Verklaring van namen van enige steden
en dorpen in onze regio
72
73
De Waterschans nr. 2 1995
1749 plaatsgevonden. Gelet op zijn
hoge ouderdom en zijn uitstekende
staat van dienst heeft dit voor hem
geen verdere consequenties gehad.
Op 31 juli 1751 overleed hij op zijn
buiten, 'de Nemelaer' bij 's-Her-
togenbosch. Kortom, het zoeken
naar schuldigen bij een onverwachte
catastrofe (en zo werd de val van
Bergen op Zoom toen alom er
varen) is geen ongewoon ver
schijnsel. Zeer velen blijken dan
achteraf plotseling de hoofdoorzaak
te kennen. Helaas konden noch ik,
noch mijn Engelse bron de uit
drukking op het uiterste linker wim
peltje afdoende verklaren.
De twee figuurtjes links onderaan
op de middenplaat
De Engelse verklaring klopt, zoals
ik al eerder opmerkte, naar mijn
oordeel niet. Het meest sterke
argument daarvoor is dat het linker
figuurtje zelfs helemaal niet is
benoemd. Het rechter figuurtje zou
Maurits van Saksen zijn die door
Lodewijk XV tot gouverneur-
generaal van de veroverde Oosten
rijkse Nederlanden was benoemd en
tevens de (opper)bevelhebber was,
ook over zijn zogenaamde broer, de
generaal Von Löwenthal, die Ber
gen veroverde. Deze broederlijke
verwantschap zou zijn verklaard
door het feit dat zij beiden
bastaardkinderen waren, maar weer
niet van één vader. Figuurlijke
broeders vond ik wat ver gezocht.
Redenen te over om de mij ter
beschikking staande literatuur op
nieuw en ditmaal met een stofkam
door te nemen. Zelfs de Winkler
Prins en het Biografisch Woorden
boek moesten eraan te pas komen.
Een korte voorgeschiedenis is on
ontbeerlijk voor mijn verklaring. De
roep naar een stadhouderlijk bewind
(in dat stadhouderloze tijdperk)
werd in de loop van deze oorlog
allengs luider. De oorzaken daarvan
zijn velerlei geweest maar het is in
juli 1747 uiteindelijk dan toch ge
lukt om Prins Willem Karei Hen
drik Friso van Nassau als erfstad
houder Willem IV aan de macht te
krijgen. Al ver var maar ook
tijdens die oorlog was (onder sterke
druk van 'de Regenten') het streven
in de buitenlandse politiek erop
gericht om de beide omringende
grootmachten Engeland en Frank
rijk te vriend te houden. Dit lukte
aanvankelijk nog aardig omdat de
Republiek teerde op de goede naam
als grote welvarende natie uit de
periode van de Koning Stadhouder
Willem III. Het ontzag voor de Re
publiek daalde in Frankrijk echter
hoe langer hoe meer. In 1745 werd
door Frankrijk wel formeel de
oorlog aan Oostenrijk en Engeland
verklaard, maar niet aan de Re
publiek. Uiteindelijk werd de
Republiek door Frankrijk in 1747
(dit maal formeel) gedreigd met een
inval als het bondgenootschap met
Engeland niet terstond werd op
gezegd. In april 1747 begon die
Franse inval in Zeeuws-Vlaanderen;
min of meer onverwacht dus en
zonder oorlogsverklaring. In Enge
land had men zich de gevolgen van
het twijfelachtige bondgenootschap
met de Republiek goed gerealiseerd.
De hoop was aldaar gevestigd op
het Oranje-bewind dat Engeland
effectiever zou steunen, ook op
militair gebied. Een zekere Willem
Bentinck, Heer van Rhoon en Pen-
drecht, was al geruime tijd een van
de actiefste voorvechters van Wil
lem IV. In augustus 1747 vervulde
hij een zending naar Londen om de
samenwerking van de Republiek
met Engeland tegen Frankrijk te re
gelen. Zijn aanvankelijke vriend
schap met de stadhouder bekoelde
daarna meer en meer omdat Willem
IV in staatszaken juist in deze crisis
nogal eens weifelachtig en twee
slachtig optrad. Zijn jongere broer,
Charles Bentinck tot Nijenhuis,
werd in februari 1748 door Willem
IV naar Engeland gestuurd om in
Londen het financieel onvermogen
van de Republiek om de oorlog
samen met Engeland voort te zet
ten, te berichten. Willem IV koos
dus kennelijk ter voorkoming van
ruzie met de voortvarende en
doortastende Willem, zijn broer
Charles voor het overbrengen van
die jobstijding. Het rechterfiguurtje
is dus verklaard. De Engelse teke
naar suggereert broederlijke onmin,
maar laat feitelijk goed weten hoe
in Engeland over het bondgenoot
schap werd gedacht. Een aardig
detail nog: Charles was lange tijd
luitenant-kolonel van een Hollands
dragonderregiment (zie zijn rijlaar
zen). Voorts had hij een Engelse
moeder van adel en had een deel
van zijn leven in Engeland door
gebracht. Zijn bekendheid in
Engelse (regerings)kringen mag dus
niet uitgesloten worden. Wie is nu
zijn gesprekspartner links van hem?
Ik duidde zo even al op de in
Engeland bestaande twijfels over
het bondgenootschap. Politiek ge
sproken was daar de discussie
echter al van een meer fun
damentele aard: was er voor
Engeland meer te bereiken met
oorlog of met vredesonder
handelingen? In de Engelse rege
ring en het parlement speelden zich
daarover dan ook felle debatten af.
Een vooraanstaand en zeer bekend
politicus uit die tijd was Philips
Dormer Stanhope, graaf van Ches
terfield. Hij baseerde zijn voorkeur
voor vrede onder meer op zijn
stellige (en ook uitgesproken) ver
wachting dat Engeland niet op de
Republiek hoefde te rekenen on
danks het nieuwe Oranje-bewind.
Zijn diplomatieke antwoord op de
gravure: 'I thought what it would
come to' (Ik dacht wel waartoe het
zou leiden) deed bij mij de munt in
de automaat vallen.
Dat dit gesprek tussen de Engelse
en de Nederlandse diplomaat in
Londen heeft plaatsgevonden en
niet op de Kraaienberg, even ten
zuiden van onze goede stad, zoals
de prent suggereert, acht ik 's kun
stenaars vrijheid die ik hem best
gun. Goede politici behoren immers
te allen tijde het overzicht te be
houden.
Het gedichtje onderaan de plaat
De vrije vertaling luidt:
Na de wallen enige tijd te hebben
schoongeveegd
Bemerkte Löwenthal een uitvals-
poortje dat al openstond
Onstuimig oprukkend verschafte hij
zich snel toegang
En aldus nam hij Bergen op Zoom
De dame, verrast, zette het op een
schreeuwen
Maar helaas, het had geen zin
meer, de held was al binnen
Die, totaal verrukt, uitriep
O lieflijk, charmant, zoet Bergen op
Zoom.
Een ondeugend en simplificerend
maar wel een Engels gedichtje dus;
De Waterschans nr. 2 1995
door: drs. B. Daeter
over een tragedie voor de stad die
nationaal en internationaal veel op
zien baarde. Eigenlijk dekt deze
vlag dus niet geheel de lading maar
voor de gewone Engelsman was
Bergen op Zoom waarschijnlijk ver
weg op het Continent. Ik eindig met
een vraag die ik persoonlijk ge
neigd ben bevestigend te beant
woorden: zou deze plaat wellicht
voor een tweetal soorten Engelse
lezers zijn gemaakt: het gedichtje
en de plaatjes voor 'the man in the
street' en mijn twee hoofdpersonen
op een 'opvallend onopvallende
plaats' van de tekening met de crux
bedoeld voor de politiek geïnteres
seerde lezer van stand? In de li
teratuur komt dit immers eveneens
wel voor wanneer een schrijver zich
bedient van het genre 'satire'.
De mensen van toen kunnen het ons
niet meer vertellen. Mijn wereldreis
naar het verleden, zittend achter
mijn schrijftafel, is ten einde; heel
even was ik tijdgenoot van de
tekenaar. De volgende keer hoop ik
u te informeren over het antwoord
van het British Museum op de nog
resterende vragen.
geraadpleegde literatuur
Overzicht van de Nieuwe Geschiedenis
van D.J. Roorda e.a. blz. 221 t/m 229.
Algemene Geschiedenis der Nederlanden
deel 9. Blz. 50 t/m 59 en blz. 73 t/m 77.
Handboek tot de staatkundige geschiedenis
der landen van onze beschavingskring van
1648 tot heden; eerste deel, dr. J.S.
Bartstra, blz. 312 t/m 341. De mensheid en
haar geschiedenis, deel II, C. Riekwel, blz.
294 t/m 298 en blz. 305 t/m 308. De
voordracht van Jhr. C.A. van Sijpesteijn
voor de leden van de Vereniging ter
beoefening van de krijgswetenschap op
22.12.1887, handelend over het beleg en de
overrompeling van Bergen op Zoom in
1747. Grepen uit de geschiedenis van
Bergen op Zoom van Th.A. Boeree blz.71
t/m 86. Voor de levensbeschrijvingen van
de gebroeders Willem en Charles Bentinck,
de Hertog van Cumberland, de Graaf van
Chesterfield en de Baron von Cronström
ben ik teruggevallen op de Winkler Prins
en/of het Biografisch Woordenboek.
De huidige archeologie is uit
gegroeid tot een belangrijk hulp
middel bij ook de neder
zettingsgeschiedenis van ons land.
Maar ook de naamkunde kan
daartoe bijdragen. Plaatsnamen zijn
uit toponymische elementen op
gebouwd die voor een bepaalde
cultuurperiode en/of streek typerend
zijn. Een plaatsnaam kan waarde
volle informatie verschaffen over de
geschiedenis, ontstaanswijze en
ontstaansperiode van een stad of
dorp. Het zijn vaak juist de oude
vormen van een plaatsnaam die de
gewenste informatie het beste
kunnen verstrekken. Ter illustratie
geven we hier enige voorbeelden en
men name van plaatsen uit de eigen
regio. De vermelde jaartallen geven
aan in welke periode een bepaalde
schrijfwijze in zwang was.
Bergen op Zoom
Bergon. 1219 Berga. 1261 Berghen
super Zoem. Genoemd naar de lig
ging op een hoge 'zoom': rand van
diluviale afzettingen. Onder Dili-
vium (tegenwoordig spreken we
van Pleistoceen) verstaan we de
gronden die vooral in de Ijstijd
ontstaan zijn. Het gaat dan om
zand, grind, leem en mergel. De
zeer oude gronden van onze provin
cie liggen in ons gebied. Bij ons
gaat de 'jongere' grond van het
oosten van de provincie plotseling
over in die zeer oude grond. Bij
Woensdrecht-Halsteren is dat plot
selinge hoogteverschil goed te zien.
Hier was in de geologische periode
van het Atlanticum kennelijk de
kustlijn van een soort Waddenzee,
die zeeklei afzette tot de lijn Os-
sendrecht-Bergen op Zoom-
Steenber gen-Roosendaal-Ouden
bosch. Ten westen van deze lijn is
de grond weer vrij jong. Bergen op
Zoom is dus gebouwd op de helling
van deze diliviale rand van Brabant.
Later interpreteerde men dit Zoom
echter als de naam van een water,
dat men meende terug te vinden in
de naar de stad lopende turfvaart.
Deze duiding is al in de vorige
eeuw verlaten. De jongste verkla
ring houdt vast aan zoom maar
verdedigt hiervoor de specifieke
betekenis 'natte randzone', wat
wellicht niet waarschijnlijk is.
Roosendaal
1246 In valle Rosarum. 1268
Rosendale. 1291 conventus de Valle
Rosarum. De naam heeft waar
schijnlijk te maken met 'roos': riet.
Men denkt echter ook wel aan de
bloem: roos. 'Daal' is de gerekte
vorm van 'dal'. Roosendaal zou dus
zijn: een dal waar rozen groeien.
Nispen
1157 Nisipa. 1164 Nispe, 1256
Nispe. Gevormd uit 'apa': water, bij
een onduidelijk eerste deel, dat men
heeft willen verbinden met de
woordstam van 'genezen', leidend
tot een betekenis: het heilzame wa
ter. Een andere duiding verklaart
het eerste deel nis als 'nes': land
uitstekend in water, landtong en wil
deze landtong terugvinden in het
afgevlakte, met de bolle kant naar
de beek toegekeerde paraboolduin
waarop Nispen zou liggen. Nes is
verwant met neus en betekent 'in
water uitstekende punt land, land
tong'.
Zegge
1787 Den Segge. In deze streken
staat zegge voor een laagliggend,
dikwijls onder water staand wei
land, zo genoemd naar het voor
komen van zegge 'rietgras'.
Moerstraten
1359 Moerstraten. 1362 ter Moer
straten. Samengesteld uit 'moer':
veen, veengebied en 'straat': (be
bouwing langs) straat, doorgaande
weg.
Sprundel
1282 Sprundele. 1296 Sprundel.
1297 Sprendelek. Misschien heeft
de naam iets te maken met 'lijn om
vogels te vangen, val'. Of de naam