46
47
De Waterschans nr. 2 1995
Het koor van de Grote Kerk, gezien door de zuidelijke zijbeuk (Foto: GAB).
signatuur aan van Pieter vander
Willighen, 'mede constschilder, ge
boren poorter deser stadt' (25). Eén
document, een notariële akte waarin
Magdalena Huijgens machtiging
verleent aan Gerard Plouckgeest, is
gedeeltelijk volgekrabbeld met
tekeningetjes van onder andere een
vervaarlijk uitziende vis en een
figuurtje met een vogel op de hand.
Zij zouden door Houckgeest ge
maakt kunnen zijn, maar zeker is
dit niet (26).
Kinderen
Helena van Cromstrijen moet een
vrij welgestelde dame ziin geweest.
In mei 1660 schonk zij aan haar
drie kinderen Josijna, Martinus en
Franchois al haar bezittingen in
Vlaanderen. Helena had deze goe
deren: huizen, gronden, renten, etc.
via vererving verkregen van haar
moeder Anna de Stoppelaer
(dochter van Philips de Stoppelaer
en Bartha vander Werve), van haar
tante Elisabeth de Stoppelaer, van
haar nicht Franchoise de Stoppelaer
en van Bartha Elisabeth van
Cromstrijen en Philips van Crom
strijen, haar zuster en haar in 1657
overleden broer (27). Als com
pensatie, omdat Josijna van Bartha
Elisabeth van Cromstrijen al haar
juwelen, zilver en linnengoed had
geërfd en haar beide halfbroers
niets, doneerde Helena aan Mar
tinus en Franchois in 1664
nogmaals enige bezittingen, ditmaal
gelegen in Groot Cromstrijen (28).
Josijna was de enige nog in leven
zijnde dochter van Helena en haar
eerste man Rogier van Reijnegom.
In 1655 trouwde Josijna met
Lambert de Rouck, raadspensionaris
te Sluis (29). Franchois was net als
zijn broer Martinus een zoon van
Gerard Houckgeest en Helena van
Cromstrijen. Beiden waren geboren
in Delft. Franchois was kapitein in
het leger. Hij trouwde op 16 juli
1661, een maand voor zijn vaders
overlijden, met Anna de Rouck,
dochter van burgemeester Thomas
de Rouck. Martinus Houckgeest
was advocaat te Goes. In 1665
trouwde hij met Aleijdis Bruijne
(de Brune) (30).
Katholiek
Heiena's reactie op het huwelijk van
haar kinderen en een blik in de lijst
van Heiena's doodschulden doen
vermoeden dat het gezin van
schilder Plouckgeest Rooms Katho
liek was. Zo was Helena niet
aanwezig bij de ondertrouwplech-
tigheid van haar dochter Josijna in
de Grote Kerk te Bergen op Zoom.
Tegen de ouderling die in de Grote
Valck kwam informeren waarom zij
niet was verschenen, vertelde zij dat
zij geen bezwaar had tegen het
huwelijk van haar dochter, 'maer
dat sij in de kercke niet en was
gecomen, uijt oorsake dat sij van
andere gesintheijt was' (31). Bij het
huwelijk van Franchois was Helena
gematigder in haar reactie. Volgens
Catharina de Rouck, zuster van
Anna de Rouck, had Helena er op
gestaan dat Franchois zou trouwen
met Anna de Rouck 'die hij langen
tijt gevreden hadde'. Helena zou
daarbij nooit 'eenige mentie van
religie' gemaakt hebben, maar
integendeel, zeer verheugd zijn
geweest toen zij hoorde dat het
huwelijk zou plaatsvinden (32).
Martinus Houckgeest en Aleijdis
Bruijne trouwden op 3 oktober
1665 voor de katholieke(l) kerk en
op 6 oktober 1665 voor de
schepenbank in Goes. Blijkbaar met
instemming van Helena.
Helena werd, toen zij stierf, 's
avonds laat bij het licht van
flambouwen, in de Grote Kerk
begraven (33). Teraardebestellingen
op dit late tijdstip waren een doorn
in het oog van de protestanten. In
De Waterschans nr. 2 1995
1654, na het zoveelste protest van
de gereformeerde kerkeraad over
begrafenissen 'inden donckeren
avont tot grote ergernisse der
Gemeijnte ende naersmaeck van
superstitie (lees: Roomse riten)',
greep het stadsbestuur in. Het 's
nachts begraven van de doden werd
voortaan verboden, of alleen nog
maar bij hoge uitzondering toege
staan (34). Onder de aanwezigen bij
de begrafenis van Helena van
Cromstrijen bevond zich naar het
schijnt ook pater Cornelis van
Reijnegom (35). Diens aanwe
zigheid en het late uur waarop de
begrafenis plaats vond, versterken
het vermoeden dat Helena, haar
kinderen en dus mogelijk ook haar
man Gerard Houckgeest katholiek
waren.
Overleden in 1661
Gerard Houckgeest overleed op 20
augustus 1661: 'sterf een man
genamt Gerrat Hoocgest' (36). Deze
aantekening in een van de
overlijdensregisters in het Gemeen
tearchief te Bergen op Zoom is de
enige verwijzing naar Gerards
verscheiden. Joost Abberaens,
meester kleermaker te Bergen op
Zoom en 'grooten vrient des voor
schreven jouffr. Houckgeest', werd
na de dood van schilder Houckgeest
de vertrouwensman en zaakwaar
nemer van diens weduwe Helena.
Zo werd Abberaens in 1665 door
Helena gemachtigd om namens haar
al haar bezittingen onder Steen
bergen, Oude Tonge, Overmaas en
elders gelegen, te verpachten en te
verhuren (37). Abberaens trad na
het overlijden van Helena (zij
overleed in haar huis de Grote Valk
op 18 mei 1667) ook op als
zaakwaarnemer en administrateur
namens de nabestaanden: de kinder
en Martinus en Franchois Houck
geest en hun zwager Lambert de
Rouck, weduwnaar van Josijna van
Cromstrijen die nog Var haar
moeder in het verre Sluis was
overleden.
Pyramide
Op 27 februari 1669 tuimelde met
donderend geraas de pyramide van
het huis de Grote Valk door het dak
en de zolder van het huis de Sinte
Geertruid van weduwe Dingeken
Hellemans. Het van steen of lood
gemaakte ornament boven op de
gevel van de Grote Valk stond al
los toen Dingekens man en haar
moeder Cornelia nog leefden.
Wijlen Helena van Cromstrijen had
op hun waarschuwingen altijd
gereageerd met de opmerking dat
de pyramide 'geen noot van vallen
hadde ende dat deselve noch vast
genouch was staende'. Misplaatste
zuinigheid van Helena was dan ook
de oorzaak van het ongeval. Op het
advies van de om raad gevraagde
metselaar Cornelis van Neerpelt, die
vertelde dat de boel niet kon
worden gerepareerd met het stellen
van een ladder, maar dat daar vier
of vijf stellingen voor nodig waren,
had Helena geantwoord 'dat sij het
noch wat aen soude sien'. Het
resultaat valt te lezen in de
rekening van administrateur Joost
Abberaens: 'Betaelt Dingeken Hel
lemans de somme van 42 gld. 9 st.
over eenige schade (38).
Bezittingen
Het echtpaar Houckgeest had
bezittingen in Vlaanderen (door
Helena nog tijdens haar leven aan
de kinderen geschonken), in West-
Brabant en op de Zuidhollandse en
Zeeuwse eilanden. De Westbra
bantse bezittingen lagen voorname
lijk in de omgeving van Steenber
gen. Onder Steenbergen en De
Heen was dat de hoeve 't'Eijn-
devliet', in De Heen nog een grote
hoeve (99 gem.), in Graaf
Hendrikspolder de 'Silvere houve'
(52 gem.), in dezelfde polder nog
een hoeve (31 gem.), in het
Oudeland van Steenbergen een
hoeve (33 gem.), in het Westland
een hoeve (65 gem.) en onder
Kruisland een hoeve (56 gem.).
Voorts nog een aantal percelen van
kleinere omvang, gelegen in
dezelfde omgeving, in de Oude en
Nieuwe Heide, in de St. Ont-
commerspolder en onder Nieuw
Vossemeer. Onder Bergen op Zoom
bezat het echtpaar een weide in de
Melanen en in de stad zelf de
panden het Hof van Lier en de
Grote Valk (39). In 1728 verkoch
ten hun kleinkinderen (de kinderen
van Franchois Houckgeest) het Hof
van Lier, toen gesitueerd als
staande op de hoek van de 'Hoboke
oft Huijbergse straate', aan Gillis
van Braam (40). Het pand de Grote
Valk werd in 1672 publiekelijk
verkocht. Boden brachten gedrukte
aanplakbiljetten naar Wouw en naar
Roosendaal, ja zelfs naar Vlissingen
en Middelburg, terwijl in de stad de
belleman de aankondiging deed
(41). De Grote Valk, een 'schoon,
groot welgelegen huijs, voorsien
met seer commodieuse ende
uijtmuntende kelders', stallen, wa
genhuis en koetshuis, ging voor de
prijs van 3600 gulden over in
handen van Martinus Houckgeest
(42). In 1699 verkocht diens
dochter Helena het huis aan taver-
nier Reijnier Aelmans. De koper
moest wel gedogen dat prinses
Amilia van Portugal, op dat
moment huurster van het pand, tot
Pinksteren 1699 in de Grote Valk
mocht blijven wonen (43).
Graf
In de de Grote Kerk, nu beter
bekend als de St. Gertrudiskerk, zal
men tevergeefs zoeken naar de zerk
van schilder Gerard Houckgeest en
zijn vrouw Helena van Cromstrijen.
Dankzij Joos Abberaens, die de
gemaakte kosten voor Heiena's
begrafenis, haar zogenaamde dood
schulden, noteerde, weten we toch
iets over de direkte omgeving van
hun toenmalige rustplaats. Zo
vermeldt administrateur Abberaens
in zijn overzicht (o.m.) de volgende
betalingen: aan meester schrijn
werker Jacobus Stempel 59 gulden
en 19 stuivers 'voort maken vande
dootkiste, twee blasoenen, twee
wapenkassen etc.'; een bedrag van
16 gulden en 16 stuivers 'over le-
veringe van 2 ellen swart laken
ende 1,5 el baeij tot het bekleeden
vande wapenkasse'; aan notaris Van
der Creecke de som van 32 gulden
'overt schilderen vande wapens ende
quartieren'; tenslotte nog een bedrag
van 10 stuivers 'aen lint om de
quartieren vast te maken opde kiste'
(44). Deftige lieden die een eigen
wapen hadden, lieten vaak boven of
nabij hun graf wapen- of rouw-
borden aanbrengen (45). Zo ook
Helena van Cromstrijen en haar
man, de kunstenaar Gerard Houck
geest, een van de grootste schilders
van 'perspectiven' in de Nederlandse
17e eeuw.