7
i
ft
\r
Geschiedkundig tijdschrift
De Waterschans nr. 3 1995
Nieuwe aflevering Bergen op
Zoom in kaart en beeld
In deze serie is thans nummer 30
verschenen. Het betreft dit keer een
schilderachtig stadsgezicht uit een
nog niet zo ver verleden: De Moe-
regrebstraat en Het Steijgerken. De
tekening is van de hand van de in
1901 in Wouw geboren Jef Hout
(1901-1976), die zich in 1923 in
Bergen op Zoom vestigde, na een
korte loopbaan bij de Spoorwegen
in Roosendaal. Werkzaam op de
drukkerij Verlinden, uitgever van
het dagblad De Zoom, had hij tus
sendoor gelegenheid om te tekenen,
wat hij al deed sinds zijn middelba
re schoolopleiding aan de Rijks
HBS te Bergen op Zoom. Na zijn
huwelijk in 1932 begon Jef in
opdracht tekeningen te maken. Zijn
talent ontwikkelde hij binnen de
kunstkring Bosschaert in het Spui-
huis, waar hij kon werken onder
leiding van kunstenaars als Louis
Weyts, Jan van der Kreek en Jan
Baartmans. In 1934 maakte hij op
verzoek van voorzitter ir. A. Juten
een serie tekeningen van een aantal
prachtige oude boerderijen in de
omgeving van Bergen op Zoom,
zoals de Slikkenburg. In de jaren
var de oorlog begon hij met zijn
bekende vastenavondschetsen. Na
de oorlog maakte hij stadsgezichtjes
aan de lopende band.
Jef Hout tekende, in navolging van
de reeds in 1672 door Valentijn
Klotz met pen en penseel vastgeleg
de situatie, de Moeregrebstraat met
de achterzijde van het Spuihuis
omstreeks 1938. In de achttiende
eeuw wordt dit deel van de Noord
zijde Haven en het aangrenzend
deel van de Dubbelstraat Het Steij
gerken of Op 't Steijger genoemd.
De naam wordt verklaard door de
sterke helling die dit deel van de
Dubbelstraat hier maakt. Het groot
ste deel van de tekening wordt
ingenomen door het schilderachtige
beeld van de achterzijde van het
Spuihuis met de Grebbe die daar
nog open lag. In 1955 is dit deel
van de Grebbe overkluisd. Op de
tekening is duidelijk te zien dat de
Grebbe onder het Spuihuis door
liep en uiteindelijk in de haven kon
doorstromen. In het Spuihuis zorg
de een sluisje voor regelmatige
afvoer van het water. In de twintig
ste eeuw is dit deel van de stad vele
malen vastgelegd, onder andere op
schilderijen of tekeningen van W.
van Dort, Eugène Rensburg, Janus
Sio en de onlangs overleden Fons
Gieles.
BRG-cursus Huizenonderzoek
Bij het onderzoek naar de eigen
voorouders raken veel amateurhisto
rici en genealogen geboeid door de
vraag in welke gebouwen deze
mensen hebben gewoond of ge
werkt. Weer anderen worden gefa
scineerd door oude huizen in de
directe omgeving waar zij meer van
zouden willen weten. In deze cursus
wordt gebruik gemaakt van kada
strale bescheiden, belastingkohieren,
vestboeken en andere (informa-
tiejbronnen uit het archief, die licht
kunnen werpen op de geschiedenis
van een gebouw. Naast archiefon
derzoek wordt ook kennis gemaakt
met de mogelijkheden om informa
tie te krijgen uit het gebouw zelf. U
kunt hierbij denken aan daterings-
mogelijkheden op grond van uiter
lijke kenmerken als stijl, maar ook
constructie en materiaalgebruik. Om
een en ander in Boxtel ook in de
praktijk te zien, maakt een excursie
deel uit van het programma.
De cursus in Boxtel wordt verzorgd
door de heer H. de Visser die als
onderzoeker veel ervaring heeft op
gedaan, de heer W. Doyen, archiva
ris te Boxtel, en de bouwhistoricus
de heer D. Zweers. Bij ons in
West-Brabant wordt een soortgelij
ke cursus georganiseerd door de
Gemeentelijke Archiefdienst te Ber
gen op Zoom. De cursus is hier in
handen van de heren P. Suijker-
buijk en C. Peters.
watermolens
H. Frieke, H. Hagens en T. Mee
sters, Nederlandse watermolens in
oude ansichten. Zaltbommel: Euro
pese Bibliotheek, 1994, 110 pg.
ISBN 90-288-5816-4. f32.50.
(recensie uit Brabants Heem 2-
1995). Naast delen met louter tot
een plaats beperkt fotografisch
beeldmateriaal bevat deze oude,
maar blijkbaar nog steeds succes
volle reeks uit Zaltbommel ook
thematische afleveringen. In een
eerdere aflevering van Brabants
Heem werd een deel over de honde-
kar besproken, nu ligt een boekje in
het karakteristieke oblong-formaat
voor over watermolens. De krulleri
ge typografie van het titelblad
verwijst reeds naar het genre waarin
dit type boekjes thuishoort: on
schuldige nostalgie zonder al te veel
diepgang. Niettemin is er in dit
deeltje veel interessant materiaal
samengebracht. De auteurs bakenen
in hun inleiding hun onderwerp
goed af: ze behandelen alleen 'ech
te' watermolens, dit wil zeggen
molens die door stromend water
worden aangedreven en laten bij
voorbeeld windwatermolens (die
dienen om polders te bemalen)
buiten beschouwing.
Deze logische keuze houdt in de
Nederlandse situatie tevens een
regionale beperking in. De meeste
watermolens waren en zijn immers
te vinden in het Oosten en Zuiden
van het land. De ruim honderd
foto's, overwegend ansichtkaarten,
zijn ingedeeld per provincie (Over
ijssel, Gelderland, Noord-Brabant
en Limburg). De Brabantse water
molens die hier behandeld worden
volgens de geijkte formule van 'een
praatje bij een plaatje' zijn of waren
(de auteurs behandelen namelijk
ook verdwenen molens) voor het
merendeel gelegen aan de Dommel.
Onze provincie telt nog maar acht
complete watermolens, namelijk die
in Eindhoven (twee stuks), Oploo,
Nederwetten, Opwetten, Oirschot,
Valkenswaard en Dommelen.
Voorts treffen we nog al wat 'kana-
lisatieslachtoffers' aan zoals in
Steensel. Heel terecht wijzen ze op
de kwetsbaarheid van vooral dit
type molen dat volledig afhankelijk
is van de ecologische context. Door
het aantasten van de waterhuishou
ding, soms vele kilometers stroom
opwaarts, zijn veel molens letterlijk
drooggelegd.
De samenstellers van dit boekje
spreken dan ook, niet zonder cyni
sme, van de 'ab-normalisatie' van de
waterlopen, zoals in het geval van
Stipdonk bij Someren. Doordat de
samenstellers ervoor hebben geko
zen om slechts niet eerder gepubli
ceerde foto's op te nemen heeft dit
boekje aan documentaire waarde
gewonnen.
jiiWiiWilMiiilioio
O.A. in deze aflevering:
rails
oude postkantoor
slot Halsteren
"Fluwelen Revolutie
"Koudemarkt
25e jaargang nr 4 december 1995
l,l Li i,1 t!',i t I
.'L'tV.. VB t'.y i