JOURNAL BERGOPZOOM, FORT ROVERS. 38 39 De Waterschans nr. 2 1995 hun geschriften of die van militaire geschiedschrijvers uit de vorige eeuw, de aandacht van de plannen makers hebben gehad. Waarom zou men ook het gemeentelijk archief bezocht hebben? Of de regionale pers raadplegen. Zou er dan iets veranderd zijn in West-Brabant sinds de opening van het Schel- de-Rijnkanaal? In Schotland, enkele kilometers oostelijk van Inverness, ligt de Culloden Moor. Niet meer dan een heideveld, waarop door de mens weinig veranderd werd sinds er in 1746 hevig slag geleverd werd. De Schotse Hooglanders onder Charles Edward Stuart, klein zoon van de laatst regerende Stuart, liepen hier tevergeefs storm tegen het modem uitgeruste Engelse leger onder de hertog van Cunningham. Net als in Halsteren in 1747, etsten de gebeurtenissen van dat jaar 1746 hun sporen in de bodem. Net als in Halsteren zijn er daardoor opstellin gen en gebeurtenissen zeer reëel te reconstrueren omdat het ook in Culloden gronden betreft met een geringe economische waarde. Er zijn ook verschillen. Ieder die de streek rond Inverness bezoekt wordt Afb.3. Historisch Culloden, de plaats waar op 16 april 1746 de Schotse Clans verslagen werden. er als vanzelf naar Culloden geleid. Er zijn studies gemaakt waarbij o.a. de werking van de artillerie van de verschillende legers wordt vergele ken (de vuursnelheid daar lag heel wat lager dan bij de verdedigers van de Roovere). Frankrijk was betrokken bij wat zich in Schotland in 1746 en in West-Brabant in 1747 afspeelde. Steunde Frankrijk de Schotse opstandelingen onder Bon nie Prince Charlie' tegen de Engel sen, in 1747 viel het de Republiek der Verenigde Nederlanden met al haar militaire macht zélf aan. JDU SIEGE D E EN MDCCXLVIL R E D I G E' Par on Lieutenant-Colonel Incenieu* VOLONTAIRS De l'Aeme'e des Assiegsam* A vee les Plans de la Ville des Fora A AMSTERDAM ET A LEIPZIG* Cbt* ARKSTEE 13 M ER KUS. M JJ C C t- Afb.4. De bron van onze detailkennis. een tijdgenoot beschrijft de gebeur tenissen Bij ons is de herkenning het meest mogelijk gemaakt door de rappor tage van Van Eggers, de Zeeuwse ingenieur in Franse legerdienst. Zijn 'Journal du Siège de BergopZoom', en vooral het 'Chapitre du Siège du Fort Rovers', is dan ook aanleiding geweest voor het schrijven van de 'Kroniek van de Roovere'. Van Eggers heeft de gevolgde aanvals- techniek nauwkeurig omschreven. Dat moest ook wel. Het aanleggen van 'approches', of naderingsloop graven, was vooral door de toon aangevende Franse vestingbouw kundige Vauban pijnlijk precies omschreven. Afwijkingen of aan passingen in het veld om reden van de terreinsituatie dienden nauwkeu rig te worden gemeld. De notitie is ongetwijfeld eerst na de overwinning geheel ingemeten en uitgewerkt. Over het algemeen was de Franse genie slecht op de hoogte van de laatste aanpassingen van de verdedigingswerken. Zowel J. Bosscha, als O.J.A. Schwarz, twee militaire auteurs uit de vorige eeuw, melden dit. Men dient dan ook dit Journal te zien in het licht van een mededeling over de behaal de zege. Zo ook de speciale teke ning met een uitgewerkte platte grond van de gebouwen op de Roovere uit 1748. Uiteindelijk blijkt deze beeldweergave correcter te zijn dan delen van de tekst. JOURNAL DU SIEGE D U C'efl un Probléme donr Mr. Ie Comce de Lmxndabl a la clef, fi la Tranché* devant Btrguf- zoom a été ouverte dans la ferme ïrv- tenciou de l'emponerou li ce peut Siege ne »'eft feit que pour partager les foins l'auention des Eooemis, fur-tout de 1'Armee de Mr. Ie Prin ce de Htlburgsbauftncampèe dan» les Lignes, «lont ce Fort-feit b parue prin cipale. Ce qu'il y a de certain, cell qu'il ne paroidbit pas aflez important pour que l'on s'oblHnat y perdre du monde; cependant ii y failoit on Corps de Troupes pour contenir les Ennemi» daq« cette portiede poor N 4 cou- Bij de cijfermatige informatie die in het Journal wordt genoemd is Van Eggers heel correct. Het komt op een meter aan, bijvoorbeeld: 29 juli: gegraven een lengte van 35 toises (1 toise= 1,949 meter); 30 juli: twee zig-zags van 7 toises; 2 augustus: een rechte lijn van 4 toises. Dit moest natuurlijk ook wel, anders zou de schets immers niet meer kloppen. Ook de weerga ve van reliëf, inundatie, droog, hoog en laag, is nauwkeurig en nog goed herkenbaar. Hierin is immers haast niets veranderd. Het aanvals- terrein is ook van nature scherp omlijnd. Het is de smalle rug met hogere gronden, in het noord-oosten begrensd door het Laag en aan de andere kant door de zoete inundatie. De totale lengte van de approches is ca. 400 meter, met de verst ontwik kelde schans op ongeveer 250 meter van de Ster, of het hoornwerk. Het beginpunt van het graafwerk ligt dan zo'n 650 meter uit de verdedi ging, juist buiten het doorsnee vuurbereik. de tijd Op 22 juli 1747 heeft maarschalk Löwenthal samen met zijn onder commandant, de hertog van Che- vreuse, de plaats van de eerste schans aangewezen. Acht Bataljons infanterie en 5 es kadrons huzaren werden noord waarts gezonden, vermoedelijk naar de Herelse heide, om stelling te De Waterschans nr. 2 1995 nemen tegenover de forten de Roovere en Pinsen. Daarnaast werden 300 werkers aan het graven gezet. Het eerst kwam de batterij van Montaigu gereed, daarna die van Bodelot. Ook dit is terug te vinden achter de heuveltjes in het bos tegenover de ingang van de begraafplaats. De meeste acties in de bossen hier vonden plaats in het tijdvak 24 juli-14 augustus 1747. Toen men er niet in slaagde de forten te over meesteren werd de hoofdaanval op de stad gericht en volstond men ten aanzien van de Roovere met kleine re acties. Slechts één keer laait het gevecht nog op. Dat is op de dag van de grote aanval, de dag dat 'La Pucelle' Bergen op Zoom haar titel aan de Roovere moet afstaan. Van Eggers geeft dit zo weer: 'Mr.de Markies du Custine werd tijdens de bestor ming van Bergen op Zoom bevolen om met een brigade infanterie het fort de Roovere te verbergen (mas keren) om de aandacht van de troe pen gelegerd in de Linie op zich te vestigen'. Op deze wijze leverden de Europe se grootmachten dus slag in de bossen van Buitenlust. Al was het aanvalsgebied dan beperkt, het betrof wel de voorhoedes van legers van een ieder meer dan 25.000 man. Niet zonder reden wordt de Oostenrijkse Successieoorlog wel eens de eerste Europese wereldoor log genoemd. de herkenbaarheid van dit gebeuren op heden Gunstig voor het behoud is vooral de bodemkwaliteit geweest. Evenals in Culloden viel er niets aan te verdienen. Niets meer dan wat stuifzandheuvels met wat lager gelegen delen. Het zogenaamde Hertel-rapport uit 1731 spreekt dan ook over 'zandige duinen' en wijst op de noodzaak van het verwijderen van de plantengroei. Een vroege topografische kaart, midden vorige eeuw, omschrijft het gebied als 'woeste grond' en in de aankoopak tes van De Vereniging tot Christe lijke Verzorging van Krankzinnigen in Zeeland (13 juni 1906) noemt men 'heidevelden'. De grootste vervlakking van de contouren zal ook wel door de natuur zelf ge schied zijn. Het is nog niet zo lang geleden dat de zandstormen in onze regio berucht waren, het stuiven ofwel 'smoren' in de voorjaarsmaan den. Dan is er ook nog een vroeg bos bouwkundige inventarisatie uit 1930. Hieruit, en ook wel uit de jaarringen van de huidige opstand, is ook vast te stellen dat er hier voor de eeuwwisseling nauwelijks van bebossing sprake was. het beheer Eveneens gunstig is dat de opper vlakte slechts weinig eigenaren heeft gekend. Het geheel is niet versnipperd en de gebruiksfunctie ten aanzien van het ziekenhuis, - ontspanning, wandelen en object voor therapiewerkzaamheden, was uiteraard zonder meer ten voordele van het behoud van het geheel. De schade bleef beperkt: Vrederust egaliseerde het terrein voor de begraafplaats en bracht een paar kleine veldjes in cultuur. In feite viel alleen een kleine schans hier aan grotendeels ten offer. Dat midden van de jaren zestig toch nog het Wasven werd volgestort ten behoeve van een beter cultuurge- bruik is spijtig. Achteraf bezien is dit echter ook aanleiding geweest tot nader historisch onderzoek. Gelukkig is de huidige eigenaar, Het Brabants Landschap, nu doende met maatregelen voor herstel. hoe komt het dat van al het voor gaande zo weinigen op de hoogte zijn? In de 'Kroniek van de Roovere' wordt deze vraag uitvoerig gesteld. Genoemd wordt de ligging, ver van de Randstad, aan de grens van de gemeente, de provincie en het land. Daarnaast ontbreken harde objecten. Het is alles landschap en natuur geworden. De gemeentelijke be grenzingen hebben zeker een rol gespeeld. In 'Zeven eeuwen Halste ren' noemt Albert Delahaye de linie nauwelijks. Dr. P.J. van Doom uit Den Haag schrijft in een bijdrage aan ditzelfde boek over de grenzen heen. Hij wordt daardoor de auteur die, zonder een speciale binding met deze militaire historie te heb ben, de meeste informatie aanlevert. Heel opmerkelijk is ook dat noch Komeel Slootmans, noch Mr. J. Belonje, het 'Journal du Siège' ter hand hebben genomen, hebben vertaald of uitgewerkt. Dit ondanks het feit dat het door twee militaire deskundigen uit de vorige eeuw is aangereikt, de auteurs J. Bosscha en O.J.A. Schwarz. Zie hiervoor: J. Bosscha, Een bijdrage tot de Neder landse Krijgsgeschiedenis, Neder landse heldendaden te Land 2e deel, 1888, en O.J.A. Schwarz, Militaire Spectator 59e jaargang, 1890. Hierin is de sleutel verborgen die de details van het geheim zichtbaar maakt, alsof de deur van een schat kamer wordt geopend. IE STEGE EfraKTXal EXS do'tnt icquci lm «uit duit au Juillet 1 et Iom tm«ir dxjcontinue* Ia d'Aout iuivant Tl l«,il t.ij* Afb.5. Tracé H32 ongeveer aangegeven op de schets van Eggers 1748. wat nu? Na het verschijnen van de 'Kroniek van de Roovere' en de vervaardi ging van de folder 'Wandelen over wallen en schansen' leek het juist deze bijdrage aan de Waterschans als waarschuwing te publiceren. In de wetenschap dat het toeris- tisch-recreatief beleid van het huidi ge gemeentebestuur van Bergen op Zoom aan daadkracht en inhoud winnen kan door zorgvuldig om te gaan met de voorstellen van de Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom t.a.v. het militair-historisch verleden. Daarvan rest meer dan het Ravelijn, het moet alleen toegankelijk worden gemaakt. Om de Roovere compleet te houden mag tracé H32 niet de voorkeur van de minister krijgen! Dat zou zelfs een gemeentebestuur met een ontwakend gevoel voor de mogelijkheden die in het eigen verleden verborgen liggen voor een

Periodieken

De Waterschans | 1995 | | pagina 3