CL arles ddentinch was, evenals Cord
Chesterfield, diplomaat van beroep en ih
Lan yeen reden bedenhen waarom zij als
So Idaat afyebeeld zouden moeten worden.
i3ovendien arriveerde 13ent inch in Cny eland
met zijn mémoire instructif in maart
1 748, zes maanden nadat J3eryen op
2oom in L L anden van de Cransen was
yevallen en eniye wehen nadat Cord
■ld als staatssecretaris was
Boekenhoek
104
Bergs schilderij in
Kaapstad weer compleet
105
De Waterschans nr. 3 1995
politiehe prenten altijd bedoeld als een
lu eery au e uan de toestand, waar in de natie
zich leuindt, of preciezer yezeyd liet beeld,
dat de Satirici eruan LM en. Op sommiye
prenten is zij boos, op andere prenten
yedupeerd, aanye vallen, beroofd enz. Cdier
wor dt zij vooryesteld als iemand die
flauwvalt, omdat ze niet yenoey uoedsel
Lrijyt om Laar op de been te houden. 2)e
woorden die yeSprohen worden door de
ministers, die de Loniny omrinyen, yaan
allemaal over mensen en materiële
uoorzieninyen. Wal erin opyesloten liyt, is
dat J3ritannia meer bronnen moet
aanboren om de oorloy voort te zetten en
waarschijnlijb ooh de yevolytrehbiny, dat
Laar bondyenoten van Let vasteland van
Curopa hierin onvoldoende bijdrayen.
Cf één der fiyuren is zo duidelijh uityebeeld,
dat Lij op basis van yelaatstrehhen of
persoonlijhe henmerhen te identificeren valt.
2)e Loniny is onyetwijfeld (feorye CC,
omdat de Lunstenaar een hoed bij zijn
voeten Leeft aanyebracht en Let was een
behend feit, dat wanneer de Loniny Lwaad
wer d Lj yewoonlijh zijn Loed door de
Lamer schopte, Cfeen van de identiteiten
van de ministers is duidelijh vast te stellen.
Cnhele van Len drayen Let lint behorende
bij de Orde van de CCouseba nd. 2) it
zouden Cord CdardwicL of de Cdertoy
van View castle hunnen zijn. (Oén van Len
is lany en may er en zou Cord Cyttleton
of William Pitt Lunnen zijn
Vraag 3a: wat is uw mening over
mijn stelling dat de figuurtjes op
de voorgrond resp. Lord Chester
field (links) en de voormalige
Hollandse luitenant-kolonel der
Dragonders Charles Bentinck
(rechts) voorstellen? (zie afb.2).
Vraag 3b: wat is uw mening over
het in 1877 geschrevene daar
omtrent?
Jlleding is een helangrijh mi Hl om
viiueel onderscheid aan te brengen en de
Lunstenaar gehruiht dergelijhe conventies om
zijn bedoeling aan te geven.
is voor mij een reden om uw zeer
interessante identificatie van de twee
belanyrijhste fiyuren op de vooryrond in
twijfel te trehhen. beiden zijn als Soldaat
t laarzen en
afyebeeld. Ce man linhs draayt
slobhousen. 2)e ander draayt rijla
sporen, loeiden drayen een zwaard, hety<
in de 18e eeuw henmerhend
een Leer
drayen een sjerp om Let middel yehnoopt
Len draayt de sjerp van een
een
is voor zowel
als een officierl/3eide mannen
een van
sc,
een
belanyrijh bevelhebber Schuin over Let
lichaam. i3eiden drayen een pruihje met
linten, dat bij de militairen yebruihelijh is,
in teyenstelliny tot de volle pruiben van
de ministers. 2)e man rechts met de
Luin yedrayen sjerp Lult LLrbljLJijL
staf vast, die behoort bij een veldmaar-
schalh. Oh Leb sterh de indruh dat de
Lunstenaar ons wil laten weten, dat deze
mannen militaire officieren zijn en daarom
dacht Crederic (feorye Stephens, die de
Cataloy us van Let I3rits Wjuseum over
f-^ersoonlijhe en f^olitiehe Cdatires van die
tijd Leeft yeSchreven 'in 1877) dat zij de
ueldmaarschalhen C3axe en Cöwendahl
waren. JL L an Let met u eens zijn, dat
de identificaties niet voor 1 00 waterdicht
zijn, in Let bijzonder met Let ooy op de
opmerhiny over een broer.
afgetreden.
Vaar mijn meniny Leeft u volhomen yelijh
in uw beoordeliny van de relatie tussen
Cord Chesterfield en de Cdertoy van
Yjewcastle, en van Let feit dat Cord
Chesterfield behoorde tot de vredeS -partij.
Cdet valt moeilijh vast te stellen of de
details van J3entinch s missie voldoende
behend zouden zijn yeweest bij Let yrote
publieh om een Lunstenaar ertoe te brenyen
ze in een politiehe satire op te nemen,
Loewe 1 de Cngele pers over Let alyemeen
opvallend yoed yeïnformeerd was over de
yebeurtenissen, die op Let vasteland van
Curopa plaatsvonden.
Cen andere moyelijhe identificatie van de
officier aan de rechterbant zou Crince
Charles of Corraine )l 712- 1 78oj
Lunnen zijn, die de Oostenrijhse
bevelhebber in Vaderland was en wiens
broer Crancis yetrouwd was met Leizerin
Ylfjaria Cheresia. Cd ij staat afyebeeld op
een andere Cnyele Spotprent met dezelfde
datum (i3WC 2611), waarop Lij
nayenoey dezelfde Llediny draayt.
ooh deze moyelijhe identificatie is niet voor
100% waterdicht. VocL Charles i3entinch,
noch zijn noy behender en belanyrijher
broer \dJillem Lomen in enig
roer vWillem homen tn enig Ongelse
ipotprent voor. PL concludeer hieruitdat
geen van Leiden in die tijd een zogeheten
high profile in Hngeland had.
Kortom, wie deze (hoofdper
soontjes zijn valt niet meer met
zekerheid te achterhalen.
De lezer zal het met me eens zijn
dat ik nu mijn naspeuringen kan
stopzetten, maar niet alsvorens ik
de heer René van Bijnen nogmaals
dank voor zijn voortreffelijke ver
taalwerk inzake deze typische
Engelse spotprent van de grootste
catastrofe die Bergen tot nu toe
heeft gekend. Maar...'de Oliphant'
en 'de Draeck' zijn er nog steeds om
ons voor erger te beschermen.
J. Knook. In en rond de oliemolen.
In: De Overdracht, juni 1995.
Heemkundigekring Die Overdraghe.
Klundert.
B. Zijlmans. De topografische
waarde van Bergse historieprenten.
In: De Dongebode. Juni 1995.
Oudheidkundige kring 'Geer-
truydenberghe'.
A. Bijsterveld. Van hoog en paars
tot laag en grauw. De pastoors in
Noord-Brabant in de vijftiende en
zestiende eeuw. In: Brabants Heem.
nr.2. 1995.
A. van Leeuwen. De maakbaarheid
van het verkleden. P. Cuypers als
restauratie-architect. Zwolle 1995.
De Waterschans nr. 3 1995
door: W. van Riemsdijk
Tijdens het lezen van het artikel
over Gerard Houckgeest, ge
schreven door Rochus van den
Bergh in de Waterschans 95-2,
herinnerde ik mij weer het
gesprekje dat ik enige tijd geleden
had met een Zuidafrikaner. Hij
vertelde mij onder meer dat er een
oud schilderij van de Gertrudiskerk
in een museum in Kaapstad hangt.
Meteen denkend aan het schilderij
van de Bergse Markt aan een
museummuur in San Francisco,
spitste ik mijn oren. Als bijzon
derheid vermeldde hij nog dat er
ook een hondje op staat dat zijn
behoefte doet. Dat leek me nu niet
zo bijzonder. Ons Archief bleek op
de hoogte te zijn van het bestaan
van het schilderij, getuige ook de
foto die (op blz. 46) bij het artikel
in de Waterschans is te zien. Toen
bleek mij dus dat niet de buiten-,
maar de binnenkant van de kerk
door ene Gerard Houckgeest was
geschilderd. De lezer zal het be
amen, op deze foto is geen poe
pende hond te zien. Had ik onze
Zuidafrikaner verkeerd begrepen?
Reden om de pen te pakken en de
Michaelisversameling in Die Ou
Stadhuis van Kaapstad te
raadplegen.
Dr. H. Fransen, directeur van dit
museum, schreef mij prompt een
uiterst vriendelijke brief (met foto's)
terug waaruit bleek dat bij een
restauratie (ongeveer 15 jaar
geleden) een poepend hondje
tevoorschijn was gekomen dat
waarschijnlijk door een preutse 19e
eeuwse hand was overgeschilderd.
Volgens diverse geraadpleegde
kenners heeft een poepend hondje
in een kerk geen specifieke
betekenis. Ook denk ik dat een
eventuele onenigheid tussen schilder
en opdrachtgever (bijvoorbeeld over
de prijs/kwaliteitsverhouding) moet
worden uitgesloten. Laat het ons,
mèt de Zuidafrikaanse museum
directeur, maar houden op een
perfectionistische Houckgeest, die
door er, behalve wat kerkbezoekers,
ook dit hondje bij te schilderen,
iedereen wilde overtuigen dat zijn
schilderij toch echt de werkelijkheid
weergeeft.
BRG-cursus genealogie voor
gevorderden
Wanneer de registers van de
Burgerlijke Stand en de doop-,
trouw- en begraafboeken zijn
doorgewerkt, resteren nog tientallen
andere bronnen die tezamen een
schat aan informatie bevatten over
het leven en werken van vroegere
generaties. In samenwerking met de
stichting BRG organiseert het
Rijksarchief in Noord-Brabant een
cursus waarbij de cursisten geat
tendeerd worden op onderzoeks
mogelijkheden in specifieke
niet-genealogische archiefbestanden
zoals notariële, militaire, fiscale,
kadastrale, rechterlijke, kerkelijke
en heraldische bronnen.
Openbaar Vervoer
Onder auspiciën van de Stichting
Veteraan Autobussen verscheen de
uitgave 'Het autobusbedrijf werk
en dienstauto's van de Gemeente
tram Amsterdam 1905-1950 door
P.Kiers. De geschiedenis van het
Openbaar vervoer in Amsterdam,
met nadruk op het busbedrijf (de
geschiedenis van het tramwezen
werd al eerder uitgebracht) wordt
na uitgebreid archiefonderzoek
uiteengezet en van vele oude foto's
en correspondentie voorzien. Een
boek voor de liefhebber. Informatie
over de Stichting kunt u inwinnen
bij de heer K. Koning, Reigerskamp
735, 3607 JS Maarssen. Tel.
03465-69257. Het boek is te
bestellen door overmaking van
f39.50 op postbanknummer
4883131 tav Het Openbaar Vervoer
te Amsterdam.
BGR-cursus Boerenbonds
geschiedenis
In 1996 bestaat de Noordbrabantse
Christelijke Boerenbond honderd
jaar. Dit geldt tevens voor tientallen
plaatselijke boerenbonden in
Noord-Brabant. In hun geschiedenis
wordt de landbouwgeschiedenis van
de laatste honderd jaar weer
spiegeld. In deze periode hebben
zich ingrijpende ontwikkelingen
voorgedaan.
Het doel van deze cursus is om een
handreiking te bieden om (delen
van) de geschiedenis van de plaat
selijke boerenbonden vast te leggen.
Er zal aandacht worden besteed aan
de ontwikkelingen die zich in de
Brabantse landbouw gedurende de
laatste honderd jaar hebben
voorgedaan. Aan de orde komt ook
welke onderwerpen zich voor
verdere uitwerking in een
plaatselijk onderzoek lenen. Tevens
worden de bronnen besproken die u
voor een dergelijk onderzoek kunt
raadplegen. Hoe het onderzoek
aangepakt kan worden, wordt
eveneens behandeld. De cursus
wordt afgesloten met een aantal
suggesties met betrekking tot de
presentatie van de onder
zoeksresultaten.
De cursus wordt door de stichting
BRG georganiseerd in samen
werking met de NCB en is in
handen van de heer T. Duffhues die
in opdracht van de NCB een
publikatie over de honderdjarige
geschiedenis van de NCB
voorbereidt.