffen en produkten per schip, zocht in 1900 naar nieuwe transportmogelijkheden. Men kon toen handig aansluiten bij de plannen van de ABT voor een omleidingsroute ten noorden van de stad. 4.5. raccordement 'Van der Linden' De gemeentelijke concessie voor de tramlijn door de binnenstad van Bergen op Zoom naar het Tholen- scheveer zou aflopen op 26 juli 1901. Al enige jaren streefde de tramwegmaatschappij naar een verplaatsing van de tramlijn naar de noordzijde van de bebouwde kom, maar zij had steeds nul op rekest gekregen of genoegen moeten ne men met veel te strenge voor waarden. Uiteindelijk kreeg zij op 24 augustus 1900 toestemming voor de aanleg en exploitatie van een lijn 'buiten om'. De nieuwe route was geprojecteerd vanaf het Stations plein, langs de Oude Stationsweg, de Williamstraat, de Amoldus As- selbergsstraat, de Zoomweg en de Ooster-Boulevard naar de Avenue Prinses Wilhelmina, waar de aan sluiting moest plaatsvinden met de lijn uit de binnenstad. De maat schappij diende genoegen te nemen met het m stand houden van de

Periodieken

De Waterschans | 1995 | | pagina 15